Opperrabbijn Jacobs: ‘Ik maak me zorgen over de toekomst van Joods Nederland’
Door Opperrabbijn Binyomin Jacobs -
11 maart 2024
Het islamitische zwijgen na 7 oktober, de anti-Israël demonstraties gisteren bij de opening van het Holocaust Museum en de anti-Herzog oproep van 200 moskeeën, geven mij geen goed gevoel en baren mij zorgen voor de toekomst van Joods Nederland.
Ik benadruk keer op keer dat de meeste slachtoffers van ISIS Islamieten zijn. En toen een topper uit onze overheid tegen mij zei, toen we over antisemitisme spraken, dat in Nederland het huidige antisemitisme voor 98% afkomstig is van de in ons land woonachtige moslims, heb ik hem aangegeven dat toen 80% van mijn familie werd vermoord er in Nederland geen enkele moslim te bekennen was, zo schreef ik in mijn dagboek van 7 februari.
Ik wil hieraan toevoegen dat ik een paar dagen na 7 oktober een telefoontje kreeg van onze Minister van Algemene Zaken, Van Gennip, die belangstellend vroeg hoe het met mij ging en mij vertelde dat zowel de Marokkaanse als de Turkse gemeenschap in Nederland de gebeurtenissen van 7 oktober niet acceptabel vinden.
Islamitisch zwijgen
Waarschijnlijk ben ik iets te naïef want, voor zover mij bekend, is er geen enkele moskee of Islamitische gemeenschap geweest die publiekelijk afstand durfde te nemen van de moordpartij van 7 oktober. Ja, een aantal bevriende imans liet een oprecht en veroordelend geluid horen in een persoonlijk gesprek (ik zal hun namen hier niet vermelden, om te voorkomen dat zij in de islamitische problemen belanden), maar het islamitische zwijgen na 7 oktober, de anti-Israël demonstraties gisteren bij de opening van het Holocaust Museum en de anti-Herzog oproep van 200 moskeeën, geven mij geen goed gevoel en baren mij zorgen voor de toekomst van Joods Nederland.
Waar waren de tweehonderd moskeeën direct na 7 oktober? En ik durf me zelfs af te vragen: is er nog toekomst voor de Joodse gemeenschap in mijn vaderland?
Vaderland
En Nederland is mijn vaderland! Via mijn vaders lijn ben ik de viertiende generatie na opperrabbijn Moses Uri Halevie, de oprichter van de Portugees Israëlitische Gemeente in Amsterdam. Zijn Portugees Joodse Gemeente heeft Amsterdam tot Amsterdam gemaakt, Amsterdam op de kaart gezet en dus een gigantische bijdrage geleverd aan het huidige Amsterdam.
Des te pijnlijker is het moeten aanschouwen van de anti-Israël demonstraties en het enorm opkomend antisemitisme vlak bij de plaats waarvandaan in de Tweede Wereldoorlog 46.000 Amsterdamse Joden werden afgevoerd met de trams van het GVB om via Westerbork, met de treinen van onze eigen Nederlandse Spoorwegen, uiteindelijk via de schoorstenen van de crematoria in de vernietigingskampen in het duistere gat van de vergetelheid te belanden.
Opening Holocaust Museum
Hoe was gisteren de officiële opening van het Holocaust Museum? Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander, de president van Israël, de president van Oostenrijk en de voorzitter van de Duitse Bundesrat spraken indrukwekkende goed afgewogen woorden. De muziek, de toespraak van mijn vriend Emile Schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier, de overige sprekers, de stemmen van overlevenden, de kinderen en de ceremoniemeesteresse Petra Katzenstein. Als ik goed wil verwoorden welke indruk deze onvergetelijke historische dag op mij heeft gemaakt, dan las ik een paar regels in zonder woorden:
..
..
..
..
..
Ieder woord dat ik zou schrijven, zou er één te veel zijn, omdat de opening, de plechtigheid en het samenzijn alle woorden overstijgen. Het was een diep emotioneel gebeuren. Woorden beschrijven, maar woorden beperken ook en dus: geen woord kan ik eraan wijden.
Antisemitische protesten
En toch ging er ook iets goed verkeerd. Gedurende de gehele happening werden de antisemitische protesten gehoord. De sprekers werden weliswaar niet overstemd, de muziek bleef hoorbaar, maar hun gebrul was als een vals klinkende achtergrondmuziek die weliswaar niet afleidde van het perfecte programma, maar wel demonstreerde hoe nodig het Holocaust Museum is.
Mijns inziens was er niet voldoende rekening gehouden door de veiligheidsverantwoordelijken, met de emotionele schade die werd aangedaan aan aanwezige overlevenden. En hoewel ik G.Z.D. pas na de oorlog ben geboren, voelde ook ik me aangeschoten door de schreeuwenede menigte. Ik koester en ben dankbaar voor vrijheid van meningsuiting, maar de beestachtige manier waarop ik werd nagescholden, en met mij dus allen die buiten de Snoge kwamen, vind ik onacceptabel. Ik begrijp niet waarom dit werd getolereerd. Ook de locatie vanwaar er werd gescandeerd, was pijnlijk: het Waterlooplein, de bron van het Joodse leven in de Jodenbuurt van toen!
Pastorale zorg
Tijdens de plechtigheid had ik gelukkig mijn telefoon op ‘niet storen’ ingesteld, want een aantal telefoontjes waren binnengekomen van woedende Joodse mensen die, zo vernam ik later, het onacceptabel vonden dat er geprotesteerd mocht worden en de gasten bij het verlaten van de Snoge mochten worden nagejouwd.
Bij de geweldige lunch in het Joods Museum en vooral ook bij het bezichtigen van het Holocaust Museum heb ik heel wat pastorale zorg mogen verlenen. Velen voelden zich hevig gekwetst en in de steek gelaten… Maar toch overheerste bij een ieder het gevoel van dankbaarheid en vreugde dat dit geweldige monument officieel geopend werd.
Met het antisemitische gebrul van vanmiddag nog gonzend in mijn oren heb ik de documentaire over De Joodse Raad bekeken. Het zal wel meevallen, werd er toen gedacht. En dus werd De Joodse Raad opgericht. Hoe kijken wij aan anno 2024 tegen het groeiend antisemitisme? Zal het wel meevallen?
Conferentie
Maar ik moet nu stoppen om mijn koffertje te gaan pakken en dan snel naar bed. Morgen om zes uur komt de taxi en zit ik om tien voor acht in het vliegtuig op weg naar Oporto voor een driedaagse conferentie over kasjroet. Ik hoop en verwacht daar e.e.a. alsnog te lernen. Kopstukken uit de rabbinale wereld, experts op het gebied van kasjroet, zullen de toespraken houden. Ik moet ook spreken, maar waarover en waar is me nog niet helemaal bekend. Waarschijnlijk bij de onthulling van het monument dat daar wordt onthuld ter nagedachtenis aan de slachtoffers van 7 oktober.
En ondertussen zweef ik tussen mijn bed en de documentaire over de Joodse Raad, ontmoet de kleinzonen van Prof. Asscher en Prof. Cohen, de voorzitters, en vraag me af of ik paniekzaaier ben of realist. De kleinzoon van Cohen vecht met mij mee tegen het opkomend antisemitisme.
Ik voel mezelf niet onveiliger dan anders, maar het antisemitisme komt wel steeds dichterbij… Am Jisraeel Chaj!