Met alle beschuldigingen nog steeds Gods volk?
Door Karel van der Plas -
21 augustus 2025
Israël, volk van Gód? Nog steeds? De vraag die Paulus bijna tweeduizend jaar geleden al stelde – heeft God Zijn volk verstoten? (Romeinen 11:1) – blijkt weer even actueel als toen. Genocide, etnische zuivering, oorlogsmisdaden – de beschuldigingen tegen Israël vliegen je om de oren. Moeten we dan toch zeggen dat Israël nu zijn uitverkiezing verspeeld heeft? Is het klaar met ‘volk van God’ zijn?
Ik las Leviticus 26. De vervloekingen die over Israël zouden komen, als zij zich niet houden aan de voorschriften van God, zijn niet mals. God waarschuwt duidelijk voor de vreselijke gevolgen van het verlaten van God en het dienen van afgoden. "Als u Mijn verordeningen verwerpt en als uw ziel van Mijn bepalingen walgt, zodat u geen enkele van Mijn geboden doet door Mijn verbond te verbreken, dan zal Ik Zelf dit met u doen" (vers 15-16), waarna een lang hoofdstuk volgt met ziektes, het zwaard, honger, steden in puin, ellende en uiteindelijk een ballingschap uit het land. En alsof het nog niet erg genoeg is, vervolgt het hoofdstuk: "U zult omkomen onder de heidenvolken en het land van uw vijanden zal u verslinden." (vers 38). En wie dit overleven, die "zullen vanwege hun ongerechtigheid wegkwijnen in de landen van uw vijanden" (vers 39).
Achter Israël (blijven) staan?
Hoofdstukken als deze zijn soms zwaar om te lezen. Of lees de eerste helft van Jeremia, de moed zakt je in de schoenen. Komt dit ooit nog goed? Heeft Israël het nu niet té bont gemaakt? Misschien denken we dat vandaag de dag ook wel. We weten dat er veel leugens zijn, maar toch…
Ik had laatst een gesprek met iemand die mij confronteerde met de vraag hoe ik nog achter Israël kon blijven staan. En mijn antwoord kwam uit Leviticus 26. Want het mooie van dit zware hoofdstuk vind je in vers 44: "Maar bovendien: wanneer zij in het land van hun vijanden zijn, dan zal Ik hen niet verwerpen en niet van hen walgen door hen te vernietigen en Mijn verbond met hen te verbreken, want Ik ben de HEERE, hun God." Ondanks alles verwerpt God Israël niet! Dat is niet alleen een prachtige belofte, het leert ons twee hele belangrijke dingen – en dat antwoordde ik ook op de vraagsteller.
Ik sta achter Israël, niet omdat zij alles goed doen, maar omdat God trouw is. God verwerpt hen niet. Nooit.
God is trouw
Het eerste en meest belangrijke is: God is trouw. Want ondanks alles wat Israël doet, blijft God trouw. Hoewel ik geloof dat Israël absoluut niet bezig is met een genocide, zijn zij natuurlijk niet zonder fouten. Zeker niet. Maar niets van dat, helemaal niets, neemt de trouw van God aan Zijn volk Israël weg. Het is zoals Paulus schrijft in Romeinen 3:3: "Als sommigen ontrouw zijn geweest, zal hun ontrouw de trouw van God toch niet tenietdoen? Volstrekt niet!"
God is rechtvaardig
Op de tweede plaats: God is rechtvaardig. Hij gaat recht spreken. Niet alleen over de wereld en hun houding ten aanzien van Israël, maar ook over Israël zelf. Wij zijn niet geroepen als kerk om, net als een Jeremia, de zonde van Israël aan het licht te brengen. Wij zijn geroepen om Israël te zegenen, te troosten en naast hen te staan. Wij worden rechtvaardig geoordeeld en Israël ook – en dat weten de rabbijnen. Daarom mogen zij, terecht, als onderdeel van het Joodse volk, Israël aanmoedigen tot het doen van het goede.
Belofte van hoop
Ik sta achter Israël, niet omdat zij alles goed doen, maar omdat God trouw is. God oordeelt en geeft straf, maar Hij verwerpt Israël nooit. Hij is rechtvaardig én trouw. Precies dat zegt ook Jeremia met al zijn oordelen. Wat Israël ook heeft gedaan, God verwerpt hen niet. Nooit.
"Zo zegt de HEERE: Als de hemel hierboven ooit opgemeten zou kunnen worden en de fundamenten van de aarde beneden onderzocht zouden kunnen worden, dan zou ook Ik heel het nageslacht van Israël verwerpen, om alles wat zij gedaan hebben, spreekt de HEERE." (Jeremia 31:37)