Leven onder de zegenende handen van de Messias
Door ds. Oscar Lohuis -
29 mei 2025
“Hij leidde hen naar buiten tot bij Bethanië. En Hij hief Zijn handen op en zegende hen. En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij Zich van hen verwijderde. En Hij werd opgenomen in de hemel. En zij aanbaden Hem en keerden terug naar Jeruzalem met grote blijdschap. En zij waren voortdurend in de tempel, terwijl ze God loofden en dankten. Amen.” (Lucas 24:50-53)
De Here Jezus werd opgenomen in de hemel op het moment dat Hij Zijn handen ophief en Zijn leerlingen zegende. Al zegenend ging Hij naar de hemel. Hij zegende hen misschien wel met de zegen van Aäron: “De Heere zegene en behoede u, Hij doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig, Hij verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede.” (Numeri 6:24-26) Hij was immers een Jood, niet een christen.
In hoe het gegaan is bij de Hemelvaart zit een heel mooie symboliek. Door Zijn opstanding uit de dood en door Zijn verheerlijking tot de plaats van het hoogste gezag, mogen wij voortdurend onder Zijn zegenende handen leven. Hij deelt Zijn overwinning met ons. Hij had ook gezegd tegen Maria Magdalena: “Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, naar Mijn God en uw God.” (Johannes 20:17) Hij doet ons delen in het kind van God zijn. Zoals de Vader over Zijn Zoon heeft gezegd: “Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik mijn welbehagen vind”, zo zegt de Vader dat nu ook over allen die in Christus zijn, zowel zonen als dochters.
Iemand gebruikte een keer het volgende beeld om de betekenis van Hemelvaart voor ons te duiden. Stel dat je zit in een trein die bezig is om boven de grond te komen. Op een bepaald moment is de voorste treinwagon al boven de grond, terwijl alle andere treinwagons nog onder de grond zijn. Bevindt die trein zich dan boven de grond of onder de grond? Allebei, zou je kunnen zeggen. De meeste treinwagons bevinden zich nog onder de grond, maar omdat de voorste treinwagon (of: de locomotief) al boven de grond is, is het slechts een kwestie van tijd voordat ook de overige treinwagons boven de grond zullen zijn. In zekere zin is de hele trein al bovengronds, uit het duister getreden.
Zo zijn wij in Christus al verheerlijkt, omdat onze toekomstige verheerlijking slechts een kwestie van tijd is. En zo mogen wij dus voortdurend onder Zijn zegenende handen leven. We zijn in de Here Jezus Christus altijd gezegend, hoe onze omstandigheden ook zijn en hoe we ons ook voelen.
Onze toekomstige verheerlijking waar de Bijbel vooral over spreekt, is overigens niet het moment van ons sterven. Jezus werd niet verheerlijkt door de dood, maar door Zijn opstanding en hemelvaart. Wij zijn op weg naar de lichamelijke opstanding en de verheerlijking die wij dan zullen meemaken. Dat zal gebeuren wanneer Hij komt.