Als kind ben ik opgegroeid in Doorn, een half uur rijden van Amersfoort. We noemden Doorn wel eens een parel van de Stichtse Lustwaranda. Prachtig gelegen in de bossen, waar we bosbessen en cantharellen zochten.
Vaak waren we buiten. Daar speelden we tikkertje, knikkerden we en deden we verstoppertje. Zo nu en dan liepen de gemoederen hoog op en kregen we ruzie. We scholden elkaar dan uit en het ergste dat we konden bedenken was: ‘stik de moord’, en meestal voegden we eraan toe ‘in Amersfoort’. Dat rijmde zo mooi!
Wij kinderen hadden geen idee waar die uitdrukking ‘stik de moord in Amersfoort’ vandaan kwam. Misschien wel van het nabij gelegen Kamp Amersfoort, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog verschrikkelijk geleden is door tienduizenden gevangenen.
Nationaal Monument Kamp Amersfoort in Leusden aan de zuidrand van Amersfoort houdt de herinnering in stand aan ongeveer 47.000 gevangenen. Er heerste een mensonterend regime van honger, mishandeling, dwangarbeid en executies. Vanaf 1941 werden hier onder andere ook enkele duizenden verzetsstrijders, ongeveer 2500 Joden, Jehova’s Getuigen en Sovjet-krijgsgevangenen opgesloten.
Joden werden in het kamp veel slechter behandeld dan niet-Joden. Maar het lot van de 101 Sovjet-krijgsgevangenen was nog veel erger. Dat waren soldaten uit Sovjet-republieken als Oezbekistan en Kazachstan, die meevochten met het Russische leger. Ze waren door het Duitse leger gevangen genomen en naar Amersfoort gebracht. Vanaf het treinstation gingen ze te voet naar het kamp.
Daar kregen ze een extra slechte behandeling. Ze werden geschopt en geslagen, moesten urenlang straf staan, kregen geen medische verzorging en soms dagenlang geen eten. In april 1942 waren nog maar 77 Sovjet-soldaten in leven. In de vroege ochtend van 9 april werden ze koelbloedig gefusilleerd.
Na de oorlog worden de stoffelijke resten van de 101 aangetroffen vlakbij het voormalige kamp. Ze krijgen een laatste rustplaats op de Amersfoortse begraafplaats Rusthof. Aangezien op Rusthof dus toch al 101 oorlogsslachtoffers uit de Sovjet-Unie begraven liggen, verzoeken de Amerikaanse autoriteiten ook 692 overleden Rode Leger-soldaten van de Amerikaanse begraafplaats in Margraten over te mogen brengen naar Amersfoort. De Nederlandse autoriteiten gaan akkoord met de aanleg van een apart ereveld voor Sovjet-soldaten naast Rusthof.
De verhalen van deze soldaten worden verteld in het Sovjet Ereveld Experience museum in Leusden, vlakbij de plaats waar ze zijn begraven. We komen meer te weten over de aangrijpende gebeurtenissen die schuilgaan achter de anonieme grafstenen op het Sovjet Ereveld. Het is een indrukwekkende ervaring en we worden er stil van als we hun lotgevallen als het ware meebeleven via films, persoonlijke getuigenissen en virtual reality. De journalist Remco Reiding heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de nabestaanden van deze soldaten. Inmiddels zijn ruim tweehonderd slachtoffers geïdentificeerd en hun familieleden opgespoord.
Het is mooi om te weten dat in mijn oude woonplaats de slachtoffers van de Nazi’s geëerd en herdacht worden! Nooit vergeten, om herhaling te voorkomen.
In de omgeving waar we nu wonen, is veel gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Willem en ik hebben Kamp Amersfoort bezocht, het museum over de Sovjet-soldaten en het Sovjet Ereveld. Lang heb ik me afgevraagd of er tijdens de oorlog Joden ondergedoken waren in mijn oude woonplaats. Daar had ik nooit iets over gehoord. Totdat ik een boekje in handen kreeg van de Doornse Historische Vereniging Thorheim getiteld ‘Tijd voor Thorheim’. Een speciale uitgave ter gelegenheid van 80 jaar vrijheid.
Twee jaar geleden werd een werkgroep belast met het onderzoek naar personen die in aanmerking komen voor herdenking door middel van een struikelsteen. Het betreft veelal Joodse inwoners, maar ook verzetsstrijders, die in de dorpen van de Utrechtse Heuvelrug hebben gewoond of waren ondergedoken. Op 16 april 2025 zijn in Doorn op 11 adressen struikelstenen gelegd voor 24 mensen die slachtoffer zijn geworden van de naziterreur.
Op een mooie zaterdagmorgen stappen Willem en ik in de auto om in Doorn die struikelstenen te bekijken. We rijden naar de Parklaan. Daar woonde op nummer 4 in het huis van zijn vader jonkheer Gerald Louis Willem van Loon, telg van een bekende adellijke familie uit Doorn. Hij studeerde rechten in Leiden. In augustus 1944 is hij door de Duitse politie gearresteerd op een adres in Den Haag, waar hij bezig was met het vervalsen van persoonsbewijzen en distributiekaarten. Eerst werd hij in Scheveningen opgesloten, daarna naar kamp Vught gebracht, en later naar kamp Sachsenhausen in Duitsland. Toen de Russen naderden werd hij met anderen naar concentratiekamp Bergen-Belsen getransporteerd. Hij was toen al ziek door de ontberingen en is daar begin april overleden, 25 jaar oud.
We lopen naar de overkant van de straat, naar nummer 3 en ontdekken daar vijf struikelstenen. Na vele omzwervingen vond de Oostenrijks Joodse familie Kohn-Hoffmann hier een veilig onderdak. Opa Baruch, oma Mathilde, Elisabeth, Margit en kleindochter Erika mogen zich hier op 14 maart 1941 vestigen. Ze hebben niet lang van hun veilige woning kunnen genieten, want op 4 mei 1943 worden ze opgepakt en op transport gesteld naar Westerbork. Vervolgens worden ze gedeporteerd naar het vernietigingskamp Sobibor. Op 7 mei is de hele familie vermoord: Baruch 77, Mathilde 69, Elisabeth 44, Margit 38 en Erika 11 jaar oud. Erika had een poesiealbum, dat na de oorlog werd gevonden in het huis waar ze gewoond had. In dat album is door drie Doornse vriendinnetjes een gedicht geschreven.
In de komende jaren zullen in Doorn nog meer oorlogsslachtoffers door middel van struikelstenen worden herdacht. Het is mooi om te weten dat in mijn oude woonplaats de slachtoffers van de nazi’s geëerd en herdacht worden! Nooit vergeten, om herhaling te voorkomen.