Kan een robot de rabbijn vervangen?
Door Rabbijn mr. drs. R. Evers -
12 juli 2023
Een paar weken geleden hadden we een Canadese arts op bezoek. Het werd een gezellige vrijdagavond. We aten de traditionele kippensoep met matzeballen en zongen de vertrouwde Sjabbat-gezangen.
Hij stak van wal. Hij was wat radeloos, omdat zijn patiënten steeds meer met allerlei computeruitdraaien komen waar al alle mogelijke diagnoses op staan, naast allerlei pilletjes en therapieën die voor hun kwalen zouden kunnen helpen. Hij hield zich staande met de opmerking dat zijn patiënten een mens willen spreken en dat zijn individuele zorg en persoonlijke aandacht voor zijn patiënten wonderen verrichten. Maar tegelijkertijd vroeg hij zich af of zijn kinderen ook zo ongeschonden uit de concurrentiestrijd met de AI (kunstmatige intelligentie) tevoorschijn zouden komen. Hij vreesde voor zijn beroep.
De computer weet veel meer dan de mens
Alle geestelijken krijgen natuurlijk langzamerhand dezelfde vragen over zich heen. Komt onze beroepsgroep niet in het gedrang? Ik specificeer het even naar het ambt van rabbijn. Naast vele andere eigenschappen, taken en vaardigheden, moet een rabbijn over encyclopedische kennis beschikken. Hij moet zijn gemeenteleden geheel in de specifieke traditie verder helpen bij vragen op het terrein van ‘goed godsdienstig en zedelijk gedrag’. De traditie is vaak zo veelzijdig dat er bijna dagelijks vragen optreden. Hij moet hiervoor bronnen aandragen die de mensen kunnen inspireren voor het goede te kiezen en het kwade na te laten.
De computer heeft – wanneer deze goed gevoed en geïnstrueerd is – een onmetelijk grote databasis waaruit getapt kan worden. De vraag doet zich voor of we niet langzaam moeten overschakelen op computergestuurde beantwoording van vragen, omdat het kennisreservoir van de computer nu eenmaal veel groter is geworden dan die van een mens.
Mensenwerk
De Thora formuleert het leren en het uitdragen van de Thora als puur mensenwerk (Deut. 6:7): “U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat“. Waarom is dit zo? Omdat alleen een mens met zijn persoonlijk spreken anderen kan enthousiasmeren. Doordat wij met elkaar communiceren, delen wij niet alleen informatie maar geven we de ander ook iets heel persoonlijks en eigens mee.
Wij moeten onze medemensen en leerlingen op G’ds wegen meenemen. Dat is onze levensopdracht uit de Thora. Dit noemen wij een mitswa, een gebod. Het woord mitswa betekent eigenlijk ’verbinding’. Alleen een mens kan een intens menselijke band aangaan met een ander mens en hem levenslang die geestelijke leiding geven, die zijn leven kan vervullen. En dat is veel meer dan alleen wat informatie overdragen.
Daad van geloof
AI, kunstmatige intelligentie, dreigt de wereld op zijn kop te zetten, maar ik laat mij niet uit het veld slaan. Een computerprogramma kan inderdaad veel kennis aanreiken en bijvoorbeeld als ondersteuning voor onze beslissingen dienen.
Maar uiteindelijk is het geven van religieuze beslissingen een daad van geloof, het leggen van een verbinding naar G’d, een zaak van intuïtie, Fingerspitzengefühl en het afwegen van allerlei godsdienstige gevoelens, wensen en overwegingen, die bij religieuze mensen in het achterhoofd spelen en meewegen in het uiteindelijke antwoord en de uitleg van het antwoord.
Geen lijntje naar Boven
De mens is uniek omdat hij of zij in het beeld van G’d geschapen is. Dat kunnen we van een computer en AI niet zeggen. Die is naar het beeld en denkvermogen van de mens geschapen. In het religieuze jargon bestaat er een begrip als ‘verbinding naar Boven’. Religieuze beslissingen zijn voor religieuze mensen op individueel maar ook op nationaal niveau uitermate belangrijk.
Wij nemen aan dat bij voor de religie belangrijke zaken altijd ‘een lijntje naar Boven’ is – als wij die actief zoeken – om ons in de goede richting te leiden. Die krijgen wij omdat onze ziel een stukje G’ddelijkheid in zich heeft. Via onze ziel zijn wij verbonden met het Opperwezen. Wij mogen erop vertrouwen, dat wij – als wij het goede in de ogen van G’d proberen te doen – hierbij ook ondersteund worden en het juiste antwoord vinden. Dit uit zich vaak in kleine dingen. G’ds leidende hand is nog immer actief als we er open voor staan.
Tussen mens en G’d
Ik herinner me nog goed hoe ik voor het eerst mijn rabbinale diploma kreeg. Na lange studie had ik het eindelijk gehaald. Ik vroeg mijn Rebbe: “Mag ik nu eindelijk zelfstandige beslissingen nemen in Amsterdam?”.
Mijn Rebbe was grootmoedig en stond het toe omdat hij wist dat ik alleen uit al bestaande antwoorden van grote geleerden zou putten. Maar eigenlijk mag je niet in de stad van je eigen rabbijn en mentor je eigen beslissingen geven. Dit gaat terug op de Talmoed (2000 jaar geleden; B.T. Eroevien 62b) en een bekend responsum (antwoord) van Rabbi Meir van Rottenburg (Duitsland, 13e eeuw).
De Talmoed verbiedt een leerling om in de stad van zijn rabbijn eigen beslissingen in religieuze zaken te nemen. Dit zou in strijd zijn met de verschuldigde eerbied aan je leraar.
De onvervangbare mens
Maar Rabbi Meir van Rottenburg maakt onderscheid tussen kant-en-klare antwoorden, die in vorige generaties al gegeven zijn, en nieuwe vragen, die natuurlijk met de regelmaat van de klok opkomen.
Voor die nieuwe vragen heb je expliciet de hulp van Boven nodig. Dat moet je overlaten aan je Rebbe, die jou alles geleerd heeft. Hij was jouw leraar en de Thora zegt dat je deze oorspronkelijke inspiratiebron, je leraar, moet hooghouden. Het is vergelijkbaar met de eerbied voor de ouders, die jou eens op deze wereld hebben gezet en je alles hebben bijgebracht.
Hetzelfde zouden we kunnen toepassen op de openingsvraag. Kan de robot de rabbijn vervangen? Als bron van al duidelijke religieuze kennis kan AI ons ondersteunen. Maar daar waar het aankomt op nieuwe situaties hebben we hulp van Boven nodig. En daar blijft de mens onvervangbaar. Alleen de mens heeft dit interne kompas richting het Opperwezen. Hierin is en blijft hij of zij uniek.