Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Jullie denken nog ‘oudtestamentisch’

Door Karel van der Plas - 

30 oktober 2025

Bijbel Unsplash

Foto: Unsplash

“Wat denk jij eigenlijk over Israël?” vroeg ik aan een bekende. De vraag kwam op tijdens een gesprek over mijn werk bij Christenen voor Israël. Toen hij aarzelend toegaf dat hij die organisatie niet goed begreep, vroeg ik door: wat denk jij – los van die organisatie – eigenlijk van Israël? Of beter nog: wat zegt de Bijbel volgens jou over Israël? Zijn antwoord was tegelijk triest én veelzeggend.

“God koppelen aan het conflict bemoeilijkt alleen maar de vrede. En bovendien: heeft Jezus niet alles vervuld? Bezig zijn met een fysiek volk en land is oudtestamentisch.” Ik viel even stil. Oudtestamentisch? Bezig zijn met Israël is ‘oudtestamentisch’? Het is een oeroude gedachte, mij niet onbekend, maar toch raakte het me in dat gesprek. Waarom? Omdat ik geloof dat dit beeld niet alleen Israël miskent, maar bovenal God tekortdoet. Laat ik enkele gedachten met u delen.

Geen jota en geen tittel

‘Oudtestamentisch’ is een hoogst ongelukkige term. Het eerste deel van Gods Woord is noch oud, noch afgedaan – laat staan vervangen door iets nieuws. Jezus zegt zelf dat geen jota of tittel voorbijgaat: geen komma en geen punt, alles blijft staan. Sterker nog, voor Jezus, de evangelisten en de apostelen was de heilige Schrift wat wij het ‘Oude Testament’ noemen. Toen de mensen van Berea (Handelingen 17) dagelijks de Schriften onderzochten om te zien of wat Paulus zei waar was, lazen ze niet in het Johannesevangelie of de brief aan Timotheüs – die moesten nog geschreven worden – maar in de enige heilige Schrift die er was: de Tenach. En niemand noemde dat denigrerend ‘oudtestamentisch’.

Op welke Bijbelse grond mogen wij talloze beloften, profetieën en inzettingen ineens anders interpreteren?

Primitief

“Maar,” zal men zeggen, “alles blijft inderdaad staan, alleen moet je het nu anders lezen.” Anders lezen? Op welke Bijbelse grond mogen wij talloze beloften, profetieën en inzettingen ineens anders interpreteren? Toch klinkt dat vaak door in de term ‘oudtestamentisch’. Daarmee wordt geïmpliceerd dat bepaalde onderdelen nu voorbij zijn of slechts geestelijk moeten worden verstaan. Het zijn vooral de zogenoemde oude, aardse ideeën – zoals de besnijdenis, de landbelofte, de tempel – die sinds Jezus’ komst niet langer letterlijk zouden gelden. Wie daar nog mee bezig is, zou ‘primitief’ zijn.

Daarbij gaat men echter voorbij aan het feit dat God zélf al die dingen instelt, en dat Hij het merendeel daarvan eeuwig noemt. Bovendien staan geestelijke waarheden niet los van aardse uitdrukkingen. De tempel, bijvoorbeeld, is niet slechts een aards gebouw, maar een geestelijk centrum: de plek waar God Zijn Naam heeft laten wonen. En ja, Salomo erkent dat God niet te vangen is in een gebouw (1 Koningen 8:27), maar het is toch God zelf die ervoor kiest dáár te wonen. Nergens in de Bijbel lezen we dat Hij zulke beloften later ‘anders bedoelde’.

Het gaat om je hart

“Maar,” zo volgt een andere tegenwerping, “het gaat uiteindelijk om je hart, niet om uiterlijke vormen.” Dat klopt – maar het is geen tegenstelling. De letterlijke besnijdenis, een eeuwige opdracht voor het Joodse volk, staat niet haaks op de ‘besnijdenis van het hart’. Want ook dat is geen nieuwtestamentische vondst: al in Deuteronomium klinkt de oproep om de voorhuid van het hart te besnijden (Deuteronomium 10:16). Het gaat altijd om de gezindheid van het hart, maar dat neemt de letterlijke opdracht niet weg. Zo is ook het Heilig Avondmaal een fysieke, aardse handeling, en toch begrijpt iedereen de diepe geestelijke betekenis ervan, zonder de uiterlijke vorm af te schaffen.

Tot op de dag van vandaag zijn we hier in de kerken mee besmet. Maar dat is niet wat de Bijbel leert.

Grieks denken

Veel van het spreken over ‘oudtestamentisch’ laat zien hoe diep het Griekse denken onze christelijke wereld heeft beïnvloed. De Griekse filosofen beschouwden de aarde en het lichaam als minderwaardig. Al vroeg werd de kerk beïnvloed door het neoplatonisme, dat leert dat boven ons – in de hemelse sfeer – het volmaakte is: daar bevindt zich ‘het Ware’ en ‘het Goede’. De aarde hier beneden is volgens dat denken laag en onvolmaakt, slechts een schaduw van het ware. Het geestelijke is hoger dan het aardse. Tot op de dag van vandaag zijn we hier in de kerken mee besmet. Maar dat is niet wat de Bijbel leert.

De aarde is goed

De Bijbel vertelt over een God die de aarde schiep en bij de mensen wil wonen. Hij geeft hun aardse richtlijnen over concrete, dagelijkse dingen. Hij belooft Abraham een aards land, geeft Israël een aardse koning. Jezus kwam naar de aarde, en aan het einde van de Bijbel zien we het nieuwe Jeruzalem neerdalen – niet opstijgen, maar neerdalen – op de aarde. God heeft de aarde gewild, gemaakt en goed genoemd. De aarde is niet minder, het fysieke is niet af te schrijven als slechts ‘uiterlijke dingen’, het zijn wezenlijke onderdelen die horen bij God en Zijn Woord. Daarom geloven wij dat wat God in het ‘Oude’ Testament beloofd heeft, blijvend is. Als Hij daar inzettingen geeft, houdt Hij zich eraan vast – letterlijk. We zien het in Israël letterlijk voor onze ogen gebeuren.

Bekijk ook deze twee interessante explainers! We leggen namelijk onder andere uit waarom het belangrijk is om achter Israël te staan op grond van de Bijbel.

Karel van der plas

De auteur

Karel van der Plas

Karel van der Plas is Hoofd Educatie bij Christenen voor Israël. Daarnaast is hij ook spreker. 



Doneren
Abonneren
Agenda