Sluiten

Zoeken.

Joodse studenten geven Ben & Jerry’s koekje van eigen deeg

Door Redactie cvi.nl - 

15 augustus 2022

2022 Website CVI

Vestiging van Ben & Jerry's in Vermont, Noord-Amerika. (Foto: Flickr.com)

Meer dan 1000 Israëlische universiteitsstudenten hebben het ijsbedrijf opgeroepen om het land waarop hun hoofdkantoor in Vermont is gevestigd terug te geven aan het Abenaki-volk dat daar vroeger woonde. In een brief die eerder deze week naar de voorzitter van Ben & Jerry's werd gestuurd, eisten ze dat het ijsbedrijf het "illegaal bezette" inheemse land waarop hun fabriek in Vermont staat, zou erkennen en het onmiddellijk zou ontruimen.

In de brief, geschreven namens "Studenten voor Gerechtigheid in Amerika", verklaarden de Israëlische universiteitsstudenten dat zij "zeer bezorgd waren over de bescherming van de mensenrechten en de onderdrukking van inheemse volkeren in Noord-Amerika". Ze legden uit dat hun "onderzoek heeft uitgewezen dat het land dat Ben & Jerry's exploiteert in Vermont, grondgebied is dat toebehoort aan het Abenaki volk.

"Dit land werd, zoals vele andere gebieden in Vermont, tijdens de vroegste verovering door Franse en Britse kolonialisten en vervolgens door het Amerikaanse leger, van de inheemse stammen afgenomen. De Abenaki hadden duizenden jaren onafgebroken op dit land geleefd vóór de invasie van de buitenlandse blanke handelaars en kolonisten. De Europese kolonialisten en de Amerikanen doodden opzettelijk het Abenaki volk door oorlogsvoering en de verspreiding van ziekten zoals pokken, tyfus en griep.

"Wij zijn tot de conclusie gekomen dat de bezetting van het land van de Abenaki door uw bedrijf illegaal is en wij zijn van mening dat dit volledig in tegenspraak is met de waarden die Ben & Jerry's beweert te handhaven," staat in de brief, waaraan toegevoegd wordt dat "ironisch genoeg, u in juli van het afgelopen jaar aankondigde dat u de verkoop van uw producten in Israël zou stopzetten, omdat u bezwaar maakt tegen de beweerde bezetting van Palestijnse gebieden door de Joodse Staat... Tegelijkertijd negeert u uw eigen bezetting van het land dat toebehoort aan de Abenaki."

Onder verwijzing naar de Verklaring van de Rechten van Inheemse Volken, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 2007, stelt de brief dat "Artikel 26 bepaalt dat: "Inheemse volkeren recht hebben op de gronden, gebieden en hulpbronnen die zij van oudsher bezitten, bezetten of anderszins gebruiken of hebben verkregen en hebben het recht om de gronden, gebieden en hulpbronnen die zij bezitten op grond van traditionele eigendom of andere traditionele bezetting of gebruik, alsmede die welke zij anderszins hebben verkregen, te bezitten, te gebruiken, te ontwikkelen en te controleren."

"Dienovereenkomstig," besluit de brief, "eisen wij, de Studenten voor Gerechtigheid in Amerika, dat Ben & Jerry's onmiddellijk de eigendommen in Vermont die het bedrijf bezet in South Burlington, Waterbury en Saint Albans ontruimt en ze teruggeeft aan het Abenaki volk. Uw bedrijf heeft geen recht op deze gestolen gebieden. Gerechtigheid, moraliteit en boycots zijn niet alleen maar slogans en antisemitische wapens waarmee uw levensmiddelenbedrijf de Joodse gemeenschap in Israël kan beschuldigen. Gerechtigheid en moraliteit moeten thuis beginnen."

"Wij zijn tot de conclusie gekomen dat de bezetting van het Abenaki-land door uw bedrijf illegaal is en wij geloven dat het volledig in strijd is met de waarden die Ben & Jerry's beweert te handhaven."

De brief aan Ben & Jerry's voorzitster Anuradha Mittal werd ondersteund door Shurat HaDin (Israel Law Center). Deze mensenrechtenorganisatie in Tel Aviv legt zich toe op het beschermen van de levens van de Joodse gemeenschap, het zoeken naar gerechtigheid voor de slachtoffers van terrorisme wereldwijd en het bestrijden van BDS-initiatieven.

In een verklaring over het initiatief zei Shurat HaDin-voorzitster Nitsana Darshan Leitner dat "Ben & Jerry's schaamteloze hypocrisie nu onthuld is door deze Israëlische studenten," eraan toevoegend dat het "een bedrijf is dat geleid wordt door een BDS-extremist, die het hele bedrijf gekaapt heeft en de 'kernwaarden' gemanipuleerd heeft om in haar eigen anti-Israëlische agenda te passen."

Ben & Jerry's boycot tegen Israël

Vorig jaar juli kondigde het in Vermont gevestigde ijsbedrijf aan dat het niet langer zou toestaan dat zijn producten verkocht zouden worden aan Israëli's op de Westelijke Jordaanoever. De boycot was in feite tegen geheel Israël gericht, omdat de Israëlische wet onderscheid op basis van locatie onmogelijk maakt. Die wet zou het Avi Zinger, eigenaar van de licentiehouder American Quality Products Ltd, niet hebben toegestaan zijn verkoop te beperken tot één kant van de Groene Lijn.

Na de aankondiging van Ben & Jerry's kwamen Joodse- en pro-Israëlorganisaties in actie. Ze protesteerden tegen het besluit en probeerden wettelijke manieren te vinden om het te omzeilen. Verschillende staten in Amerika die wetten hebben om de Boycot, Desinvestering en Sancties (BDS) beweging te ontmoedigen begonnen met het afsplitsen of stopzetten van de aankoop van producten van Unilever. Het ministerie van Buitenlandse Zaken van Israël is met Unilever in onderhandeling getreden. Verder is er ook een rechtszaak aangespannen bij de Amerikaanse arrondissementsrechtbank van New Jersey.

In juni van dit jaar kondigde Ben & Jerry's moederbedrijf Unilever aan dat ze een schikking hadden getroffen met de Israëlische licentiehouder van het ijsbedrijf, waardoor de boycot van het ijsbedrijf werd beëindigd.

"Er is geen plaats voor discriminatie in de commerciële verkoop van ijs," zei Zinger destijds. "BDS heeft verloren. Ik heb nu het recht om Ben & Jerry's te verkopen met gebruik van zijn Hebreeuwse en Arabische naam... voor altijd. Dit is een overwinning voor zij die samenwerking en co-existentie nastreven, en een klinkende nederlaag voor discriminatie."

Wie zijn de Abenaki?

De Abenaki zijn inheemse volkeren van de noordoostelijke bossen van Canada en de Verenigde Staten. Hun naam betekent "Volk van het Land van de Dageraad" in de taal van de Abenaki. Het thuisland van de Abenaki strekt zich uit over het grootste deel van wat nu noordelijk New England, zuidelijk Quebec, en de zuidelijke Canadese Maritimes zijn.

Vóór de Engelse koloniale nederzettingen in New England leefden de Abenaki stammen het grootste deel van het jaar in verspreide groepen van uitgebreide families, die in het voorjaar en de zomer samenkwamen in seizoensdorpen bij rivieren of ergens langs de zeekust om te planten en te vissen. Tijdens de winter leefden zij echter in kleine groepen verder landinwaarts.

Zoals vermeld in de brief die SJA naar Ben & Jerry's stuurde, werden de Abenaki het slachtoffer van het Europese kolonialisme en hun opzettelijke verspreiding van ziektes onder inheemse stammen. Geschat wordt dat voor de komst van de Europeanen naar hun land, de Abenaki stam 40.000 mensen telde.

In de 16e eeuw leidde contact met Europese vissers echter tot twee grote epidemieën die grote aantallen van hun stammen uitroeiden. Door oorlog, nog meer epidemieën en conflicten met koloniale troepen werden nog eens duizenden van hun mensen uitgeroeid en aan het eind van de Amerikaanse Revolutie in 1791 telde het Abenaki volk minder dan 1.000 mensen.

Vandaag de dag leven er nog ongeveer 9.775 Abenaki in Quebec, Canada, en ongeveer 2.600 in de Verenigde Staten, voornamelijk in Vermont, New Hampshire en Maine.

In Vermont, waar Ben & Jerry's gevestigd is, worden de Abenaki beschouwd als een door de staat erkende stam. Hierdoor kunnen leden bepaalde studiebeursfondsen aanvragen die voorbehouden zijn voor inheemse Amerikanen. Leden kunnen kunstwerken op de markt brengen als zijnde Amerikaans-Indiaans of inheems-Amerikaans vervaardigd volgens de '1990 Indian Arts and Crafts Act'.

Het oorspronkelijke artikel vindt u in The Jerusalem Post.

Favicon CVI

De auteur

Redactie cvi.nl

Doneren
Abonneren
Agenda