Sluiten

Zoeken.

De priesterzegen bij de Klaagmuur

Door Rabbijn mr. drs. R. Evers - 

9 juni 2022

Priesterlijke zegen Birkat Kohanim

Ter illustratie: Joodse priesters (kohaniem) bij de Klaagmuur. Foto: Yonatan Sindel/Flash90

We vierden afgelopen zondag Sjawoe’ot, het feest van het ontvangen van de Thora. Velen bidden op deze speciale feestdag bij de Kotel, de Klaagmuur. Het meest indrukwekkend vind ik daar persoonlijk altijd de priesterzegen, die hierbij verschillende malen wordt uitgesproken. De kohaniem (priesters) zijn afstammelingen van Aäron, de hogepriester en broer van Mozes.

Wat is deze priesterzegen?

De priesterzegen staat in de Thora beschreven in het zesde hoofdstuk van het boek Numeri. De letterlijke Thoratekst luidt: ‘En G’d sprak tot Mozes: Spreek tot Aäron en zijn zonen en zeg: Zo moet u de Israëlieten zegenen, door tegen hen te zeggen: G’d zegene u en behoede u! G’d doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig! G’d verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede! Zo moeten zij Mijn Naam op de Israëlieten leggen; en Ík zal hen zegenen.’ (6:22-27).

De kohaniem, de priesters, dragen allen hun ‘talliet’, hun gebedskleed, over hun hoofd en bedekken daarmee zowel hun gezicht als hun handen. Traditioneel wordt dit zo gedaan zodat wij als toeschouwers en niet-kohaniem de handen van de kohaniem niet kunnen zien. We nemen aan dat de G’ddelijke aanwezigheid op de handen van de kohaniem rust tijdens het zegenen. Dit moet haast wel zo zijn, want zo staat het in de Thora: ‘en Ík zal hen zegenen.’ G’d verklaart dat Hij de Israëlieten door middel van de kohaniem zegent. Dit betekent dat G’d bij de kohaniem staat om ons te zegenen. Wij willen en mogen de G’ddelijke aanwezigheid niet aanschouwen. Daarom hullen de vaak duizenden kohaniem op het plein voor de Klaagmuur zich in hun gebedskleden.

Zegenen is een plicht

De priesterzegen uitspreken is een plicht uit de Thora. De vraag is dan: kan een koheen (priester), wanneer hij bij de gebeden aanwezig is, zich hieraan onttrekken? Mogen zij weigeren het volk te zegenen? Als een koheen om een bepaalde reden niet mee wil doen met zegenen, dan moet hij de synagoge of het plein voor de Kotel verlaten.

De Talmoed vermeldt dat een koheen die zijn handen niet gewassen heeft, de priesterzegen niet mag uitspreken. Velen vragen of het handen wassen na het opstaan ook mee kan tellen. Volgens sommige meningen kan dit, maar voor de zekerheid wassen de kohaniem hun handen in het voorportaal van de synagoge nog een keer. De levie'iem (Levieten) moeten het water uitgieten over de handen van de kohaniem. De kohaniem moeten hun handen wassen tot de pols.

Aan het begin van Numeri lezen wij over de uitverkiezing van de Levieten, die onder toezicht van de kohaniem dienstdeden in de Tempel. Als er geen Levieten aanwezig zijn, dan wordt het handen wassen gedaan door de eerstgeborenen. Het handen wassen gebeurt met behulp van een speciale beker. Al deze riten herinneren ons aan de tijd van de Tempel, toen de Levieten en kohaniem daar de dienst deden.

De priesterzegen

De Thora benadrukt dat de kohaniem met hun gezicht naar de mensen staan. De priesters heffen hun handen tegenover hun schouders op. De rechterhand moet iets hoger gehouden worden dan de linker. De handen worden zo gepositioneerd, dat er vijf gaten tussen de tien vingers ontstaan. Bij de priesterzegen moeten allen staan, zowel de kohaniem als de Israëlieten. De priesters moeten allen dezelfde melodie zingen en mogen niet ieder voor zich een eigen wijs zingen. Dit is verboden, omdat we bang zijn dat sommige priesters hierdoor in de war zullen raken.

De inhoud van de priesterzegen wordt door de voorganger voorgezegd. De kohaniem spreken de woorden woord voor woord na. De priesterzegen wordt in het Hebreeuws gereciteerd. Dit staat in de Thora: “Zo moeten jullie de Israëlieten zegenen”. Een priester moet de exacte bewoording van de Thora volgen en geen eigen zegeningen toevoegen aan de voorgeschreven drie zegenende zinnen uit de Thora. Hij mag ook niets weglaten, zelfs geen woord. Het is echter wel toegestaan om meerdere keren op een en dezelfde dag de priesterzegen uit te spreken.

De priesterzegen uit Numeri wordt woord voor woord gereciteerd.

Tijdens de priesterzegen mogen de priesters niet om zich heen kijken en moeten zij hun ogen naar beneden richten. De Israëlieten moeten ervoor zorgen dat ze voor de priesters staan. Strikt gezien heeft het de voorkeur als men volledig zwijgt tijdens de priesterzegen. Toch spreken sommigen tijdens de priesterzegen verschillende gebeden uit. Dit is geoorloofd, maar niet op het moment dat de woorden van de priesterzegen worden uitgesproken.

Verklaring van goed gedrag?

Rabbi Joseef Karo (1488-1575) stelt dat een koheen die iemand gedood heeft, de priesterzegen niet meer mag uitspreken. Dit geldt ook bij een dodelijk auto-ongeluk, waar men niets aan kan doen, zelfs als men er veel verdriet en spijt van heeft. Rabbi Mozes Isserles meent echter dat wanneer de overtreder de dood per ongeluk veroorzaakte en spijt heeft, hij de priesterzegen kan uitspreken. Bij verkeersongelukken is er doorgaans geen opzet. Als de koheen spijt heeft, mag hij zegenen. Waarom? Omdat de kohaniem het volk niet zelf zegenen, maar alleen G'd. De priesterzegen wordt namens het Opperwezen uitgesproken.

Als men alcohol heeft gedronken, dan mag men in het algemeen geen religieuze functies uitvoeren. Om deze reden spreken wij de priesterzegen nooit bij het middaggebed uit. Onze Wijzen vreesden dat men 's middags bij het eten ook wat sterke drank zou nuttigen. Bij het middaggebed zou men dan niet meer geheel nuchter zijn. Misschien kwam dit niet altijd overal voor maar het gebeurde in sommige landen wel regelmatig. Om deze reden mogen we de priesterzegen ’s middags niet meer zeggen.

Rabbijn-mr.-drs.-R.-Evers_avatar-90x90 (1)

De auteur

Rabbijn mr. drs. R. Evers

Rabbijn R. Evers was opperrabbijn in Dusseldorf. Hij maakte in de zomer van 2021 met zijn vrouw alija naar Israël. 

Doneren
Abonneren
Agenda