Sluiten

Zoeken.

De geschiedenis van het Israëlische volkslied

Door Petra van der Zande - 

21 mei 2021

Blog Petra

Naftali Herz Imber is de schrijver van het volkslied.

“Ik zal een omkeer brengen in de gevangenschap van Mijn volk Israël. Zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, zij zullen wijngaarden planten en de wijn ervan drinken, zij zullen tuinen aanleggen en de vrucht ervan eten. Ik zal hen in hun land planten, en zij zullen nooit meer weggerukt worden uit hun land, dat Ik aan hen gegeven heb, zegt de HEERE, uw God.” - Amos 9:14,15 (HSV)

Op een goede dag in 1882 sloot Naftali Herz Imber zijn marktstalletje in Istanboel met lucifers, bedeltjes en amuletten voor een bezoek aan Sir Laurence Oliphant. Hij vertelde het Britse parlementslid dat het Joodse volk geen Engelse toestemming nodig had om naar hun voorouderlijke thuisland terug te keren. Hij stelde voor dat het een goed idee zou zijn om er zelf eens een kijkje te gaan nemen. Datzelfde jaar reisde het echtpaar Oliphant met Naftali naar Haifa in Ottomaans Palestina. De familie Oliphant, die christelijke zionisten waren nog voordat de term bestond, genoten van de heilige plaatsen. Tijdens deze reis werd een plan geboren om de Joden te laten terugkeren naar hun thuisland. Ook zou dit de komst van de Messias bespoedigen.

In Palestina zocht Naftali naar weldoeners bij wie hij zijn dagen kon doorbrengen. Het inspireerde hem om “Tikwatenoe”- “Onze Hoop” te componeren, een gedicht dat de essentie van het zionistische verlangen vastlegde. Hoogstwaarschijnlijk schreef Naftali het lied, dat gebaseerd was op “Der Deutsche Rhein” en waarvan elk couplet met de woorden “Zo lang als…” begon, in het Roemeense Iași. Het uit tien coupletten bestaande “Tikwatenoe” voltooide hij in 1884 in Jeruzalem. Later ingekort tot twee strofen, werd bepaalde tekst passend gemaakt voor Joden die terugkeerden naar hun thuisland.

Het gedicht van Imber legde de essentie van het zionistische verlangen vast.

Dr. Y.L. Matmon-Cohen, de oprichter van het Herzlia Hebreeuwse Gymnasium, veranderde “de eeuwenoude hoop” in “de tweeduizend jaar oude hoop”; “De terugkeer naar het land van onze vaderen, de stad waar David woonde” werd vervangen door “om een vrij volk in ons land te zijn, het land van Sion en Jeruzalem.” De uiteindelijke versie van het lied kreeg de naam “haTikwa”. In 1886 componeerde de agrariër Samuel Cohen de muziek voor Imbers lied van verlangen.

Drie jaar later kozen landbouwers van de Joodse nederzetting Risjon leZion “Tikwatenoe” als hun protestlied tegen de bureaucraten van Baron de Rotschild. Het was de eerste keer dat Imber zijn compositie hoorde, omdat hij op dat moment aan het dineren was met diezelfde bureaucraten. Het lied raakte een snaar in het hart van de zionistische beweging; Imber echter trok verder – eerst naar Engeland en van daaruit naar New York.

Op zijn sterfbed werd Naftali gevraagd de oorspronkelijke eerste twee coupletten van zijn gedicht op te schrijven. In 1936 werd het op ziekenhuispapier geschreven manuscript opgestuurd naar de Israëlische Nationale Bibliotheek in Jeruzalem, waar het voor altijd bewaard blijft.

Luister naar deze prachtige versie van het Israëlische volkslied!

Petra-van-der-Zande_avatar-90x90

De auteur

Petra van der Zande

Petra van der Zande woont sinds 1989 in Jeruzalem. Samen met haar man zorgde zij 21 jaar lang voor vier meervoudig gehandicapte Israëlische pleegkinderen. Nu is zij onder andere actief...

Doneren
Abonneren
Agenda