Dagboek: Van herdenking naar herdenking
Door Opperrabbijn Binyomin Jacobs -
11 november 2025
Het waren wel een beetje enerverende dagen met, door eigen schuld, een te volle agenda. Nog nauwelijks bijgekomen van Krakau en Auschwitz-Birkenau, zat ik woensdagochtend om 5:45 uur alweer in een taxi naar Schiphol. Die reis liep niet geheel zoals ik wenste, want na een half uur bemerkte ik dat ik mijn laptop niet had meegenomen. Snel schakelen (in mijn hoofd en niet in de auto) leerde mij dat ik het best het taxibedrijf, dat mij inmiddels al vele jaren kent, kon bellen en hen verzoeken mijn laptop thuis af te halen en naar Schiphol te brengen. Aldus geschiedde en nog geen half uur na mijn aankomst op Schiphol was ik al verrijkt met mijn laptop en een taxirit armer.
Kortstondig had ik nog gedacht om dan maar een dag zonder te zijn, maar gezien de vlucht naar Cyprus voorzien is van een overstap van enige uren en ik ook mijn vluchten probeer zo nuttig mogelijk te gebruiken en bereikbaarheid van belang is voor een rabbijn, zou ik zonder laptop zeker een gevoel van plichtsverzuim hebben gekregen.
Op Cyprus zou ik drie gioer-kandidaten (gioer betekent de overgang naar het Jodendom) bezoeken waarvan de lokale rabbijn overtuigd is dat hun toetreden kan worden geregeld. Maar omdat hij niet in z’n eentje die beslissing durfde te nemen, had hij mij verzocht om mee te denken. Los hiervan had hij nog een paar mensen waarvan hun Jood-zijn moeilijk bewijsbaar is en ook daar mocht ik met hem meedenken en hem helpen een beslissing te nemen. Ik werd keurig afgehaald en om 17:00 uur reden we naar de eerste kandidaat die een uur van het vliegveld woonde. Van die kandidaat werd ik naar de tweede gereden… enfin om 00:45 uur kwam ik aan in mijn hotel waar in de koelkast mijn maaltijd klaarstond. Volgende dag een ontmoeting van 7:00 uur, sjoeldienst om 8:00 uur, na afloop ontbijt en een sjioer (lezing) voor een kleine tachtig Cypriaanse gemeenteleden, om 11:00 uur vliegveld en ’s avonds weer terug op Nederlandse bodem.
'Het koffer-project'
En toen, na een gezellige Sjabbat met leuke gasten uit het Rotterdamse, kwam gisteren de Kristallnachtherdenking, ik bedoel: de Kristallnachtherdenkingen, meervoud. Eerst was ik in Arnhem waar bij het Joodse monument ter nagedachtenis aan de 1497 Arnhemse Joden die niet waren teruggekeerd (vermoord dus) de jaarlijkse herdenking werd gehouden. Omdat het duidelijke en indrukwekkende monument onder andere bestaat uit een koffer, heet het project voor de Arnhemse scholen ‘het koffer-project’. Ieder jaar besteedt een andere school aandacht aan de moord op de Arnhemse Joden en levert een bijdrage aan de herdenking. De rector van de school die het afgelopen jaar aan het koffer-project had deelgenomen, hield een indrukwekkend betoog. Eén grote onderbouwde waarschuwing.
Mijn vriend burgemeester Marcouch zei onder andere: “Een herdenking is een eerbetoon. Maar het is méér. Door te herdenken bouwen we vandaag een brug tussen verleden en toekomst. We herinneren ons niet alleen Joodse Arnhemmers, maar ook de omstandigheden waarin zij vermoord werden. We herinneren ons de jacht die op hen werd gemaakt. We herinneren ons de ideologie die de basis vormde van die jacht. We herinneren ons de haat die de kern van die ideologie was. En we beseffen wat ons nu te doen staat. Want ook nu zien we verontrustende signalen. Antisemitisme is opgelaaid, met angst en onrust in Joodse gemeenschappen tot gevolg. Het wordt wel eens een lichte slaper genoemd. Die slaper ontwaakt al snel in een klimaat van giftige polarisatie. Van verdachtmakingen en bedreigingen, van haat en zondebok-denken. Van racisme en discriminatie. Van populisme en aanvallen op de democratische rechtsstaat. Van al deze ontwikkelingen zijn we momenteel getuige. Maar die ontwikkelingen zijn niet autonoom. We kunnen ze overwinnen. Door een samenleving te bouwen waarin verdraagzaamheid sterker is dan haat.”
Marcouch en ik gaan binnenkort kijken wat we samen, hij een moslim en ik een Jood, kunnen betekenen voor de brede gemeenschap. Ik heb uiteraard ook gesproken over het opkomend antisemitisme dat als een muterend virus altijd aanwezig is, maar in een andere gedaante. Heden heet het antisemitisme antizionisme, een andere naam voor dezelfde slopende ziekte die begint bij de Joden, maar uiteindelijk een veel breder bereik krijgt. Ja, in de Tweede Wereldoorlog zijn zes miljoen Joden vermoord, maar in totaal kwamen meer dan vierenvijftig miljoen mensen om. Intolerantie, polarisatie, antisemitisme, het zijn bijna synoniemen.
Het antisemitisme ligt echt niet meer op de loer, het is er al vele jaren en is volkomen salonfähig.
Herdenkingen
Vanuit Arnhem naar Almelo (bijna) gevlogen. We waren aan de late kant en ik mocht om 13:00 uur met de burgemeester, die nog maar anderhalf jaar de ambtsketen droeg, voor het monument ter nagedachtenis aan de Almelose Joden een verzameling Stolpersteine inwijden. Voor de huizen van 22 Joodse Almelose burgers konden geen Stolpersteine worden gelegd, omdat er van hun huizen niets meer over was. En dus kregen die overgebleven monumentjes als het ware een ereplaats aan de voet van het bestaande monument en vormden ze samen het Hebreeuwse woord Chaj, dat ‘leven’ betekent. Na de onthulling, die ik nog net wist te halen door af en toe niet op de snelheidsmeter van de auto te kijken en te vertrouwen op het reisgebed dat ik had uitgesproken, stond het stadhuis klaar voor een ontvangst en een indrukwekkend programma. Een perfecte toespraak van de jonge burgervader, bij het monument nog een indrukwekkende geschiedenisles van een historicus, een zanger die met gitaar op knappe wijze het verleden liet leven en de namen die werden opgelezen.
En toen moest ik helaas weg, want om 16:45 uur werd ik in de Portugese Synagoge te Amsterdam verwacht voor de nationale Kristallnachtherdenking. Mijn rol was om daar aanwezig te zijn en te luisteren naar goede toespraken, waaronder die van een Duitse minister. Dat deed me herinneren aan de kranslegging op 4 mei op het ereveld in Loenen: de Duitse ambassadeur en de Joodse rabbijn. De Duitsers van nu, zijn niet de Duitsers van toen.
En terwijl ik van oost naar west reed, vond er in Leeuwarden, waar ik met Chanoeka weer hoop te zijn, ook een herdenking plaats, zo las ik in de Leeuwarder Courant: Leeuwarden – Meer dan vijfhonderd mensen kwamen zondag 9 november samen op het plein bij de Joodse school in Leeuwarden voor de herdenking van de Kristallnacht. De belangstelling was zo groot dat het plein te klein bleek om alle bezoekers te ontvangen – tot in de zijstraatjes stonden mensen om samen stil te staan bij de nacht van 1938, waarin in Duitsland en Oostenrijk synagogen, winkels en huizen van Joodse mensen werden vernield. De herdenking vond plaats bij de drie monumenten die herinneren aan de 546 Joodse inwoners van Leeuwarden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. De indrukwekkende opkomst maakte diepe indruk. Velen spraken na afloop over het gevoel van eenheid en solidariteit: “De Friezen staan om de Joodse gemeenschap heen,” was de treffende gedachte die de avond samenvatte.
Maar ondanks de lokale warmte en solidariteit, is er meer dan alertheid geboden, want het antisemitisme ligt echt niet meer op de loer, het is er al vele jaren en is volkomen salonfähig.