Namens Christians for Israel USA, de Amerikaanse tak van Christenen voor Israël, en Christian Friends of Israeli Communities heeft het National Jewish Advocacy Center (NJAC) op 8 september 2025 een rechtszaak aangespannen bij de Amerikaanse federale districtsrechtbank in Colorado. In de rechtszaak wordt Albanese beschuldigd van laster, smaad en onrechtmatige bemoeienis, naar aanleiding van een reeks openbare verklaringen en rapporten waarin zij de stichtingen beschuldigde van oorlogsmisdaden en andere gruwelijke daden – beweringen die volgens de eisers volkomen ongegrond zijn.

In de klacht wordt een kwaadwillige campagne van Albanese beschreven, die ondanks expliciete waarschuwingen van Christenen voor Israël en het Amerikaanse ministerie van Justitie, doorging met het publiceren van opruiende beschuldigingen. In een brief van 24 april 2025 beweert Albanese dat de organisaties zich schuldig hadden gemaakt aan 'grove schendingen van de mensenrechten', waaronder apartheid, misdrijven van agressie en opzettelijke moord.

Deze escalatie volgt een patroon sinds de benoeming van Albanese in 2022. In haar rapporten heeft zij herhaaldelijk de legitimiteit van Israël aangevallen, door het te omschrijven als een “koloniale entiteit” en organisaties als Christenen voor Israël en afdelingen van Christians for Israel International te beschuldigen van het mogelijk maken van de verdrijving van Palestijnen door middel van humanitaire hulp in Judea en Samaria. Ze beweerde dat de steun van Christenen voor Israël voor voedselhulp, noodhuisvesting en zorg voor kwetsbare groepen een schending van het internationaal recht en mogelijk oorlogsmisdaden vormt – ondanks onafhankelijke deskundigenrapporten die bevestigen dat geen van de donaties werd gebruikt om geweld of landroof te ondersteunen.

Christenen voor Israël stuurde in mei 2025 een formeel verzoek om bewijs naar Albanese, maar kreeg geen antwoord.

“Als een racistische antisemiet een machtspositie verwerft en vervolgens misbruik maakt van het publieke platform waarover zij beschikt om leugens te verspreiden over religieuze organisaties vanwege hun medeleven met en bondgenootschap met het Joodse volk en de Joodse staat Israël, kan en moet zij aansprakelijk worden gesteld voor laster”, aldus Rachel Sebbag, procesadvocaat van NJAC.

“De vervolging van Israël, het Joodse volk en hun aanhangers is niet nieuw”, voegde Willem Griffioen, voorzitter van Christians for Israel International en Christians for Israel USA, hieraan toe. “Albaneses doel is om onze liefde en steun voor Israël te ondermijnen, en daarbij schendt ze onze vrijheden. We zullen niet zwijgen.”

In de klacht staat beschreven dat Albanese “de reputatie en het economische welzijn van de eisers wilde vernietigen” door middel van een lastercampagne die werd aangewakkerd door ideologische vijandigheid jegens Israël en zijn aanhangers. Haar retoriek heeft geleid tot bedreigingen tegen medewerkers, het vandaliseren van kantoren in Europa en politieke druk om de charitatieve status van de groepen in te trekken.

“Sommige van de meest verachtelijke antisemieten en terrorisme-aanhangers hebben geprobeerd zich te verschuilen achter de vlag van de VN om zich te onttrekken aan hun verantwoordelijkheid”, aldus Eugene Kontorovich, professor aan de Scalia Law School van George Mason University en senior onderzoeker bij de Heritage Foundation, die het juridische team adviseerde. “Maar zoals UNRWA onlangs ontdekte, is de automatische immuniteit voorbij. De regering-Trump heeft Albanese op prijzenswaardige wijze sancties opgelegd, maar de Amerikaanse burgers die zij schade heeft berokkend, verdienen rechtstreekse gerechtigheid.”

“Onze missie is eenvoudig: christenen in contact brengen met Joodse gemeenschappen in Israël en relaties bevorderen”, aldus Kimberly Troup, directeur van het Amerikaanse kantoor van Christian Friends of Israeli Communities. “De lastercampagne van Francesca Albanese heeft ons werk, onze medewerkers en onze donateurs in groot gevaar gebracht. We zullen ons niet door leugens en antisemitisme het zwijgen laten opleggen.”

De Engelstalige versie van dit artikel verscheen eerder op de website van Christians for Israel International.