Brandterreur in Judea en oplopende spanningen in Noord-Israël
Door Yochanan Visser -
2 mei 2025
Het was gisteren, donderdag 1 mei, Onafhankelijkheidsdag (Jom Ha’atsmaoet) in Israël. Maar de meest uitbundige feestdag op de kalender veranderde dit jaar in een tragedie. Het overgrote deel van de geplande feestelijkheden werd afgelast.
Nijpende situatie
Evacuaties
Vroeg in de middag, tijdens de jaarlijkse dodenherdenking (Jom Hazikaron) die altijd voorafgaat aan Onafhankelijksheidsdag, ontstonden in de bergen van Judea meerdere branden. Deze vuurhaarden groeiden al snel uit tot een inferno.
De branden werden aangewakkerd door een harde en droge oostelijke wind, die gepaard ging met een zogenaamde Sharaf (Cham Sien in het Arabisch), een hittegolf die het bluswerk vrijwel onmogelijk maakte. Toen de steeds verder uitbreidende vuurzee woonwijken van dorpen en steden begon te bedreigen en het gebruik van de snelwegen onmogelijk werd, riep de regering in Jeruzalem de noodtoestand uit.
Op het hoogtepunt van de branden begonnen hulpverleners met het evacueren van automobilisten die vastzaten op de snelwegen en werden bedreigd door het enorme vuur. Ook werden enkele wooncentra in het centrum van Israël ontruimd. Zelfs het Hadassah ziekenhuis in Ein Kerem, nabij Jeruzalem, begon rekening te houden met een evacuatie. Uit voorzorg stuurde het ziekenhuis patiënten die al aan de betere hand waren naar huis.
Hulp gevraagd
Op dit punt begon de Israëlische regering hulp te vragen aan Europese landen, en later ook aan de Verenigde Staten en het bevriende Argentinië. Het eerste land dat beloofde zo spoedig mogelijk hulpteams en blusvliegtuigen te sturen was Cyprus, dat enige tijd later werd gevolgd door Griekenland, Kroatië en Italië. Griekenland beloofde zelfs de zogenaamde Supertanker, een omgebouwde Boeing 747, te sturen, maar dit grootste blusvliegtuig ter wereld is tot nu toe nog niet in Israël gearriveerd.
Tegen de avond werd de situatie nog nijpender, doordat ook op andere plekken in Israël tal van branden uitbraken. Toen werd ook steeds duidelijker dat de branden het werk waren van pyromanen. Het televisiestation Arutz 14 meldde dat er in het inmiddels volledig verbrande Canada park, tussen de stad Modi’in en Latrun, duidelijke aanwijzingen waren voor brandstichting. De branden in dit populaire bos ontstonden op meerdere plaatsen vrijwel tegelijkertijd, iets wat bij branden die op natuurlijke wijze of door een weggeworpen sigaret ontstaan, vrijwel nooit voorkomt.
Brandterreur
Arrestaties
Vroeg in de avond arresteerde de politie drie Arabische verdachten in het centrum van Israël. Ten minste één van hen werd op heterdaad betrapt toen hij brand stichtte in een veld in Oost-Jeruzalem. Dit gebeurde nadat op Arabische sociale media in Israël posters werden geplaatst met oproepen om overal in het “bezette land” brand te stichten, met name in de buurt van huizen van “kolonisten”.
Vanaf dat moment begonnen de autoriteiten te spreken van "brandterreur". Ze publiceerden een kaart van Israël waarop te zien was dat er op tal van plaatsen, van het noorden tot het zuiden, branden woedden. Op dit punt werd ook het Israëlische leger ingeschakeld. Vijf omgebouwde Hercules-vrachtvliegtuigen werden ingezet om te helpen bij het blussen. Daarnaast werden brandweerteams van luchtmachtbases ingezet en ook de Shin Bet, de interne Israëlische inlichtingen- en veiligheidsdienst, werd ingezet. Dit laatste was een duidelijk bewijs dat de autoriteiten de massale branden inmiddels als een daad van terreur beschouwden.
Oproep tot geweld
Hamas in Gaza voegde zich vervolgens bij het koor dat Arabieren opriep om overal in Israël branden te stichten. De terreurorganisatie postte een bericht op haar Telegram-kanaal waarin lezers werden opgeroepen om “alles wat mogelijk is te verbranden: velden, bossen en huizen van kolonisten” in heel Israël. “Gaza wacht op jullie wraak,” schreef Hamas. Tegelijkertijd riep het Jenin News Network de Arabische jeugd in Judea en Samaria op om “een onsterfelijke vlam van vrijheid” te worden en “de nacht van hen (Israëli’s) in een vurige dag te veranderen”.
“Blaas de nachtmerries van de bezetting nieuw leven in, zodat zij zich het iedere dag in de strijd van het verzet zullen herinneren,” schreef de groep. Daarbij voegden ze toe dat ze zich nooit zouden overgeven en dat iedere centimeter van het gestolen land verbrand zou worden.
Gistermiddag werd bekend dat de politie inmiddels achttien verdachten van brandstichting had gearresteerd.
Enorme schade
Gisteren waren 163 brandweerkorpsen nog altijd bezig om de branden te blussen, met behulp van meer dan twintig blusvliegtuigen. Zij werden daarbij geholpen door inlichtingeneenheden van het Israëlische leger en de luchtmacht, die vanuit de lucht de situatie in het veld registreerden en nieuwe brandstichtingen opspoorden.
Deze grootste brand in de geschiedenis van Israël heeft inmiddels al twintig vierkante kilometer bos- en natuurgebied verwoest. De schade wordt geschat op een miljard sjekel. Volgens de hulpdiensten zijn de branden inmiddels onder controle. Ook de snelwegen zijn alweer open voor verkeer en een deel van de geëvacueerde burgers is teruggekeerd naar hun woningen.
-75890.jpg?width=0&format=jpeg&signature=e39dfea6c2d0aa6b84de31535e8cc8e3b10051cf)
Israëlische Druzen zijn erg begaan met het lot van Syrische Druzen. Vorige week konden ze elkaar sinds lange tijd weer ontmoeten. | Foto: Jamal Awad/Flash90
Ander nieuws over de oorlog
Toenemend geweld in Syrië
Terwijl in Israël werd gevochten tegen de golf van branden, kwam de Israëlische luchtmacht in actie in Syrië. Dit gebeurde nadat Druzen in Galilea demonstraties hielden tegen het geweld dat hun broeders in Syrië trof, waar de situatie opnieuw dreigt af te glijden naar een burgeroorlog.
Het nieuwe geweld tegen minderheden door soennitische moslims begon op 28 april, toen gewapende aanhangers van het regime van Ahmad al-Sharaa het vuur openden bij een wegversperring. Die wegversperring beschermde het gemengde christelijke Druzische dorp Jaramana, ten zuiden van Damascus, tegen aanvallen door soennieten. Bij de schietpartij kwamen vervolgens zeven Druzen om het leven.
De aanval leidde tot een oproep van sjeik Mowafaq Tarif, een leider van de Druzische gemeenschap in Israël. Hij riep de regering in Jeruzalem op om haar woord te houden en in actie te komen tegen de aanvallers, die beweerden dat een sjeik in Jaramana de profeet Mohammed had beledigd.
Israëlische luchtmacht in actie
Premier Netanyahu gaf daarop het leger opdracht om posities van soennieten in het zuiden van Syrië aan te vallen, en om gewonde Druzen uit Syrië over te brengen naar het Ziv ziekenhuis in Tzefat. De luchtmacht bombardeerde vervolgens vijf doelen in Syrië. Later werden nieuwe schietpartijen gemeld in Daraa, dat vlak bij de Golanhoogvlakte in Israël ligt.
In Syrië lijken de pogingen van al-Sharaa om de verschillende etnische groeperingen op een lijn te krijgen te mislukken. De Koerden in het oosten van Syrië, die eerder een akkoord sloten met de nieuwe Syrische leider over toetreding tot de nationale veiligheidsdiensten, lijken nu terug te komen op die beslissing. Ook de Druzen zien hun wantrouwen tegen de voormalige leider van de extremistische militie Hayat Tahrir al-Sham bevestigd en beginnen zich te bewapenen.
In Israël probeerden Druzen woensdagavond de grens met Syrië over te steken om hun broeders te hulp te schieten, maar zij werden tegengehouden door Israëlische soldaten.
Gisteravond kwamen de Druzen in Israël opnieuw in actie en blokkeerden wegen in het noorden van het land. Ook dreigden Druzische IDF-reservisten met acties in Syrië zelf, in een brief aan premier Netanyahu.
Als reactie hierop bombardeerde de Israëlische luchtmacht een doelwit in de buurt van het paleis van al-Sharaa, nadat de regering in Jeruzalem opnieuw had benadrukt dat het geweld tegen de Druzen moest stoppen.
Eenheden van al-Sharaa’s leger blijven echter oprukken naar Suweida, het Druzische bolwerk in het zuiden van Syrië. Een Israëlische grondoperatie lijkt niet langer uitgesloten om de Druzische gemeenschap daar te beschermen.
Oplopende spanningen met Hezbollah
In het algemeen lopen de spanningen in Noord-Israël opnieuw op, na een periode van betrekkelijke rust.
Op donderdag meldden zowel Libanese als Israëlische media dat het Israëlische leger zich voorbereidt op nieuwe grondoperaties in Libanon om Hezbollah definitief uit te schakelen. Bijna dagelijks zijn er incidenten waarbij het leger pogingen van Hezbollah verijdelt om zich opnieuw te vestigen in het grensgebied met Israël.
Het Libanese leger beweerde donderdag dat het inmiddels negentig procent van het gebied ten zuiden van de Litani-rivier in handen had gekregen. In Israël werd deze mededeling echter afgedaan als propaganda en als een poging om een nieuwe grondoperatie van het Israëlische leger in Libanon te voorkomen.