Beth Juliana: Nederlandse verzorging en gezelligheid in Israël
Door Joanne Nihom -
15 oktober 2021
‘Goedemorgen’, klinkt het vrolijk. Het is 8 uur ’s morgens. Voor de bewoners staat het ontbijt klaar. Langzaam komen ze aanlopen.
Beth Juliana
De afgelopen maanden kom ik regelmatig in Beth Juliana, een huis voor ouderen in Herzlia, gelegen in het midden van Israël. Het is een thuis voor (oud) Nederlanders. Het merendeel van de bewoners komt oorspronkelijk uit Nederland, maar ook andere nationaliteiten zijn welkom. Dat het een echt thuis is, is te zien aan de inrichting. Overal hangen schilderijen, staan zitjes en het oogt allesbehalve als een bejaardentehuis.
Aankondigingen, zoals in de lift, maar ook het programma van de dag, zijn in het Nederlands en Ivriet geschreven. In de gangen klinken beide talen door elkaar. In het winkeltje is van alles uit Nederland te koop. Zoals drop, ontbijtkoek en pindakaas.
De coronacrisis heeft uiteraard ook Beth Juliana geraakt. Directeur Shoshannah Nasch - Krammer: ‘Vanaf het begin van de uitbraak, bijna twee jaar geleden, hebben we Beth Juliana als één gezin behandeld. Dat betekende dat we als kerngezin functioneerden, waarbij binnenshuis iedereen vrij was om te gaan en staan waar hij of zij wilde. Daarmee hebben we, het gevoel van eenzaamheid een beetje kunnen verlichten.
(tekst gaat onder de foto's verder)
(fotocredits: Beth Juliana)
Inmiddels is de situatie veranderd in Israël en ook in Beth Juliana. Iedereen mag weer vrij naar binnen en buiten. Wel dragen de staf en de bewoners nog een mondmasker (behalve de bewoners op de verpleegafdeling) en ook als bezoeker ben ik dit verplicht, net zoals in alle openbare ruimtes in Israël. Bij binnenkomst moet ik laten zien dat ik gevaccineerd ben, maar ook dat is op veel plekken in Israël zo.
Nederlandse vrijwilligers
‘Waar we erg op hopen, is dat de grenzen nu ook weer opgaan en er weer gereisd kan worden’, vertelt Shoshannah. ‘ Door de jaren heen waren er vrijwilligers uit Nederland die ons kwamen ondersteunen. Wij hebben ze de afgelopen twee jaar echt gemist. Voor veel bewoners zijn zij een enorme hulp, vooral doordat ze Nederlands spreken, maar ook door hun enorme bevlogenheid en inzet.’
Als ik door de gang van het huis loop, hoor ik vanuit een kamer dat de Nederlandse televisie aanstaat met het middagnieuws. Ook al zijn ze al zo lang weg uit Nederland, de band blijft diep geworteld. Een bewijs hiervan is dat twee jaar geleden koning Willem Alexander het huis vereerde met een bezoek toen hij Israël bezocht en hij ruim de gelegenheid nam om met de bewoners te spreken en hun bijzondere verhalen aan te horen.