Adventsoverdenking 17 december • Jezus op de troon van David

Advent is verwachten. We kijken uit naar de komst van de Messias, de Koning van Israël. In deze Adventstijd delen we elke dag een korte overdenking met u. Zo bereiden we ons voor op Zijn komst. Leest u mee?

Luister hier:

(Tekst van de overdenking vindt u hieronder)

Lukas 1:30-33

30 En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God.

31 En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven.

32 Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven,

33 en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.

Jezus op de troon van David

Dat de engel Gabriël belooft dat de zoon van Maria ook Zoon van God is, is heel belangrijk. Beide kanten van de Persoon van Jezus kan en mag je niet weglaten. In Jezus is de Heere helemaal aanwezig. Hij is een Jood, uit het geslacht van David.

Als de engel zegt dat Jezus op de troon van vader David zal zitten, dan is dat ook bedoeld als kritiek op koning Herodes, de Romeinse keizer en wie ook maar Gods volk wil overheersen. Maar dat Jezus een nieuwe David is, laat ook iets anders zien.

David was de man naar Gods hart, Hij maakte Jeruzalem tot de hoofdstad van Israël en hij legde daar de basis voor de tempel, het huis van God. En om niet te vergeten: hij verenigde alle stammen. Dat is ook een deel van de taak van de Messias.

Jezus’ weg lijkt op die van David. Hij is door God gezalfd, maar moet eerst door een periode van lijden en verdrukking heen voordat Hij zichtbaar Koning van heel Israël wordt. En voor ons is het ook belangrijk om te beseffen dat onze Heiland de Koning der Joden is.