Sluiten

Zoeken.

Orthodox tegenover seculier in Israël

Door Drs. Kees de Vreugd

Artikel

Expert

talmoedstudie-1024x576

Jaren geleden had ik eens een spontaan gesprek met een Israëlische jongeman. We stonden uit te kijken over de Machtesj Ramon en raakten aan de praat, onder de indruk van het uitzicht op de vroege ochtend. “Ik ben atheïst, verklaarde de jongen, maar ik ervaar God elke dag.” De tegenstrijdigheid leek hem te ontgaan. Maar wat hij bedoelde was dat hij zich niet hield aan de halacha, de orthodox-Joodse regels, en ook niet op de orthodoxe manier bad, maar door het leven in het land God onmiddellijk ervoer.

Of hij afstand genomen had van een religieuze opvoeding, zoals velen in Israël, of niet godsdienstig Joods was opgevoed, zoals veel anderen in Israël, weet ik niet meer. Maar deze ontmoeting is exemplarisch voor wat ik vaker in Israël ben tegengekomen en wat zich laat samenvatten in een kop die ik las in de Israëlische krant Haaretz: “In Israël heeft God bijna niets te maken met godsdienst.” Bijna alle Israëlische Joden, zelfs seculiere, zullen op de vraag wat hun religie is antwoorden dat zij joods zijn, hoewel ruwweg de helft seculier is en ongeveer een vijfde zegt niet in God te geloven.

Geloof en traditie

Daarmee is gezegd dat in Israël het begrippenpaar orthodox-seculier niet staat voor de mate waarin iemand gelooft, maar voor zijn of haar verhouding tot de Joodse traditie en specifieker de traditie van de Talmoed. Als je orthodox bent, richt je je leven in volgens de regels van de Joodse traditie, door het houden van de spijswetten (kasjroet) en andere vormen van onderscheid tussen rein en onrein, door een strikte naleving van de sabbat en andere Joodse feest- en vastendagen, door bepaalde manieren van kleden, enzovoort. Als je seculier bent doe je dat niet, of veel minder.

Een aantal jaren geleden heeft het Amerikaanse Pew Research Center (Washington DC) een groot onderzoek gedaan naar godsdienstigheid en religieuze beleving in de staat Israël . Aan dit onderzoek ontleen ik een aantal gegevens voor dit artikel.

Indeling

De Joden in Israël worden over het algemeen ingedeeld in vier categorieën, aangeduid met de Hebreeuwse termen charedi (“ultraorthodox”), dati (orthodox), masorti (traditioneel) en chiloni (seculier). (NB Bij alle vier de woorden ligt de klemtoon op de laatste lettergreep i). Volgens de cijfers van Pew in 2016 was van de Israëlische Joden 49 procent chiloni, 29 % masorti, 13 % dati, 9 % charedi, 1% anders. De helft van de Joden gelooft absoluut in het bestaan van God. Drie op de tien chiloniem (meervoud van chiloni) vasten volledig op Jom Kippoer.

De verschillende categorieën behoeven wellicht verheldering, al is dat minder eenvoudig dan het misschien lijkt. De grenzen zijn vloeiend, en onderscheiden eerder aan te voelen dan onder woorden te brengen. Desondanks een poging.

Zoals gezegd is een bepalende factor de mate waarin de Joodse traditie bepalend is voor de inrichting van iemands leven. Een andere factor lijkt de mate van participatie in het moderne dagelijkse leven, waarvan je zou kunnen zeggen dat die omgekeerd evenredig is aan de religieuze factor. Maar je moet er steeds op bedacht zijn dat het een schematische benadering is, die een eindeloze nuancering vraagt.

De bekendste charediem zijn de chassidiem, herkenbaar aan hun traditionele kleding en haardracht (bij de mannen de kenmerkende slaaplokken, de peyes). Maar er is ook een belangrijke groep niet-chassidische charediem. Het charedische leven draait om Talmoedstudie en het in stand houden van een Talmoedisch-Joodse leefwijze. Chassidische gemeenschappen zijn vaak gesloten gemeenschappen. Er is sprake van een zekere wereldmijding en er wordt vaak afstand bewaard tot de Staat Israël.

Dit onderscheidt hen van de datiiem. Ook voor hen zijn de mitswot (de leefregels van de Joodse traditie) en de Talmoedstudie bepalend, maar zij nemen meer deel aan het openbare leven. De “nationaal-religieuzen” bijvoorbeeld zijn orthodox én fervent zionist. Nogmaals, voor beide groepen geldt dat dit heel algemeen gesteld is en dat het individueel kan verschillen.

Voor Masortiem zijn de traditioneel Joodse gebruiken belangrijk. Ze vieren de feesten, eten koosjer (maar minder strikt dan (ultra)orthodoxen), laten hun zoontjes besnijden. Maar ze stappen op sjabbat in de auto en synagogebezoek en dagelijks gebed nemen geen grote plaats in. Voor chiloniem is dat laatste uiteraard nog minder relevant. Hun Joodse identiteit is meer cultureel dan religieus.

Maatschappelijke betrokkenheid

De verhouding orthodox-seculier in Israël wordt naar buiten toe getypeerd door verhitte discussies over sabbatsrust (recent nog weer aangezwengeld door de politicus Avigdor Lieberman, die op sabbat winkels open wil en openbaar vervoer wil laten rijden), vrijstelling van dienstplicht voor Talmoedstudenten, of het al dan niet betalen van belasting en ontvangen van kinderbijslag door charediem in Mea Sjeariem en Bnei Berak die de Staat Israël niet erkennen.

Dat laatste is m.i. overigens een schijndiscussie. Er is wel een kleine groep ultra-orthodoxen die de Staat Israël afwijzen, maar zij wensen dan ook geen gebruik te maken van de diensten van de staat. Binnen deze gemeenschappen fungeert een omvattend stelsel van liefdadigheid, vaak ondersteund vanuit Joodse gemeenschappen in het buitenland, dat de noden lenigt.

Militaire dienstplicht voor Talmoedstudenten is de jaren door wel steeds een issue. Toen de staat gesticht werd, kwam Ben-Goerion met de religieuze partijen overeen dat er voor Talmoedstudenten vrijstelling van militaire dienst zou zijn. Gebed en studie werden zelfs gezien als een belangrijk geestelijk wapen in de strijd die Israël om zijn bestaan heeft te voeren. Bovendien waren de voorzieningen van het leger in het begin niet ingericht op de strenge eisen m.b.t. bijvoorbeeld de kasjroet. De laatste jaren worden er echter ook speciale eenheden opgericht waar ultraorthodoxe jongens kunnen dienen. Vanuit de nationaal-religieuze beweging bestond al veel langer het fenomeen van de hesder, een combinatie van Talmoedstudie en militaire training.

Interessant is ook de belangstelling die de ic-sector heeft voor charediem. Juist door hun Talmoedische training blijken zij bijzonder gekwalificeerd voor de ontwikkeling van allerlei software. Illustratief is de software die voor zelfrijdende auto’s ontwikkeld moet worden. Zo’n computerprogramma zal in complexe verkeerssituaties soms ingrijpende keuzes moeten maken. De processen die daarin een rol spelen lopen zijn te vergelijken met de Talmoedische redeneertrant. Al met al zijn er dus allerlei tendensen van een toenemende maatschappelijke participatie van de (ultra)orthodoxe gemeenschap.

Identiteit

Maar fundamenteel in de verhouding orthodox-seculier is de vraag naar de identiteit van Israël als Joodse staat. Wat wil het zeggen dat Israël een Joodse staat is? En waardoor wordt de Joodse identiteit bepaald? Dat zijn de eigenlijke vragen waar het om draait.

Voor de omschrijving van iemands identiteit in Israël wijst het Pew-onderzoek in dit verband op de volgende noties: godsdienst, etniciteit (asjkenazi / sefardi / mizrachi ), nationaliteit en familie. Ik ga daar niet uitvoerig op in. Voor dit artikel is het van belang om vast te stellen dat de vraag “wie is Jood?” in het Israëlische publieke debat steeds weer terugkeert. Het antwoord vanuit de orthodox-Joodse traditie is enerzijds duidelijk: Jood is iemand die uit een Joodse moeder is geboren of officieel tot het Jodendom is overgegaan. Anderzijds roept het ook weer vragen op. Jood-zijn heeft een religieus aspect – het jodendom is een godsdienst. Maar het heeft ook een nationaal aspect – het Jodendom is een volk. Israël is dus eigenlijk niet in de gebruikelijke categorieën van het westerse denken onder te brengen.

De Wet op de Terugkeer, die iedere Jood het recht geeft om zich in Israël te vestigen, hanteert bredere criteria, die in feite terug te voeren zijn tot de Neurenberger rassenwetten (1935, nazi-Duitsland). Iedereen die toen gevaar van vervolging liep vanwege een gehele of gedeeltelijke Joodse afkomst kan aanspraak maken op het recht op terugkeer. Israël wil een veilige haven zijn voor alle met vervolging bedreigde Joden.

Voor het behoud van het Joodse karakter van de staat brengt dat wel weer de nodige problemen met zich mee. Veel Joden die op grond van de Wet op de Terugkeer uit bijvoorbeeld de voormalige Sovjet-Unie naar Israël zijn gekomen, zijn gemengd gehuwd, waardoor een deel van hen en hun kinderen halachisch niet Joods is en ook geen affiniteit heeft met het Jodendom als godsdienstige traditie. Illustratief is in dit verband dat een predikant van de Anglicaanse St. George’s Cathedral mij ooit eens vertelde dat hij regelmatig gebeld werd door Russische Joden die hun kind wilden laten dopen.

Zoektocht

Intussen wordt het debat over het seculiere én Joodse karakter van de staat Israël en de invloed van het jodendom als godsdienst in Israël vaak verhit en op het scherp van de snede gevoerd. Het Joodse karakter van de staat ligt natuurlijk om te beginnen in het feit dat de staat het toevluchtsoord wil zijn voor alle Joden. Dieper gaat de verbondenheid met de Joodse geschiedenis – de geschiedenis van het Joodse volk in het land Israël en in de diaspora. Ook buiten Israël hebben de Joden hun eigen gebruiken en hun eigen identiteit in stand weten te houden. Het is natuurlijk onloochenbaar dat de religieuze factor daarin bepalend is geweest. Ook in het seculiere verzet tegen de invloed van de orthodoxie kun je toch die toon proeven dat daarin wel de kern, het wezen van het Joodzijn ligt. Ik moet in dat verband vaak denken aan een anekdote die een van mijn docenten Hebreeuws in Jeruzalem vertelde. Zij groeide op in kibboets Ramat Rachel, aan de rand van Jeruzalem. De kibboetsbeweging was in de beginjaren van de staat Israël overwegend seculier en soms zelfs anti-religieus. Maar, vertelde zij, “elke sabbat wandelde mijn vader vanuit de kibboets naar de synagoge in de wijk Talpiot, om, zoals hij dan zei, Shai Agnon te zien bidden.” Alsof hij de godsdienst van zijn jeugd miste en daar nog steeds de verbinding mee zocht. De meeste seculiere Joden zullen het misschien niet toegeven, maar voelen toch dat in de orthodoxie de ziel van het volk, de ziel van het Jodendom bewaard wordt. Misschien verklaart dat zelfs voor een deel de spanning tussen seculier en orthodox. Waar de orthodox-joodse identiteit onmiskenbaar en zonder twijfel een Joodse identiteit is, is de Joodse identiteit van het seculiere deel een blijvende zoektocht.

Voetnoten

1. “In Israel, God Has Almost Nothing to Do With Religion”, Yair Ettinger in Haaretz, 14 september 2015

2. Pew Research Center, March 8, 2016, “Israel’s Religiously Divided Society”. www.pewresearch.org

3. Orthodoxe wijk in Jeruzalem, resp. orthodoxe stad grenzend aan Tel Aviv.

4. Asjkenazi: Joden uit Oost-Europa; sefardi: Joden uit Spanje, Portugal en Noord-Afrika; mizrachi: oriëntaalse Joden.

5. S.Y. Agnon (1888-1970) was een bekende Israëlische schrijver, winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur, die veel bijgedragen heeft aan de ontwikkeling van het moderne Hebreeuws. Hij was orthodox Joods.

talmoedstudie-1024x576

De schrijver

Drs. Kees de Vreugd

Doneren
Abonneren
Agenda