Sluiten

Zoeken.

Nederland eist einde Israëls bezetting

Door Andrew Tucker - 

10 april 2024

2021 CVI website (6)

Het Vredespaleis in Den Haag. | Foto: Velvet, wikimedia commons

Ik kon mijn oren bijna niet geloven. Ik was erbij toen op 20 februari 2024 een vertegenwoordiger van Nederland voor het hoogste gerechtshof ter wereld in Den Haag verscheen en stelde dat de langdurige “bezetting” door Israël van de Oude Stad van Jeruzalem, Judea en Samaria onmiddellijk beëindigd moet worden.

In het Vredespaleis, op slechts enkele honderden meters van het Nederlandse parlement, sprak René Lefeber, hoofd juridisch adviseur van Nederland, de positie van het Koninkrijk der Nederlanden uit over deze kwestie.

Het was een zeer erudiet verhaal, waarin hij (heel opvallend) Israël en de Palestijnen niet noemde. Maar het kwam erop neer dat Nederland het Hof aanmoedigde het recht van de Palestijnen op een onafhankelijke staat te erkennen.

Ook lijkt Nederland de Palestijnse eis om geweld te mogen gebruiken bij het nastreven van hun recht op zelfbeschikking te steunen, alsmede hun eis dat Israël de “bezetting” beëindigt en zich eenzijdig terugtrekt uit alle gebieden die in 1967 werden veroverd.

Dit lijkt in strijd te zijn met de steun van Nederland tot nu toe aan Israëls recht op veilige grenzen, en aan onderhandelingen als de enig route naar een oplossing van het conflict.

Voorbij aan realiteit

De rede van Lefeber ging volledig voorbij aan de realiteit ter plaatse. Zoals iedereen weet, voert Israël momenteel een oorlog op meerdere fronten tegen islamitisch extremisme. De terugtrekking uit Gaza in 2005 resulteerde in de opkomst van Hamas en andere islamitische jihad-groepen, die worden gesponsord en gesteund door gastlanden als Iran en Qatar.

De Palestijnse Autoriteit heeft weinig legitimiteit op de Westelijke Jordaanoever, waar Hamas, de Palestijnse Islamitische Jihad en andere extremistische groeperingen bolwerken hebben. Hezbollah dreigt aan te vallen vanuit Libanon. De situatie is explosief.

Eenzijdige adviesprocedure

Wat is aan de hand? In december 2022 nam een groep van 87 VN-lidstaten resolutie 77/247 van de Algemene Vergadering van de VN aan, waarin het Internationaal Gerechtshof werd verzocht een advies uit te brengen over de volgende vragen:

  • (a) Wat zijn de juridische gevolgen van de voortdurende schending door Israël van het recht van het Palestijnse volk op zelfbeschikking, van zijn langdurige bezetting, nederzettingen en annexatie van het sinds 1967 bezette Palestijnse grondgebied, met inbegrip van maatregelen gericht op het wijzigen van de demografische samenstelling, het karakter en de status van de Heilige Stad Jeruzalem, en van zijn goedkeuring van daarmee verband houdende discriminerende wetgeving en maatregelen?
  • (b) Hoe beïnvloeden het beleid en de praktijken van Israël waarnaar wordt verwezen in paragraaf 18(a) hierboven de juridische status van de bezetting, en wat zijn de juridische gevolgen die voor alle staten en de Verenigde Naties voortvloeien uit deze status?"

De resolutie werd voorbereid en gesteund door de Palestijnse delegatie, gesteund door de Arabische Liga en de Organisatie van Islamitische Samenwerking (OIC). Deze staten en organisaties streven naar de vernietiging van de Joodse staat.

De vragen van de VN gaan ervan uit dat Israël het internationaal recht schendt. Het Hof krijgt een fait-accompli voorgeschoteld.

Het lijdt geen twijfel dat deze hele adviesprocedure een zorgvuldig voorbereide juridische manoeuvre is van de PLO en Arabische/islamitische staten om het bestaande internationaal gesanctioneerde en wettelijk bindende kader voor de onderhandeling van het Israëlisch-Palestijnse geschil te omzeilen.

De argumenten

In 2023 dienden 52 lidstaten plus ‘Palestina’ en drie internationale organisaties (Liga van Arabische Staten, Organisatie van Islamitische Samenwerking en Afrikaanse Unie) schriftelijke verklaringen en opmerkingen in bij het Hof. Afgelopen februari werden er hoorzittingen gehouden.

De meeste staten stelden dat het Hof een uitspraak moet doen dat de bezetting illegaal is. Samen met de Palestijnen eisen zij de "onmiddellijke", "onvoorwaardelijke" en "totale" terugtrekking van alle Israëlische militairen en burgers uit de gehele Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en Gaza. Hun argumenten:

  1. Het hele grondgebied van Mandaat-Palestina toebehoort aan de Palestijnen - d.w.z. alles tussen de Middellandse Zee en de Jordaan;
  2. De heroprichting van het Joodse thuisland was een schending van het zelfbeschikkingsrecht van het Palestijnse volk;
  3. De Joodse staat Israël is een racistische en onwettige staat;
  4. Israëls bezetting van Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en Gaza is illegaal. Israël moet de bezetting "volledig, onvoorwaardelijk en onmiddellijk" beëindigen; en
  5. Volgens het internationaal recht moeten andere staten er ook voor zorgen dat Israël zijn bezetting onmiddellijk beëindigt. Ze moeten boycots en sancties opleggen.

Nederland weigert voor Israël op te komen

Hoewel een aantal landen (VK, Frankrijk, Hongarije, Tsjechië, Togo, Zambia, Nauru en Fiji) stelde dat het Hof het verzoek van de VN moet weigeren, besloot Nederland echter de islamitisch-Arabische-Afrikaanse aanval op Israël te steunen.

Namens het Koninkrijk der Nederlanden moedigde de heer Lefeber het Hof aan om een juridisch oordeel te vellen over de vragen die door de VN zijn gesteld, met deze argumenten:

  • De Palestijnen hebben recht op een onafhankelijke staat, en om "alle beschikbare middelen, inclusief gewapende strijd" (dat wil zeggen geweld) te gebruiken om zich te bevrijden van Israëls bezetting.
  • Israël mag alleen de bezetting handhaven als zelfverdediging tegen gewapende aanvallen voor zover dat noodzakelijk en proportioneel is.
  • Maar de bezetting mag slechts tijdelijk zijn. "Permanente bezetting" komt neer op annexatie, wat illegaal is, en "langdurige bezetting" belemmert de uitvoering van het recht op externe zelfbeschikking van het Palestijnse volk dat in het bezette gebied woont en moet daarom worden beëindigd.
  • Verder, als Israëls bezetting neerkomt op een "systematische schending" van het Palestijnse recht op zelfbeschikking, moeten alle staten (inclusief Nederland) "samenwerken om de ernstige schending te beëindigen, een situatie die door een dergelijke schending is ontstaan niet als wettig erkennen en geen hulp of bijstand verlenen om de situatie in stand te houden".

Laat dit tot je doordringen.

Lefeber heeft niet één keer vermeld dat de Palestijnen in de Oslo-akkoorden hebben afgesproken om te onderhandelen met Israël. Er werd geen melding gemaakt van het feit dat de PLO sinds 1993 geweigerd heeft haar handvest te wijzigen en nog steeds streeft naar de vernietiging van de Joodse staat Israël.

Er werd met geen woord gerept over Hamas of over de rechten van Israël (en de plichten van alle staten) om terreurdaden te voorkomen. Er werd geen melding gemaakt van Israëls recht op veilige grenzen, zoals weergegeven in de resoluties 242 en 338 van de VN-Veiligheidsraad. Er werd geen melding gemaakt van het feit dat Israël sterke aanspraken heeft op soevereiniteit over Oost-Jeruzalem en de "Westelijke Jordaanoever".

Het lijkt erop dat Nederland nu officieel de eis van de islamitische wereld steunt dat Israël zich onmiddellijk, volledig en onvoorwaardelijk moet terugtrekken uit Jeruzalem, Judea en Samaria - zonder garanties voor de veiligheid en zekerheid van zijn burgers.

De Nederlandse regering moet ter verantwoording worden geroepen.

Dit artikel verscheen eerder in onze maandkrant Israël Aktueel. Klik hier om gratis abonnee te worden!

Photo Andrew

De auteur

Andrew Tucker

Andrew Tucker is Chief Editor van Israel & Christians Today en directeur van thinc. - The Hague Initiative for International Cooperation www.thinc.info

Doneren
Abonneren
Agenda