Toen ik in de jaren zeventig voor het eerst naar Gaza ging, was dat met mijn toekomstige schoonvader, die daar zijn Peugeot 404 liet repareren. Gaza was toen een slaperige, stoffige omgeving, waar je heerlijk hummus kon eten onder het genot van een glas ijskoud citroensap.
Bij de ingang van de ‘stad’ zag je de enige fabriek die ze daar hadden: de Seven Up-fabriek, waardoor hun product met humor Seven Up M.I.G. (made in Gaza) werd genoemd. De bewoners van Gaza waren hardwerkende mensen, die de Israëli’s met open armen ontvingen. Velen van ons kwamen er ook om goedkoop in te kopen, want alles kon je daar voor spotgoedkope prijzen krijgen, vooral groente en fruit.
In de jaren negentig van de vorige eeuw ‘bezocht’ ik Gaza als reservist in ons leger. Het verval was opmerkelijk. Niet dat Gaza ooit op New York leek, maar er was geen onderhoud, geen orde en geen wet. De mensen die ik kende van mijn bezoeken met mijn schoonvader, waren gedeprimeerd: aan de ene kant waren wij, de bezetter, overal.
Aan de andere kant was de weigering van de Egyptische president Sadat, om Gaza terug te nemen als onderdeel van het vredesakkoord uit 1978 met Israël een klap in het gezicht geweest voor de Gazanen. Sadat zou zijn beslissing hebben uitgelegd aan premier Begin met de zin “dat vuilnis mag je houden”, wijzend op de eeuwenlange ruzies en moorden tussen de diverse families in Gaza. Ik sprak soms met mijn kennissen in Gaza, maar die werden langzamerhand banger en banger om met Joden te praten.
Twintig jaar geleden trok Israël zich eenzijdig terug uit Gaza. We lieten huizen, landbouw en kleine fabriekjes achter, die meteen werden verwoest door Hamas. De verwoestingen troffen ook de Seven Up-fabriek, want volgens Hamas was alles wat Joods en westers was, onrein en dus crimineel. Gaza werd een super-islamitische regio in de ijzeren greep van Hamas. De bevolking werd tussen hamer en aambeeld geplaatst: óf je bent loyaal aan Hamas, óf je bent een verrader die met Israël heult.
Persoonlijk zal ik, sinds 7 oktober 2023, Gaza niet missen. Hooguit de heerlijke hummus onder het genot van een glas ijskoud citroensap.
Na drieduizend jaar werd Gaza plotseling Palestina genoemd, wat niet alleen historisch onjuist was, maar ook nóg een klap in het gezicht van de Gazanen was: ze hadden nooit wat gehad met het Palestijnse verhaal. De wereld noemde hen nu Palestijnen en, ondanks dat Israël sinds 2005 weg was uit Gaza, eiste de wereld dat Israël de bezetting van Gaza zou eindigen.
Volgens het interim-vredesakkoord met de Palestijnse Autoriteit uit 1994 konden goederen slecht via Israël naar Gaza komen en kreeg Israël het recht alle import te controleren. Dat noemde de wereld een blokkade. Israël zou Gaza hermetisch dicht hebben gegooid, alhoewel de enige grens met Gaza die volkomen afgesloten was, de grens met Egypte was.
Daar vonden ze een oplossing voor: er werden diepe en brede tunnels gegraven onder de grens tussen Gaza en Egypte. De meesten werden ontdekt en afgesloten door Egypte, dat zelfs water en gas gebruikte om de tunnels onbruikbaar te maken. Enkele bestaan nog tot de dag van vandaag. Van alles wordt door deze tunnels gesmokkeld: wapens, raketten, gestolen wagens uit Europa. Sinds 7 oktober 2023 is Gaza veranderd in een spookstad. De omstandigheden zijn verschrikkelijk. Onmenselijk. Oorlog is een hel en valt nooit goed te praten, hooguit kun je uitleggen waarom, maar dan zijn er twee zijden van de medaille.
Slechts één ding is mij duidelijk: Gaza zal nooit meer een slaperig, stoffig stadje zijn. Niemand zal nog naar Gaza reizen om fruit te kopen of om de auto te laten repareren. Persoonlijk zal ik, sinds 7 oktober 2023, Gaza niet missen. Hooguit de heerlijke hummus onder het genot van een glas ijskoud citroensap. Wij, Israëli’s, willen Gaza nooit meer terug. En ik heb geen idee of zelfs de Gazanen Gaza nog terug willen. Misschien had Sadat gelijk.
Dit artikel verscheen eerder in onze maandkrant Israël Aktueel. Klik hier om gratis abonnee te worden!