Sluiten

Zoeken.

Koen Carlier: "Ik voelde me een halve vluchteling"

Door Koen Carlier - 

9 maart 2022

IMG-20220308-WA0007

In een tentenkamp in Roemenië mogen we ontbijten.

Maandagavond, -nacht en dinsdag had ik een nieuwe ervaring. In de afgelopen week dacht ik dat ik alles inmiddels wel had meegemaakt. Maar niets bleek minder waar. In de nacht van maandag op dinsdag heb ik één uur geslapen. Hoe dat komt? Dat lees je in deze update, gemaakt aan de Roemeense grens, waar we met 250 Joodse vluchtelingen nu aan het ontbijt zitten in een vluchtelingenkamp. Nooit gedacht dat ik dat ooit zou meemaken.

In onze vorige update las je meer over onze 110 Joodse vluchtelingen, die gedeeltelijk vanuit onze schuilplaats in West-Oekraïne zijn gevlucht naar Moldavië. Het andere deel was onderweg vanaf Bela Tserkov (dichtbij Kiev). Ons idee was dat alle vluchtelingen zouden vertrekken vanaf één punt in Vinnytsja, en dat we vanaf daar samen naar de grens zouden gaan. Maar de groep uit Bela Tserkov zei: “Nee, wij komen zelf naar de grens, en dan zien we wel”. Dat “dan zien we wel”, dat hebben we geweten... We hebben vijf uur bij de grens moeten wachten op de groep uit Bela Tserkov. Maar uiteindelijk zijn onze 110 Joodse vluchtelingen vertrokken, rechtstreeks naar Boekarest waar het Joods Agentschap een hotel voor hen heeft geregeld.

Hoe komt het dat de wachttijden zo lang zijn?

De vluchtelingenstroom vanuit Oekraïne is ongekend groot. Niemand was voorbereid op deze aantallen mensen. Wachttijden aan de grenzen lopen op tot soms wel zeven tot acht uur. Bovendien is het reizen in Oekraïne bijzonder onvoorspelbaar en gevaarlijk. Een rit die normaal 3 uur duurt, kan in deze omstandigheden gemakkelijk oplopen tot meer dan 24 uur. Door wegblokkades, gebombardeerde bruggen en wegen, luchtalarmen en beschietingen. Daarnaast geldt in Oekraïne een strenge avondklok, ’s nachts reizen is dus geen optie. De lange wachttijden bij de grenzen zijn er niet alleen in Oekraïne, maar door de enorme toevloed aan vluchtelingen zijn ook de grenzen naar de buurlanden haast volledig geblokkeerd.

Maar er was nóg meer. Maandagochtend kregen we telefonisch de vraag of we vervoer konden regelen naar Roemenië voor nog eens 250 Joodse vluchtelingen die onderweg waren van Dnjepropetrovsk (Oost-Oekraïne) naar de grens met Moldavië. Deze groep waren vluchtelingen uit Charkov, Dnjepropetrovsk, Zaporizja en Marioepol. Het lange wachten begon voor mij en mijn goede vriend Nick Vandeputte. Na een hele dag wachten op de eerste groep, hebben we nog eens twaalf uur moeten wachten bij de grens op deze groep, tot vijf uur ’s nachts. Van 1 tot 2 uur ’s nachts was ik even in slaap gevallen. Dat is mijn enige slaap die ik die nacht heb gehad.

Laat me niet achter!

Uiteindelijk was onze groep dinsdag om 5 uur ’s ochtends compleet. Nick: “Ik heb nog nooit zo’n angst gezien in de ogen van mensen. Angst dat we ze zouden achterlaten.” De bussen zijn overvol, maar het is gelukt. Deze groep reist nu naar diverse plaatsen in Moldavië en Roemenië. We hebben geen andere keuze dan de groep op te splitsen, want er zijn nauwelijks slaapplaatsen te vinden. In onze groep zijn een aantal Holocaustoverlevenden en ook kinderen. Ze zijn al meer dan 36 uur onderweg, iedereen is uitgeput.

tekst gaat onder de foto's verder

Het is nu dinsdag 8 maart, 10 uur ’s ochtends, en we zijn net aangekomen in Roemenië. We worden opgevangen in een tentenkamp voor vluchtelingen, waar we mogen ontbijten. Iedereen is blij dat er wat te eten is. Straks rijden we door naar een dorpje hier niet ver vandaan. Vanaf daar brengt een christelijke busmaatschappij onze Joodse vluchtelingen verder naar Boekarest, of waar er dan ook plaats is. Zolang mensen maar een bed hebben waar ze kunnen overnachten.

Hulp in de chaos

Het zijn bewogen tijden. De chaos is enorm. Gelukkig krijgen we veel hulp van onze vrienden van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken, die ook aan de grens staan om Israëlische burgers te helpen. Zij staan ook klaar om ons te helpen met de enorme logistieke uitdagingen die we voor onze kiezen krijgen.

Vandaag is het Internationale Vrouwendag: in de voormalige Sovjet-Unie een feestdag die groots gevierd wordt. Tot onze verrassing kwamen zojuist de Roemeense douanebeambten de bussen in om bloemen uit te delen aan alle dames in de bussen. Dat was heel bijzonder. De meeste vluchtelingen zijn vrouwen, omdat de mannen tussen de 18 en 60 jaar verplicht in Oekraïne moeten blijven.

Mijn vriend Nick die als vrijwilliger meehelpt in Moldavië, gaf me zojuist een broodje. Ik voel me zelf bijna een halve vluchteling.

Video: Aan de grens

tekst gaat onder de video verder

Vandaag (dinsdag 8 maart) komt er weer een groep van 120 vluchtelingen uit Charkov en Vinnytsja naar de grens. Deze week zullen we in totaal meer dan duizend Joodse vluchtelingen geholpen hebben – van Oekraïne, via Moldavië en Roemenië, en dan hopelijk snel naar het beloofde land. God brengt Zijn volk thuis, zoals beschreven staat: "Ik zal Mij over hen verblijden en hun goeddoen. En Ik zal hen in getrouwheid in dit land planten, met heel Mijn hart en met heel Mijn ziel." (Jeremia 32:41)

We zijn doodmoe, maar we voelen ons bevoorrecht dat we in dit bijzondere werk het Joodse volk mogelijk dienen. Stap voor stap gaan we door. Elke stap ervaren we als een wonder, we leven van dag tot dag.

tekst gaat onder de video verder

Hoe kunt u helpen?

Christenen voor Israël regelt vervoer vanuit Oekraïne naar Roemenië, van waaruit Joodse vluchtelingen naar Israël vliegen. Een busrit kost €4000,-. Dat is omgerekend €100,- per persoon. We verwachten dat er de komende tijd nog veel bussen zullen vertrekken. Dit kan alleen mogelijk gemaakt worden met uw steun. Helpt u mee? Doneer dan hieronder. Bedankt voor uw betrokkenheid en steun!

Koen-Carlier_avatar-90x90

De auteur

Koen Carlier

Koen Carlier is als alijaveldwerker van Christenen voor Israël werkzaam in Oekraïne. Samen met een toegewijd team en vele vrijwilligers helpt hij Joden in samenwerking met het Joods Agentschap op...

Doneren
Abonneren
Agenda