Maandagavond, Barneveld. Een avond van bezinning, gebed en verbondenheid met Israël eindigt in chaos. Buiten onze bijeenkomst werden bezoekers opgewacht door een luidruchtige demonstratie. Ze moesten letterlijk door een haag van demonstranten heen, terwijl ze werden uitgescholden voor “kindermoordenaars”. Die leuzen werden versterkt door een geluidssysteem dat met vele decibellen door merg en been ging.
Alsof dat nog niet genoeg vernedering was, werden bezoekers gedwongen over een besmeurde Israëlische vlag te lopen die demonstranten pontificaal op de stoep hadden uitgespreid. Achteraf realiseerden deelnemers wat hen was overkomen, een traumatische gebeurtenis. Dit was een daad van symbolisch geweld, bedoeld om te kwetsen – niet om te overtuigen.
En dat was nog vóór het uit de hand liep.
Na afloop van de avond ontstond een massale vechtpartij tussen anti-Israëldemonstranten en plaatselijke jeugd. Flessen en stenen vlogen door de lucht. Er viel minstens één gewonde. De politie moest met man en macht ingrijpen om erger te voorkomen.
En de volgende dag lezen we overal: “Demonstratie liep uit de hand.” Alsof dit een ongelukkige samenloop van omstandigheden was. Laten we eerlijk zijn: dit ging allang niet meer over een vreedzaam protest. Dit was intimidatie. Dit was het actief bedreigen en verstoren van een legitieme, vreedzame bijeenkomst. Dit was een grens die nooit gepasseerd had mogen worden.
In Nederland hebben we het demonstratierecht hoog zitten – terecht. Vrijheid van meningsuiting, ook wanneer die schuurt, is een groot goed. Maar wat als demonstraties structureel worden gebruikt om mensen persoonlijk te belasteren, bijeenkomsten te ontwrichten en zelfs geweld uit te lokken? Wat als vrijheid van de één leidt tot angst en onveiligheid bij de ander?
De intimidatie in Barneveld bij de viering van Yom Yerushalayim pic.twitter.com/7wsxKNcLvp
— D ❤️🇮🇱✡️🎗️✝️🇺🇦 🌷🐣FREE SPEECH TO RUIN LIES (@D9082009897869) May 26, 2025