Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Hoe ver mag het demonstratierecht gaan?

Door Redactie cvi.nl - 

27 mei 2025

Pro-Palestijnse demonstratie CvI

Pro-Palestinademonstranten bij een bijeenkomst van CvI. | Foto: CvI

Maandagavond, Barneveld. Een avond van bezinning, gebed en verbondenheid met Israël eindigt in chaos. Buiten onze bijeenkomst werden bezoekers opgewacht door een luidruchtige demonstratie. Ze moesten letterlijk door een haag van demonstranten heen, terwijl ze werden uitgescholden voor “kindermoordenaars”. Die leuzen werden versterkt door een geluidssysteem dat met vele decibellen door merg en been ging.

Alsof dat nog niet genoeg vernedering was, werden bezoekers gedwongen over een besmeurde Israëlische vlag te lopen die demonstranten pontificaal op de stoep hadden uitgespreid. Achteraf realiseerden deelnemers wat hen was overkomen, een traumatische gebeurtenis. Dit was een daad van symbolisch geweld, bedoeld om te kwetsen – niet om te overtuigen.

En dat was nog vóór het uit de hand liep.

Na afloop van de avond ontstond een massale vechtpartij tussen anti-Israëldemonstranten en plaatselijke jeugd. Flessen en stenen vlogen door de lucht. Er viel minstens één gewonde. De politie moest met man en macht ingrijpen om erger te voorkomen.

En de volgende dag lezen we overal: “Demonstratie liep uit de hand.” Alsof dit een ongelukkige samenloop van omstandigheden was. Laten we eerlijk zijn: dit ging allang niet meer over een vreedzaam protest. Dit was intimidatie. Dit was het actief bedreigen en verstoren van een legitieme, vreedzame bijeenkomst. Dit was een grens die nooit gepasseerd had mogen worden.

In Nederland hebben we het demonstratierecht hoog zitten – terecht. Vrijheid van meningsuiting, ook wanneer die schuurt, is een groot goed. Maar wat als demonstraties structureel worden gebruikt om mensen persoonlijk te belasteren, bijeenkomsten te ontwrichten en zelfs geweld uit te lokken? Wat als vrijheid van de één leidt tot angst en onveiligheid bij de ander?

Bij Christenen voor Israël merken we dat dit steeds vaker gebeurt. Bijeenkomsten worden op de voet gevolgd door actiegroepen die niet de dialoog zoeken, maar de confrontatie. Hun doel is niet om gehoord te worden, maar om anderen het zwijgen op te leggen. Om elke uiting van solidariteit met Israël verdacht, gevaarlijk of zelfs misdadig te maken.

Hoe heeft het zover kunnen komen dat mensen met Israëlische vlaggen onder politiebegeleiding naar binnen moeten? Dat ouderen worden uitgescholden, dat vrijwilligers zich onveilig voelen? Dat men moedwillig over een vlag heen wordt gestuurd die voor velen een symbool van hoop en overleving is? En nog belangrijker: waarom klinkt er zo weinig verontwaardiging over deze vorm van intimidatie?

Wie het demonstratierecht serieus neemt, moet ook grenzen durven stellen. Geen vrijheid zonder verantwoordelijkheid. Wie demonstreert, draagt medeverantwoordelijkheid voor de veiligheid van anderen. En wie geweld toelaat of bagatelliseert – ook al komt het “van omstanders” – is medeplichtig aan het ondermijnen van onze samenleving.

Wij blijven bijeenkomsten organiseren. Wij blijven opstaan voor Israël. En wij blijven dat doen met open vizier, met woorden van hoop en zonder stenen in de hand. Maar we roepen overheid, media en maatschappij op om eindelijk de vraag te stellen die te lang uitgesteld is: hoe ver mag het demonstratierecht gaan voordat het geen recht meer is, maar een wapen?


Favicon CVI

De auteur

Redactie cvi.nl

Doneren
Abonneren
Agenda