Het is winter in Israel. Na de regen die gevallen is, kijk ik door het raam van onze woning oostwaarts en zie heel helder elk detail op de bergen van Moab. De berg Nebo met zijn bossen, in het noorden de ‘skyline’ van Amman met haar twee hoge torens, en in het zuiden Kerak, en een kleine blauwe vlek in de diepte: de Dode Zee.
Twee weken geleden had het ook even geregend en een paar dagen daarna gingen we met auto’s naar een gebied tegenover Jericho, waar zelfs ik, een gids met 52 jaar ervaring, voor het eerst was. We gingen met een van de meest ervaren gidsen van Israël een gebied in dat tot voor kort gesloten was voor het publiek, en nu op slechts een paar data opengaat voor publiek. Dit is het gebied waar de verlaten kloosters van de doopplaats bij de Jordaan zijn. Nu een gedeelte van dit gebied op de grens met Jordanië ‘mijnenvrij’ gemaakt is, was het mogelijk erheen te gaan.
Voetsporen
Ik vroeg me af wat de monniken er sinds de vierde eeuw toe bewogen heeft te gaan wonen in dit droge, hete gebied zonder water en infrastructuur. Het antwoord kreeg ik toen ik de afbeeldingen zag in de gebouwen die er nog te vinden zijn: afbeeldingen van Mozes, Elia, verhalen uit het Oude Testament en de doop door Johannes de Doper. De monniken besloten dus in de voetsporen van hun ‘geestelijke vaders’ te gaan, die voor hen een voorbeeld van rechtvaardigheid waren.
Hier werden tijdens de doop van Jezus ook deze woorden gehoord: “Dit is Mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde!”
— Mattheüs 3:17
Mozes en Elia
In deze periode lezen we in de synagoge het boek Exodus. Het verhaal dat begint met de geboorte van Mozes wiens leven eindigt op de berg Nebo, bijna pal tegenover de plaats waar de monniken verbleven. “Toen beklom Mozes, vanuit de vlakten van Moab, de berg Nebo, de top van de Pisga, die recht tegenover Jericho ligt” (Deuteronomium 34:1). Op deze locatie stierf Mozes, maar volgens de traditie is dit ook de plek waar Elia in de hemel is opgenomen, en waar zijn geest op Elisa overging. In 2 Koningen 2:5 lezen we: “Toen kwamen de leerling-profeten die in Jericho waren, naar voren, naar Elisa toe en zeiden tegen hem: Weet u dat de HEERE heden uw meester van u zal wegnemen?” En in 2 Koningen 2:11: “Het gebeurde, terwijl zij al sprekend verdergingen, zie, dat er een vurige wagen met vurige paarden kwam, die tussen hen beiden scheiding maakte. Zo voer Elia in een storm naar de hemel.”
Woestijn
Op 18 januari wordt in verschillende orthodoxe kerken het feest van de Epifanie gevierd. Duizenden gelovigen trekken dan naar de plaats waar Johannes de Doper Jezus gedoopt heeft. We lezen daarover in Johannes 1:28: “Dit alles gebeurde in Bethabara, aan de overkant van de Jordaan, waar Johannes doopte.” Aan de Jordaanse kant van de rivier zijn bij de plaats Qasr El Yahud, tegenover Jericho, inderdaad ruïnes gevonden uit die tijd en overblijfselen van een Byzantijns klooster. In Matteüs 3:13 wordt alleen de Jordaan genoemd, evenals in Marcus 1:9. Maar hierna wordt verteld dat “de Geest Hem de woestijn in dreef”. Het moet dus ergens ten noorden van de Zoutzee (Dode Zee) zijn geweest. Ook Lucas noemt geen precieze plaats bij de Jordaan, maar in Lucas 4 lezen we dat Jezus, direct na Zijn doop, door de duivel in de woestijn op de proef wordt gesteld.
Yardenit
Yardenit, de dooplocatie ten zuiden van het Meer van Galilea en die door velen bezocht wordt, ligt ook aan de Jordaan, maar is zeker niet de plaats waar Jezus door Johannes gedoopt werd. Deze locatie werd ontwikkeld toen het nog onmogelijk was Qasr El Yahud te bereiken, ook door de vele mijnen die er toen nog lagen. Vandaag de dag wordt er bij Qasr El Yahud alles aan gedaan om de vele pelgrims uit de hele wereld van de verschillende christelijke denominaties te ontvangen. Maar dat is nog niets vergeleken met de enorme plannen die Jordanië voor deze plaats heeft aan de overkant van de Jordaan.
Verbinding
Er ligt in dit gebied ook een mooie verbinding tussen het Oude en Nieuwe Testament. Hier stierf Mozes en werd Elia in de hemel opgenomen. Hier werden tijdens de doop van Jezus ook deze woorden gehoord: “Dit is Mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde!” (Matteüs 3:17) en “Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde” (Lucas 3:22). En laten deze woorden nou weer klinken tijdens de verheerlijking op de berg: “Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde” (Matteüs 17:5). En wie verschijnen daar aan de discipelen Petrus, Jakobus en Johannes? “Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren” (Matteüs 17:3). Inderdaad, op die plaats horen we dezelfde woorden, en zijn ook Mozes en Elia.