‘Als de oorlog voorbij is, komt Christenen voor Israël alle mannen brengen’
Door Rita Quartel -
17 maart 2022
Tijdens ons gesprek vloeien er de nodige tranen. Viktoria (47) heeft een paar dagen eerder afscheid moeten nemen van haar man en oudste zoon (25), die Oekraïne niet mogen verlaten. Haar jongste zoon Anton heeft geluk. Hij is 17 (wordt over twee weken 18) en mag dus nog net vertrekken. Aan zijn vertrek gaat echter het nodige vooraf.
Als student in de stad Irpin (regio Kiev) zit hij midden in een gebied vol oorlogsgeweld. De brug naar de stad wordt gebombardeerd en samen met medestudenten zit hij een aantal dagen in een ondergrondse parkeergarage, bang en wachtend op wat komen zal. Anton: ‘We konden de militaire vliegtuigen laag horen overvliegen. Op de eerste dag van de Russische omsingeling werd de stad afgesloten. Er kon niemand en niets in of uit. Er was geen water en geen voedsel. Ook werd er een kerk gebombardeerd.’
Gelukkig biedt een corridor na een paar dagen uitkomst en kan Anton met andere studenten - onder wie zijn broer - worden geëvacueerd. Ze komen - net als Viktoria na haar vlucht - terecht in de opvanglocatie van Christenen voor Israël in het zuidwesten van Oekraïne. Haar man en de vader van de jongens is op dat moment nog in Krivoy Rog, een stad in het oosten waar hard gevochten wordt. Anton heeft dan ook geen afscheid van zijn vader meer kunnen nemen.
Voorbeeld
Viktoria’s grootvader (‘een gelovige man’) vertelde zijn kleindochter regelmatig over de beloften voor het Joodse volk zoals verwoord door de profeten. ‘Hij was een voorbeeld voor ons.’ De keuze om nu naar Israël te vertrekken, is dan ook snel (binnen een dag) gemaakt. Viktoria: ‘We hebben er ook familie wonen, en denken dat Israël veilig is, ook al wordt daar wel eens gevochten. Een aantal van onze familieleden heeft via Christenen voor Israël alija gemaakt en mijn tante, die vorig jaar vertrok, vertelde ons er uitgebreid over.'
tekst gaat onder de foto's verder
Voor Anton betekent de verhuizing naar Israël dat hij al vrij gauw het leger in moet, iets waar hij niet tegenop ziet. Daarnaast wil hij zo snel mogelijk de taal onder de knie krijgen én een vak leren. Het plotselinge afscheid van zijn vader, broer en vrienden doet pijn en net als zijn moeder hoopt hij dat de oorlog snel voorbij is, zodat de familie weer herenigd kan worden, in Israël. Viktoria lacht haar tranen moedig weg: ‘Wij zijn niet de enigen die hier nu doorheen moeten. En als de oorlog voorbij is, komt Christenen voor Israël alle mannen brengen.’
Donkere schaduw
Ook Yochanan (56), een tandarts uit Kiev, hoopt op een snelle familiehereniging, al gaat het in dit geval om de zus van zijn vrouw. Zij woonde bij hem en zijn vrouw en dochter, maar op het moment dat de Russen de stad aanvielen en veel mensen geëvacueerd werden, was ze niet thuis. Sindsdien hebben ze niets meer van haar vernomen. Ze weten dus niet of ze nog leeft of zich ergens schuilhoudt. Een donkere schaduw over de toch al zo moeilijke laatste weken.
tekst gaat onder de foto verder
Yochanan: ‘Die laatste weken waren vol van platgebrande dorpen, vele andere tragedies, verlies en rouw.’ Toch is hij niet zonder hoop. ’We zijn religieuze mensen en geloven wat God door Zijn profeten gesproken heeft: Ik zal jullie verstrooien, maar op een dag weer bijeen verzamelen in het land dat Ik jullie beloofd heb. De plannen van de Almachtige hangen niet af van onze wensen. Als Hij zegt dat Hij dit gaat doen, dan is dat ook zo, wat er ook gebeurt.’ En nu vertrekken Yochanan, zijn vrouw en 13-jarige dochter voorgoed naar Israël.
Rijk
Dat geldt ook voor de 92-jarige Ludmila uit Vinnitsa, die weduwe is. Samen met haar dochter en schoonzoon is ze de laatste van de familie die naar Israël verhuist. Haar zoon en andere dochter met hun kinderen wonen er al een aantal jaren. De hoogbejaarde Ludmila oogt opmerkelijk fit en vertelt trots over haar kinderen en kleinkinderen. Nu moet ze alles achterlaten, maar ze benadrukt een paar keer hoe rijk ze zich voelt door haar prachtige gezin.
tekst gaat onder de foto verder
Als Holocaustoverlevende kent ze maar al te goed de schaduwzijden van het bestaan. Als de oorlog uitbreekt, is ze tien jaar oud. Haar Joodse vader sluit zich aan bij het leger om tegen de nazi’s te vechten. Met haar moeder houdt ze zich schuil in een dorpje op het platteland. Als ze uiteindelijk moeten vluchten, gaat dat niet vanzelf. ‘Er was geen trein, geen plek in de trein of het was te gevaarlijk. Wat nu gebeurt, lijkt daarop.’ Alle drie overleven ze de Holocaust. Later trouwt ze met een Joodse man (’Steven Spielberg heeft een documentaire over hem gemaakt’). En hoewel ze beiden trots zijn op hun Joodse identiteit, staat een verhuizing naar Israël niet hoog op de agenda, tot een paar weken geleden het oorlogsgeweld losbarst. Ludmila's besluit om te gaan, valt uiteindelijk binnen twee uur.
Droom
Iemand die al wél zijn hele leven gedroomd heeft van een bestaan in Israël is de 82-jarige Vladimir uit Krivoy Rog, in het oosten van Oekraïne. ‘Ik heb altijd gedacht dat alija maken onmogelijk was én dat ik dat pas kon doen als ik genoeg geld zou hebben om mezelf te kunnen redden.’ Als de oorlog uitbreekt, bevindt zijn woonplaats Krivoy Rog zich midden in het strijdtoneel en als de kans zich voordoet, vertrekt hij met een bus voor vluchtelingen richting West-Oekraïne. De eindbestemming lijkt Roemenië, maar in de bus ontmoet hij Viktoria (zie boven), die hem vertelt over Christenen voor Israël en de mogelijkheid alija te maken. ‘Als ik geweten had, dat ik naar Israël zou gaan, had ik me beter gekleed’, grapt hij.
tekst gaat onder de foto verder
Vladimir is weduwnaar en ook zijn dochter is overleden. Hij heeft alleen nog een kleinzoon (die hij grotendeels zelf heeft opgevoed na het vroege overlijden van zijn dochter), en die woont in Israël. Hij is van harte welkom om bij zijn kleinzoon in te trekken, maar dat lijkt hem geen goed idee. ‘Hij is 23 en ik ben 82, dan doe je toch andere dingen. In dezelfde woonplaats is prima, maar niet in hetzelfde huis.’ Wat hij precies van het leven in Israël moet verwachten, weet hij nog niet. ‘Het belangrijkste is dat ik nu mijn kleinzoon weer kan zien.'
“Hoor het woord van de Heere, heidenvolken, verkondig het in de kustlanden van ver weg, en zeg: Hij Die Israël verstrooid heeft, zal het weer bijeenbrengen en het hoeden, zoals een herder zijn kudde hoedt. ”
— Jeremia 31:10
Hoe kunt u helpen?
Christenen voor Israël regelt vervoer vanuit Oekraïne naar Moldavië en Roemenië, van waaruit Joodse vluchtelingen naar Israël vliegen. Een busrit kost €4000,-. Dat is omgerekend €100,- per persoon. We verwachten dat er de komende tijd nog veel bussen zullen vertrekken. Dit kan alleen mogelijk gemaakt worden met uw steun. Helpt u mee? Doneer dan hieronder. Bedankt voor uw betrokkenheid en steun!