Israël en haar terugkomst op 14 mei 1948, zijn een wonder en het teken van de eindtijd waarin wij leven. God maakt Zijn beloften, die Hij bij monde van de profeten deed, op een geweldige en ontroerende wijze waar. Stel je voor, profeten die tussen de ruim 3000 en 4000 jaar geleden door Gods Geest geleid, hierover spraken, en wij zien die woorden voor onze ogen vervuld worden.

De Bijbel roept ons op om ons hier achter te scharen, hier blij mee te zijn en te benoemen dat Hij Zijn beloften waarmaakt. Dit doen we als Christenen voor Israël dan ook heel graag. Het blijft echter verbazingwekkend dat juist in deze tijd antisemitisme enorm toeneemt en zelfs in sommige kerken zeer kritische en negatieve geluiden ten aanzien van het Joodse volk en de staat Israël te horen zijn. Laten we alstublieft liefdevol, maar ook duidelijk, wijzen op wat God doet en dat Hij Zijn volk thuis brengt.

75 jaar. Graag lees ik op iemands verjaardag de Psalm die bij die leeftijd past of tenminste gedeelten uit zo'n Psalm. Zo ook nu. Het opschrift van deze Psalm is voor de koorleider op de melodie van “Richt niet te gronde”. Toepasselijk, denk ik! De Psalm opent met het loven van God en het vertellen van Zijn wonderen. Het land en zijn bewoners smolten weg maar de pilaren zijn vastgezet. Goddelozen worden opgeroepen niet arrogant te rebelleren, hen wacht het oordeel en benoemd wordt dat God Rechter is.

Tenslotte wordt de God van Jakob psalmen toegezongen en blijkt dat de horens van de goddelozen afgebroken en de horens van de rechtvaardige omhoog geheven worden.

Israël maakt deel uit van Gods beloften en Zijn wonderen en wij wensen deze 75-jarige staat vrede en bescherming van de Almachtige toe.