Sluiten

Zoeken.

Geopolitiek

Internationaal recht

Terug naar overzicht

Hoe komt het dat de VN Israël zo vaak veroordeelt?

Door Ruben Ridderhof

Artikel

Gevorderd

united-nations-1184119_1920

Wie zich een beetje verdiept in de resoluties die vanuit de Verenigde Naties worden uitgevaardigd in de verschillende organen die de organisatie rijk is, zal het niet ontgaan dat Israël er bovengemiddeld vaak met kritiek vanaf komt. Voor toeschouwers wekken al deze Israëlkritische resoluties de indruk dat Israël wel een van 's werelds grootste schurkenstaten moet zijn. Terwijl Israël ook bekendstaat als 'de enige democratie in het Midden-Oosten'. Hoe komt het dat de VN Israël zo vaak veroordeelt?

De Verenigde Naties zijn ontstaan uit een verlangen naar vrede in de wereld. Het handvest van de internationale samenwerkingsorganisatie, dat in 1945, kort na de Tweede Wereldoorlog werd aangenomen, stelt dat de organisatie internationale vrede en veiligheid wil handhaven en door als lidstaten gezamenlijk maatregelen te nemen, vriendschappelijke betrekkingen wil ontwikkelen en internationale samenwerking wil bevorderen.

Het is dus logisch dat de VN zich bemoeit met het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Maar als je vergelijkt hoe vaak Israël in VN-resoluties wordt aangesproken met andere conflictgebieden, dan zie je dat er iets buiten proporties plaatsvindt.

foto: Patrick Gruban/CC2.0 Wikipedia

Kritische resoluties van de VN Algemene Vergadering
JaarIsraëlAndere landen
2015203
2016206
2017216
2018216
2019187
2020177

Het grote aantal VN-veroordelingen van Israël wekt de indruk dat het Israëlisch-Palestijns conflict een van de bloedigste conflicten ter wereld moet zijn. Maar wanneer we het dodental van het conflict afzetten tegen andere conflictsituaties zien we dat in het Israëlisch-Arabische conflict volgens de ruimste schattingen sinds 1948 ongeveer 85.000 slachtoffers zijn gevallen. In 2020 vielen er volgens VN-cijfers 28 slachtoffers.

Dit valt natuurlijk in het niet bij conflictsituaties elders in de wereld. Zo vielen er tijdens de Amerikaanse invasie in Irak van 2003-2006 ruim 600.000 doden. In Syrië vielen sinds 2011 ruim 500.000 doden. In de afgelopen tien jaar vielen volgens de VN in Afghanistan meer dan 100.000 burgerdoden.

Hoe komt het dat Israël zo bovengemiddeld veel kritiek krijgt te verduren vanuit de VN? Hiervoor zijn meerdere oorzaken en mechanismen te benoemen:

1. Geopolitieke belangen

Hoewel de VN natuurlijk in eerste instantie werd opgericht om vrede en internationale samenwerking te bevorderen, vormt het platform een uitgelezen kans voor de lidstaten om hun eigen geopolitieke belangen te behartigen. Maar om binnen de VN zeggingskracht te hebben, heb je een meerderheid van stemmen nodig. Resoluties worden immers aangenomen met een meerderheid van stemmen. Zo ontstonden in de jaren '50 en '60 samenwerkingsverbanden tussen landen om op het wereldtoneel tegenwicht te kunnen bieden aan de invloed van wereldmachten. Zo vormen de Beweging van Niet-Gebonden Landen (Non Aligned Movement, NAM) en de G77, met vandaag de dag respectievelijk 120 en 134 leden, machtige stemblokken in de VN. Zij hebben hun gezamenlijke doelen meerdere malen onder woorden gebracht als 'weerstand tegen kolonialisme, racisme, hegemonie, agressie, evenals buitenlandse interventie en/of bezetting'.

Met deze opstelling bieden deze bewegingen vooral tegenstand tegen de invloed van het Westen en met name de Verenigde Staten. En omdat Israëls goed bevriend is met de VS, vormt het bekritiseren van Israël een onderdeel van hun inspanningen om de VS op het wereldtoneel in diskrediet te brengen. Deze geopolitieke samenwerking zorgt er dus voor dat als er een op Israël kritische resolutie wordt aangenomen, dat deze vrijwel altijd kan rekenen op een meerderheid van stemmen. Een van de meest omstreden resoluties die op deze manier het licht zag, was resolutie 3379, waarin zionisme gelijk werd gesteld aan racisme. Deze resolutie werd in 1991 herroepen.

2. De kracht van herhaling

Wie er eens een paar VN-resoluties met betrekking tot Israël op naslaat, komt al snel tot de ontdekking dat deze het gevolg zijn van een of ander eerder verzoek om dit op de agenda te zetten. Zo zijn er door de VN meerdere suborganisaties, commissies en onderzoeksmissies in het leven geroepen rond het Israëlisch-Palestijnse conflict.

  • UNRWA - United Nations Relief and Work Agency (1949), de vluchtelingenorganisatie voor Palestijnse vluchtelingen werd opgericht na de Onafhankelijkheidsoorlog en is de enige VN-vluchtelingenorganisatie voor een specifiek conflict en land. De organisatie wordt driejaarlijks herzien en heeft in de loop der jaren een groter mandaat gekregen.
  • UNCCP - United Nations Conciliation Commission for Palestine (1948) - commissie die moest bijdragen aan een vreedzame oplossing. Rapporteert al jaren aan de Algemene Vergadering dat er 'niets nieuws' is te vermelden. Een dode commissie dus.
  • Special Committee to Investigate Israeli Practices Affecting the Human Rights of the Palestinian People and Other Arabs of the Occupied Territories (1968) - deze commissie onderzoekt hoe Israëlisch beleid de Palestijnse bevolking beïnvloedt. Met name is de commissie kritisch op Israëls nederzettingenbeleid. De commissie bereidt jaarlijks resoluties voor voor de Algemene Vergadering. Deze worden vrijwel altijd aangenomen.
  • CEIRPP - Committee on the Exercise of the Inalienable Rights of the Palestinian People (1975) - in het leven geroepen om een programma op te stellen voor de Palestijnen om hun 'onvervreemdbare recht op zelfbeschikking' uit te oefenen. Sindsdien zet de commissie zich in om dit binnen de VN te promoten. Naarmate het mandaat van de commissie uitbreidde werd de UNDPR in het leven geroepen als secretariaat. Samen organiseren deze organisaties jaarlijks herinneringsactiviteiten voor de Internationale Dag voor Solidariteit met het Palestijnse volk. Resolutie A/RES/3376 werd erdoor gedrukt dankzij de NAM
  • UNDPR - United Nations Division for Palestinian Rights (1977) - opgericht als PR-machine voor de CEIRPP, om een 'geïnformeerde publieke opinie ter ondersteuning van het verkrijgen van deze rechten' te genereren. De UNDPR is daarmee ondermeer verantwoordelijk voor UNISPAL (United Nations Information System on the question of Palestine), een uniek online informatieplatform voor VN-documenten rond de Palestijnse kwestie. Er bestaat geen ander dergelijk VN-systeem voor andere situaties. De database bevat een kleine 40.000 documenten, waaronder ruim 1900 resoluties
  • De militaire observatiemissies rond Israël: UNTSO (1948) UNDOF (1974) en UNIFIL (1978) die regelmatig rapporteren over hun activiteiten en bevindingen, maar deze zijn minder gerelateerd aan de Palestijnse kwestie en meer gericht op Israëls conflict met zijn buurlanden.
  • Individuele onderzoeksmissies, zoals de Goldstonemissie in 2008 en de Onderzoekscommissie in 2014 die door de VN Mensenrechtenraad werden ingesteld met het expliciete doel 'Israëls schendingen van humanitair recht' te onderzoeken.

Deze organisaties en brengen regelmatig verslag uit en hierover wordt standaard in de VN-lichamen vergaderd. Zo is Israël in diverse VN-organisaties tot een vast agendapunt geworden. Het meest bekend is agendapunt 7 van de VN Mensenrechtenraad, waarin wordt gesproken over de 'Mensenrechtensituatie in Palestina en andere bezette Arabische gebieden'.

Ook de Economische en Sociale Raad van de VN heeft 'De economische en sociale gevolgen van de Israëlische bezetting op de leefomstandigheden van het Palestijnse volk' standaard op de agenda staan. En ook UNESCO vergadert al jaren standaard over de staat van het onderwijs in de 'bezette Arabische gebieden'. Inmiddels kent de agenda van de Algemene Vergadering minstens drie terugkerende agenda-items waarin Israëls handelen ten aanzien van de Palestijnen onder kritiek komt. Al deze herhalende agenda-items zorgen voor een gestage stroom aan Israël-kritische resoluties vanuit de VN.

3. Palestijnse diplomatieke inspanningen

Sinds 1974 zijn de Palestijnen actief binnen de VN. In 1974 werd de PLO door de Algemene Vergadering erkend als vertegenwoordiger van het Palestijnse volk en toegelaten als niet-staat waarnemer bij de Verenigde Naties. Daarmee kregen de Palestijnen toegang tot alle VN-vergaderingen en platforms. Toen de PLO in het najaar van 1988 de Palestijnse onafhankelijkheid verklaarde, werd dit in de VN erkend en werd in VN-stukken voortaan niet meer gesproken van de 'Palestijnse Bevrijdingsorganisatie' (PLO), maar van 'Palestina'.

In 1998 gaf de VN 'Palestina' extra privileges, waarmee de Palestijnen mochten deelnemen aan vergaderingen en mede conceptresoluties mochten indienen. In 2011 diende Mahmoud Abbas een verzoek in bij de VN om als volwaardig lid te worden geaccepteerd. Maar omdat lidmaatschap van de VN via de VN Veiligheidsraad loopt, legde Secretaris-Generaal Ban Ki Moon het verzoek bij de Veiligheidsraad neer en daar werd het verzoek afgewezen. Een jaar later, op 12 november 2012 werd de Veiligheidsraad omzeild en verleende de Algemene Vergadering 'Palestina' de status als 'waarnemend niet-lidstaat'. Het was een symbolische erkenning van Palestina als onafhankelijke staat en hiermee kreeg de diplomatieke status van 'Palestina' een boost.

Nieuwe diplomatieke mogelijkheden lagen open voor de Palestijnen en het was ook het Palestijnse strategische voornemen om mede via derde partijen als de VN druk op Israël uit te oefenen. Deze strategie werpt zijn vruchten af. In 2016 nam het uitvoerend bestuur van UNESCO bijvoorbeeld een resolutie aan waarin Israël wordt veroordeeld voor het schenden van Palestijns islamitisch cultureel erfgoed. Toen Palestina in 2019 voorzitter werd van de G77, wist het in ECOSOC een resolutie erdoor te krijgen waarin Israël als enige land ter wereld wordt aangesproken op het schenden van vrouwenrechten …

4. Invloed van NGO's

Het is expliciet beleid binnen de VN om nongouvernementele organisaties (NGO's) uit te nodigen om raad te geven. Met name NGO's uit ontwikkelingslanden worden aangemoedigd deel te nemen. Op die manier zijn internationale mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch, maar ook plaatselijke 'mensenrechtenorganisaties' als Al-Haq, Ittijah en Badil. Deze organisaties 'adviseren' de mensenrechtenraad vaak vanuit een vooringenomen standpunt ten aanzien van het Israëlisch-Palestijnse conflict.

In 2001 werd in het Zuid-Afrikaanse Durban een VN-conferentie georganiseerd tegen racisme. Gelijktijdig vond een bijeenkomst van talloze NGO's plaats die gezamenlijk een document uitbrachten dat als leidraad voor de VN zou moeten dienen. In dit document werd Israël beschuldigd van racisme tegen de Palestijnen en werd onder meer opgeroepen om resolutie 3379 - dat zionisme gelijkstaat aan racisme - opnieuw aan te nemen. Uiteindelijk werden alle oprechte antiracismepogingen overschaduwd door een veelheid aan antisemitische uitingen van pro-Palestijnse organisaties.

Bij alle mensenrechtenargumenten waarmee Israëls beleid ten aanzien van de Palestijnen wordt bekritiseerd, wordt - noch in VN-documenten, noch in de rapporten van mensenrechten-NGO's - zelden kritiek geuit op het geweld waarmee Palestijnse terreurorganisaties Israëlische burgers proberen te treffen. Israëls acties worden stelselmatig geframed als doelbewuste schending van de Palestijnse rechten, terwijl de Palestijnse terreur wordt gezien als rechtmatig 'verzet' tegen de Israëlische bezetting.

5. Zelfversterkend mechanisme

Alle bovenstaande factoren zorgen voor een zelfversterkend mechanisme. Als namelijk eenmaal een resolutie is aangenomen, vormt deze een argument voor volgende resoluties. Zo komen VN-resoluties altijd 'overwegende dit …, in acht nemende dat …, benadrukkende zus … en zich ernstig zorgen makende zo …' tot de feitelijke inhoud van de resolutie. Deze 'preambules' verwijzen soms naar actuele omstandigheden en nieuw opgedane informatie, maar in het VN-ecosysteem grijpen ze vaak ook terug op eerder aangenomen resoluties. En zo vormt elke nieuwe Israëlkritische resolutie in de VN een basis voor een volgende resolutie.

Komt hier dan nooit een einde aan?

De wereldpolitiek is altijd in beweging. En dus ook op het geopolitieke toneel van de VN is er een kans dat het eenzijdige, ongebalanceerde bekritiseren van Israël eens zal verstommen. In elk geval is er de laatste jaren in toenemende mate toegegeven dat er wat dit betreft iets is scheefgegroeid in de VN. Zowel voormalig Secretaris-Generaal Kofi Annan als Ban Ki Moon hebben dit toegegeven. Ook hebben een aantal landen, waaronder Nederland dit erkend en hun stemgedrag in de VN aangepast als protest tegen deze situatie. Verder lijkt er een toenadering gaande tussen Israël en de Arabische wereld. Het is mogelijk dat de vredesovereenkomsten met de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein en Soedan - en misschien volgen er nog wel meer Arabische landen - ook het stemgedrag van deze landen in de VN zullen veranderen.

Maar de globale politiek verandert maar heel langzaam en de VN heeft een formidabele basis gelegd om het Palestijnse slachtofferschap te eren en daarmee Israël blijvend te bekritiseren.

5jImnjU2_400x400

De schrijver

Ruben Ridderhof

Doneren
Abonneren
Agenda