Lezen: 1 Koningen 18:21-39
1 Koningen 18:21-39
21 Toen kwam Elia naar voren, naar heel het volk, en zei:
Hoe lang hinkt u op twee gedachten?
Als de HEERE God is, volg Hem; maar als het de Baäl is, volg hem dan!
Maar het volk antwoordde hem niet.
22 Toen zei Elia tegen het volk:
Ik ben als enige profeet van de HEERE overgebleven, maar de profeten van de
Baäl zijn met vierhonderdvijftig man.
23 Laat men ons dan twee jonge stieren geven; laat hen de ene jonge stier voor zich uitkiezen, die in stukken snijden en op het hout leggen, maar er geen vuur op aansteken. Ik zal dan de andere jonge stier bereiden, op het hout leggen en er geen vuur op aansteken.
24 Roep dan u de naam van uw god aan, en ík zal de Naam van
de HEERE aanroepen. En het zal gebeuren dat de God Die door vuur antwoordt, Die
is God!
En heel het volk antwoordde en zei: Dat is goed.
25 Toen zei Elia tegen de profeten van de Baäl:
Kies voor uzelf de ene jonge stier en bereid die het eerst, want u bent met
velen. Roep daarna de naam van uw god aan, maar steek het vuur niet aan.
26 Zij namen de jonge stier die hij hun gegeven had,
bereidden die, en riepen van de morgen tot de middag de naam van de Baäl aan:
"O Baäl, antwoord ons!"
Maar er was geen stem en er was geen antwoord. En zij hinkten bij het altaar
dat men gemaakt had.
27 En het gebeurde rond de middag dat Elia hen bespotte en
zei:
Roep met luide stem, want hij is een god! Hij is vast in gedachten, of hij
heeft zich afgezonderd, of hij is op reis; misschien slaapt hij wel en moet hij
wakker worden!
28 Toen riepen zij met luide stem en sneden zich met zwaarden en speren naar hun gewoonte, totdat het bloed over hen heen stroomde.
29 Het werd middag, en zij raasden door, totdat het tijd werd om het graanoffer te brengen. Maar er was geen stem, er was geen antwoord, er was geen teken van aandacht.
30 Toen zei Elia tegen heel het volk:
Kom dichterbij mij.
En heel het volk kwam dichterbij hem. Hij herstelde het altaar van de HEERE dat
afgebroken was.
31 Elia nam twaalf stenen, naar het aantal stammen van de zonen van Jakob, tot wie het woord van de HEERE gekomen was: Israël zal uw naam zijn.
32 Hij bouwde met die stenen een altaar in de Naam van de HEERE, en hij maakte een geul rond het altaar, zo groot als twee maten zaad konden bevatten.
33 Hij schikte het hout, sneed de jonge stier in stukken, legde die op het hout
34 en zei: Vul vier kruiken met water en giet die uit over
het brandoffer en over het hout.
Daarna zei hij: Doe het voor de tweede keer. En zij deden het voor de tweede
keer. Daarna zei hij: Doe het voor de derde keer. En zij deden het voor de
derde keer.
35 Het water stroomde rondom het altaar, en ook de geul vulde hij met water.
36 En het gebeurde op het moment dat men het graanoffer
brengt, dat de profeet Elia naar voren trad en zei:
HEERE, God van Abraham, Isaak en Israël,
laat het heden bekend worden dat U God bent in Israël, dat ik Uw dienaar ben,
en dat ik al deze dingen op Uw woord gedaan heb.
37 Antwoord mij, HEERE, antwoord mij, zodat dit volk weet dat U, HEERE, God bent en dat U hun hart weer terugbrengt!
38 Toen viel er vuur van de HEERE neer en verteerde het brandoffer, het hout, de stenen en het stof; zelfs het water dat in de geul was, likte het op.
39 Toen heel het volk dit zag, wierpen zij zich met het
gezicht ter aarde en zeiden:
"De HEERE is God! De HEERE is God!"
Overdenking
In het noordwesten van Israël, vlakbij de Israëlische stad Haifa, ligt de berg Karmel. Op deze berg draait het om het maken van een spannende keuze: kiest Israël voor de levende God of voor de dode afgod Baäl?
Je ziet het misschien voor je: het volk Israël heeft zich verzameld bij de berg Karmel. Het is een drukte van belang. De spanning is voelbaar: er gaat wat gebeuren. Het heeft al drie jaar niet geregend. Het land is kurkdroog en er is een hongersnood. God straft koning Achab en het volk omdat ze achter de afgoden aan zijn gegaan.
En daar op de Karmel zal de beslissing vallen. Elia vraagt aan het volk: Hoelang hinken jullie nog op twee gedachten? Kies welke god jullie willen volgen! Maar het volk zwijgt.
De profeet Elia, als enige profeet overgebleven, staat tegenover 450 profeten van Baäl. Er zijn twee offerplaatsen en twee stieren. Dit is het moment van de waarheid: welke god zal vuur uit de hemel geven: de God van Israël… of Baäl?
We weten allemaal hoe deze geschiedenis afloopt. De God van Abraham, Izak en Jakob laat met een verterend vuur zien dat Hij God is, de Enige. Het volk ziet het met eigen ogen, buigt zich voor God en zegt: ‘De HEERE is God, de HEERE is God!’.
De God van Israël is de levende God. Toen en ook vandaag. Hij tolereert geen andere goden, alleen Hij is het waard gediend te worden. Hij vraagt geen halfhartige religie, maar radicale toewijding: een duidelijke keuze voor Hem.
In de weg die God met Israël gaat, zie je wat er gebeurt als het volk afdwaalt, andere goden gaat dienen en God ongehoorzaam is. Je ziet ook welke grote dingen God doet als het volk juist wél afgestemd is op de Schepper.
Bid vandaag dat Israël en de wereld God erkennen als de Schepper en de enige God Die gediend moet worden. Laten we ons verootmoedigen en buigen voor Hem en zeggen: De HEERE is God!
Meer overdenkingen lezen?
In de zomertijd delen we iedere werkdag een zomeroverdenking met u. Lees alle overdenkingen hier.
Elke dag een melding krijgen via WhatsApp? Klik hier om je te abonneren! (Klik op "kanaal bekijken" en vervolgens rechtsboven op "volg" om u aan te melden. Druk op het belletje om dagelijks een melding te krijgen.)