Jozua 6:1-20

1 Nu sloot Jericho zijn poorten, en deed ze op slot vanwege de Israëlieten. Niemand ging eruit en niemand ging erin.

2 Toen zei de HEERE tegen Jozua: Zie, Ik heb Jericho met zijn koning en strijdbare helden in uw hand gegeven.

3 U moet rondom de stad trekken, alle strijdbare mannen rondom de stad één keer. Zo moet u dat zes dagen doen.

4 Zeven priesters moeten zeven bazuinen van rams­hoorns vóór de ark uit dragen. Maar op de zevende dag moet u zevenmaal rondom de stad trekken, en de priesters moeten op de bazuinen blazen.

5 En het zal gebeuren, als zij op de ramshoorn blazen – als u het geluid van de bazuin hoort – heel het volk een luid gejuich zal aanheffen. Dan zal de muur van de stad instorten en het volk moet ernaar boven klimmen, ieder recht voor zich uit.

6 Jozua, de zoon van Nun, riep de priesters en zei tegen hen: Draag de ark van het verbond, en laat zeven priesters zeven bazuinen van rams­hoorns dragen vóór de ark van de HEERE uit.

7 Tegen het volk zei hij: Trek op, trek rondom de stad, en laat de gewapende mannen vóór de ark van de HEERE uit gaan.

8 En het gebeurde toen Jozua tot het volk gesproken had, dat de zeven priesters die de zeven bazuinen van rams­hoorns vóór het aangezicht van de HEERE uitdroegen, op de bazuinen bliezen. De ark van het verbond van de HEERE volgde hen.

9 De gewapende mannen trokken vóór de priesters uit die op de bazuinen bliezen, en de achterhoede volgde de ark, terwijl men al gaande op de bazuinen blies.

10 Jozua had het volk geboden: U mag niet juichen en uw stem niet laten horen; er mag uit uw mond geen woord komen tot op de dag dat ik tegen u zeg: Juich! Dan moet u juichen.

11 Zo liet hij de ark van de HEERE rondom de stad trekken, één keer. Daarna kwamen zij in het kamp en overnachtten in het kamp.

12 Toen stond Jozua 's morgens vroeg op, en de priesters droegen de ark van de HEERE.

13 De zeven priesters die de zeven bazuinen van rams­hoorns vóór de ark van de HEERE uitdroegen, trokken al blazende op de bazuinen uit. De gewapende mannen gingen vóór hen uit en de achterhoede volgde de ark van de HEERE, terwijl men al gaande op de bazuinen blies.

14 Zo trokken zij op de tweede dag ook één keer rondom de stad en keerden terug naar het kamp. Zo deden zij zes dagen lang.

15 Op de zevende dag nu stonden zij vroeg op, bij het aanbreken van de dag, en zij trokken op dezelfde wijze zevenmaal rondom de stad. Alleen op die dag trokken zij zevenmaal rondom de stad.

16 En het gebeurde toen de priesters de bazuinen voor de zevende keer bliezen, dat Jozua tegen het volk zei: Juich, want de HEERE heeft u de stad gegeven!

17 De stad zelf echter moet door de ban aan de HEERE gewijd worden, zij en alles wat erin is; alleen Rachab, de hoer, moet in leven blijven, zij en allen die bij haar in huis zijn, omdat zij de boden verborgen heeft die wij uitgezonden hadden.

18 Alleen, wees zelf op uw hoede voor dat wat door de ban gewijd is; breng uzelf niet in de ban door ervan te nemen en het kamp van Israël in de ban te brengen en het in het ongeluk te storten.

19 Maar al het zilver en goud, en het koper en ijzer zijn heilig voor de HEERE; het moet bij de schat van de HEERE komen.

20 Toen juichte het volk, en zij bliezen op de bazuinen. En het gebeurde, zodra het volk het geluid van de bazuin hoorde en het volk een luid gejuich aanhief, dat de muur instortte; en het volk klom de stad in, ieder recht voor zich uit, en zij namen de stad in.

Overdenking

De stad Jericho is de oudste continu bewoonde stad ter wereld. De stad, gelegen op de Westelijke Jordaanoever, ligt 260 meter onder zeeniveau en is daarmee ook nog eens de laagst gelegen stad ter wereld.

Toch zullen deze feitjes niet het eerste zijn waar je aan denkt als ik het over Jericho heb. Je denkt ongetwijfeld aan het volk Israël dat aan de wandel is, de muren die vallen en de stad die ingenomen wordt.

Het volk Israël heeft een andere leider gekregen: Jozua volgt Mozes op. Na jarenlang door de woestijn getrokken te zijn, is het volk klaar om het Beloofde Land binnen te gaan. De generatie die uit Egypte bevrijd was, is inmiddels gestorven. Dit was het gevolg van hun ongeloof en ongehoorzaamheid aan God (lees Numeri 13 en 14 er maar op na).

Met een nieuwe generatie en een nieuwe leider trekt het volk door de rivier de Jordaan en nadert Jericho. Bij de plaats Gilgal viert het volk het Pascha en de mannen worden opnieuw besneden. De wolk- en vuurkolom verdwijnen en er komt geen manna meer uit de hemel. Het is een nieuw begin als volk dat toegewijd is aan God, klaar voor de strijd.

De mensen in Jericho hebben gehoord van dit volk en hun God en zijn verlamd van angst. De stad is in de hoogste staat van paraatheid. Jericho had enorm dikke muren, de poorten zitten potdicht en het lijkt een onneembare vesting.

God test hier het vertrouwen van Zijn volk. Geloven ze dat God écht voor hen uit zal gaan? We kennen het verhaal: God laat de muren instorten, zonder dat Israël maar één vinger hoeft uit te steken.

Door het geloof én de gehoorzaamheid van Israël, geeft God hen de stad in handen. Het is het begin van het leven in het Beloofde Land. Israël leert hier dat de strijd ten diepste in de handen ligt van hun God. De overwinning komt volledig van Hem.

Waar Israël toen vocht om het Beloofde Land, moet het ook nu vechten voor haar bestaan. Gelukkig mogen we weten dat de overwinning in Zijn handen ligt. Hij zal voor hen strijden.

Bid dat iedereen (in Israël en daarbuiten) vertrouwt op de God van Israël.

Meer overdenkingen lezen?

In de zomertijd delen we iedere werkdag een zomeroverdenking met u. Lees alle overdenkingen hier.

Elke dag een melding krijgen via WhatsApp? Klik hier om je te abonneren! (Klik op "kanaal bekijken" en vervolgens rechtsboven op "volg" om u aan te melden. Druk op het belletje om dagelijks een melding te krijgen.)