Zomeroverdenking 11 augustus • What's in a name?

Lezen: Ruth 1:1-5

Ruth 1:1-5

1 In de dagen dat de richters leiding gaven aan het volk, gebeurde het dat er hongersnood was in het land. Daarom ging een man uit Bethlehem in Juda op weg om als vreemdeling in de vlakten van Moab te verblijven, hij, zijn vrouw en zijn twee zonen.

2 De naam van de man was Elimelech, de naam van zijn vrouw Naomi en de namen van zijn twee zonen Machlon en Chiljon, Efrathieten uit Bethlehem in Juda. En zij kwamen in de vlakten van Moab en bleven daar.

3 Elimelech, de man van Naomi, stierf, en zij bleef achter met haar twee zonen.

4 Die namen voor zich Moabitische vrouwen. De naam van de ene was Orpa en de naam van de andere Ruth. En zij bleven daar ongeveer tien jaar.

5 En die twee, Machlon en Chiljon, stierven ook. Zo bleef de vrouw achter, zonder haar twee zonen en zonder haar man.

Overdenking

“What’s in a name?” is een centrale vraag in het bekende toneelstuk Romeo en Julia. Naar aanleiding van Ruth zou die vraag ook kunnen worden gesteld. Bijna alle namen hebben een betekenis. Ik zal ze kort weergeven:

Juda – heeft te maken met ‘loven’
Elimelech – mijn God is koning
Naomi – aangename
Machlon – ziekelijk
Chiljon – broos, kwetsbaar
Orpa – lang van nek (vermoedelijke betekenis)
Ruth – gezellin (mogelijke betekenis)
Mara – bitter
Boaz – de sterke
De eerste losser wordt niet bij naam genoemd
Peloni Almoni – ‘zo-en-zo’ of ‘dinges’
Obed – dienstknecht

Hun namen zijn veelzeggend. Van jongens die ‘ziekelijke’ en ‘broze’ heten valt nauwelijks iets te verwachten en een losser die wordt aangeroepen met ‘hé, jij daar!’, daar klinkt weinig toekomst in door.

Een man die ‘mijn God is Koning’ heet die het ‘broodhuis’ verlaat, om zijn geluk te zoeken in het dubieuze Moab, het land waar je niet moet zijn. Moabieten zijn afstammelingen van de zoon van Lot en zijn oudste dochter, een incestueuze verhouding. Moab-Israël staan regelmatig vijandig ten opzichte van elkaar. Vooral wanneer hij daar blijft vastzitten, dan leeft hij aan zijn roeping voorbij.

In het boek Ruth doen namen er dus toe. Bovendien begint het boek met de zin; “In de dagen dat de richters richten.” Het refrein in het boek Richteren is dat ‘ieder deed wat goed was in zijn eigen ogen.’ Dat klinkt wel modern, maar als je een beetje kritisch leest, dan blijkt dat het ‘kwaad is in de ogen des HEEREN’. Niet goed dus, integendeel. Maar… het boek eindigt met het woord, de naam van ‘David’. De koning van Gods liefde. David betekent ook ‘geliefde’.

In het Nieuwe Testament is een naam eveneens vaak van belang. De arme Lazarus is de enige die in een gelijkenis een naam heeft: ‘God is Helper’. Daardoor valt op dat de rijke geen naam heeft, als hoorder kan je dan – kritisch – aan je eigen naam denken in je verhouding tot je naaste. Jezus (Jozua – de Heere redt) geeft aan dat het van het grootste belang is dat je naam is opgetekend in de hemel. Zoals Sions naam in Gods handpalm staat.

Ten slotte horen we dat wie overwint een nieuwe naam zal krijgen. En wie gedoopt is mag hopelijk zo’n nieuwe naam in Christus ontvangen.

Wat betekent jouw naam? Heeft deze betekenis iets te zeggen over Gods roeping voor jou?

Meer overdenkingen lezen?

In de zomertijd delen we iedere werkdag een zomeroverdenking met u. Lees alle overdenkingen hier.

Elke dag een melding krijgen via WhatsApp? Klik hier om je te abonneren! (Klik op "kanaal bekijken" en vervolgens rechtsboven op "volg" om u aan te melden. Druk op het belletje om dagelijks een melding te krijgen.)