Sluiten

Zoeken.

Artikelen

Activiteiten

Kennisbank

Podcasts

Projecten

Publicaties

Videos

Overig

Siloam

Door Alfred Muller - 

29 september 2008

2048x1152

“…en zei tegen hem: ‘Ga naar het badhuis van Siloam en was u daar.’” (Johannes 9:7, NBV)

De gemeente Jeruzalem wilde in 2004 in de Arabische wijk Silvan ten zuiden van de Oude Stad van Jeruzalem rioleringsbuizen vernieuwen. De gevolgen voor de archeologie waren groot. De archeoloog die toezicht hield, Eli Shukrun, zag opeens dat er traptreden zichtbaar werden.

De Oudheidkundige Dienst stelde een onderzoek in. Het bleek dat de traptreden aangelegd waren aan een kant van een vijver. De archeologen identificeerden de vijver als het badwater van Siloam (Shiloach in het Hebreeuws).

De treden bleken uit twee lagen te bestaan. De onderste laag is bepleisterd, de tweede laag bestaat uit stenen. Uit vondsten van munten concluderen archeologen dat de onderste laag is aangelegd in het begin van de eerste eeuw voor Christus en dat de vijver tijdens de eerste Joodse opstand tegen de Romeinen (66-70 n.Chr.) nog in gebruik was.

Het is niet precies bekend waarvoor het badwater gebruikt werd in de tijd van Jezus. Zeker is dat tijdens de drie grote Joodse feesten (Pesach, Pinksteren en Loofhutten) duizenden pelgrims naar Jeruzalem trokken, die water nodig hadden. Het kan ook zijn dat het badwater als mikweh (ritueel bad) heeft gediend. De weg naar de tempel was echter steil en dicht bij de tempel bevonden zich eveneens rituele baden. Voordat de pelgrims de tempel betraden, moesten ze een rituele reiniging ondergaan.

In 70 verwoestten de Romeinen Jeruzalem en haar tempel. “Toen de Romeinen Jeruzalem verwoestten, had niemand deze vijver meer nodig, want er was geen tempel meer”, zegt Shukrun. “Daarna werd de vijver bedekt met modder. Jaar in, jaar uit, tientallen jaren, honderden jaren lang. Ten slotte zag niemand het meer.”

Het water wordt aangevoerd uit de Gihon bron. Koning Hizkia (ongeveer 716 tot 687 v.Chr.), liet een tunnel aanleggen tussen de bron en het zuidelijk gedeelte van de toenmalige stad (2 Koningen 20:20). Hij stelde op deze wijze de wateraanvoer veilig in tijden van belegering. Tot op heden toe lopen toeristen door de 538 meter lange tunnel, die onder de rotsen kronkelt.

Behalve in Johannes 9 komt het woordje Siloam nog maar een keer voor in het Nieuwe Testament. In Lucas spreekt Jezus over de toren van Siloam (Lucas 13:4). Het is (nog) niet bekend waar deze toren is geweest. Het Oude Testament verwijst twee keer naar de vijver. Jesaja 8:6 spreekt over “het kabbelende water van Siloach”. Nehemia (3:15) meldt dat Sallun de muur van het waterbekken van het kanaal repareerde. Hij spreekt ook over een paleistuin, die zich bevond bij de nabijgelegen Kidron Vallei.

Het is niet bekend of het badwater van Siloam dat nu gevonden is en dateert uit de tijd van Jezus, dezelfde vijver was als Hizkia, Jesaja en Nehemia kenden. Om dat vast te stellen zouden archeologen een gat moeten graven in de laag slib die in de loop van de eeuwen in de vijver terecht is gekomen. Op deze drie meter dikke laag aarde bevindt zich nu een tuin, die behoort tot de Grieks-orthodoxe kerk.

Historici wisten overigens al dat er een vijver lag op de plaats waar de traptreden nu ontdekt zijn. Vlakbij bevindt zich ook een ander waterreservoir, waar het water dat door de Hizka-tunnel stroomt uit de rotsen komt. Ten onrechte dachten sommigen dat die plek het Badwater van Siloam was.

De plek is al open voor het publiek, maar de autoriteiten moeten nog veel werk verzetten om het gebied goed begaanbaar te maken. Vele mensen komen al naar het gebied toe om te kijken, te zitten en te bidden.

Alfred-Muller_avatar

De auteur

Alfred Muller

Alfred Muller is geaccrediteerd correspondent in Israël. Hij schrijft voor het Reformatorisch Dagblad en andere christelijke media in Nederland. Hij en zijn vrouw Judith wonen sinds 1983 in Jeruzalem. Hij...

Doneren
Abonneren
Agenda