“Het kantoor van de president is zich ervan bewust dat dit een buitengewoon verzoek is met aanzienlijke gevolgen”, aldus het kantoor van Herzog. “Na alle relevante adviezen te hebben ontvangen, zal de president het verzoek op verantwoorde en oprechte wijze in overweging nemen”, voegde het eraan toe.

In het verzoek dat via zijn advocaat werd ingediend, legde Netanyahu aan Herzog uit dat gratie “de premier in staat zou stellen al zijn tijd, capaciteiten en energie te wijden aan het bevorderen van de staat Israël in deze kritieke tijden, en aan het aanpakken van de uitdagingen en kansen die voor ons liggen”.

Door het juridische proces stop te zetten, kan ook “de kloof tussen verschillende delen van de natie worden gedicht en de deur worden geopend om de gemoederen te bedaren, allemaal met het doel de nationale veerkracht te versterken”, schreef hij.

De langstzittende premier van Israël wordt geconfronteerd met beschuldigingen van corruptie in drie afzonderlijke zaken: zaak 1000 en 2000 (in beide gevallen is de aanklacht “schending van vertrouwen”) en zaak 4000 (omkoping, fraude en schending van vertrouwen).

In een videoverklaring die kort na de aankondiging van Herzog werd vrijgegeven, zei Netanyahu dat het “zijn persoonlijke belang is en blijft om het proces tot het einde voort te zetten, totdat hij volledig wordt vrijgesproken van alle aanklachten".

"De veiligheids- en diplomatieke realiteit en het nationaal belang vereisen echter iets anders”, vervolgde de premier. "De staat Israël staat voor enorme uitdagingen, maar ook voor enorme kansen. Om de bedreigingen af te weren en die kansen te grijpen, is nationale eenheid vereist”, verklaarde Netanyahu. Hij voegde eraan toe: “De voortzetting van het proces verscheurt ons van binnenuit, wakkert deze verdeeldheid aan en verdiept de kloven.”

Volgens de premier zal het onmiddellijk beëindigen van de driemaal per week gehouden zittingen “in hoge mate bijdragen aan het temperen van de gemoederen en het bevorderen van de brede verzoening die ons land zo hard nodig heeft. Ik verwacht dat iedereen die het belang van het land boven alles stelt, deze stap zal steunen", concludeerde hij in zijn tweeënhalve minuut durende verklaring.

Minister van Defensie Israel Katz riep de president op om “een besluit te steunen dat de staat Israël in staat stelt om verenigd vooruit te gaan. Israël wordt geconfronteerd met een veiligheidsrealiteit die complexer is dan ooit: oude vijanden proberen hun kracht te herstellen, terwijl nieuwe krachten in de regio opkomen met als doel de veiligheid van de Israëlische burgers te bedreigen“, aldus Katz. ”Op dit moment hebben we behoefte aan verenigd leiderschap dat zich richt op de strategische dreiging waarvoor we staan."

De Israëlische oppositieleider Yair Lapid (Yesh Atid-partij) riep Herzog in reactie hierop op om geen gratie te verlenen, tenzij Netanyahu schuld bekent, berouw toont en onmiddellijk terugtreedt uit het politieke leven. Netanyahu vertelde de Australische journaliste Erin Molan van de podcast “The Erin Molan Show” op 13 november dat hij “overwoog” gratie aan te vragen, maar zei dat hij in het kader van de procedure geen schuld zou bekennen. “Niemand suggereert dat ik dat zal doen, en ik zal dat zeker niet doen. Dat gaat niet gebeuren”, zei hij in reactie op de bewering van Lapid dat de Israëlische wet vereist dat iemand schuld bekent en berouw toont om gratie te krijgen.

Op 12 november maakte Herzog bekend dat hij een brief had ontvangen van de Amerikaanse president Donald Trump waarin deze om volledige gratie voor Netanyahu vroeg. Trump zei dat hij de onafhankelijkheid en vereisten van het Israëlische rechtssysteem respecteert, maar dat hij van mening is dat de zaak tegen Netanyahu een “politieke, ongerechtvaardigde vervolging” is. Hij voegde eraan toe dat “het tijd is om Bibi Israël te laten verenigen door hem gratie te verlenen en voor eens en voor altijd een einde te maken aan de rechtszaak”.

Herzog reageerde op de brief en benadrukte tegenover zijn Amerikaanse tegenhanger dat “iedereen die presidentieel pardon wil, een formeel verzoek moet indienen in overeenstemming met de vastgestelde procedures”.