Sluiten

Zoeken.

Honger door de lockdown: dit hebben we al eerder meegemaakt

7 oktober 2020

Kopie van 2020 Website CVI (1)

Maaltijden worden uitgedeeld aan Israëli's die zelf geen voedsel kunnen kopen.

Nu door het hele land er weer mensen met een hongerige maag rondlopen, heeft onze voedselvoorziening het drukker dan ooit. Toch is het moeilijk opnieuw aan onze donors om financiële steun te vragen.

Stijgende werkloosheid door de lockdown

Zeker, het is waar dat de nieuwe lockdown in Israël voor velen van ons heel anders aanvoelt. Niemand vecht voor rollen toiletpapier, de schappen liggen vol met voedsel. Burgers mogen zich tot 1 kilometer ver van hun huis op straat begeven in plaats van tot 100 meter.

Ik sta aan de frontlinie van de strijd om Israëli’s van maaltijden te voorzien nu hun banen en stabiliteit verdwijnen. Ik kan je zeggen dat deze lockdown alarmerend hetzelfde lijkt.

Terwijl ik dit schrijf, maakt de regering bekend dat alle niet-vitale zaken dichtgaan. Dat betekent dat veel mensen opnieuw werkeloos zullen worden en te maken krijgen met de gevolgen voor hun portemonnee en wat op tafel te zetten.

Zelfs voordat deze strengere beperkende maatregels ingingen, had de lockdown het land hard getroffen. Vorige week maandag – de eerste werkdag van het nieuwe jaar 5781 – realiseerden duizenden zich dat ze opeens geen werk meer hadden om naartoe te gaan.
Israëls Dienst voor Werkgelegenheid rapporteerde dat sinds de aankondiging van de lockdown ongeveer 110.000 mensen zich aangemeld hebben voor een werkeloosheidsuitkering. Het aantal werklozen in Israël steeg naar 837.000.

Bekijk onze

publicaties

Israëls nationale voedselbank

In de kantoren en bij de voedselbestelwagens van Leket Israel (de nationale voedselbank) voelt het alsof we in de tijd terug gingen naar maart toen de eerste lockdown begon. We zagen toen burgers die nog nooit eerder honger hadden ervaren en nu om voedselhulp vroegen. De harde realiteit waarvan we dachten dat die geleidelijk aan verbeterde, is in een paar maanden teruggedraaid.

De inwoners van Eilat, die hun zaken opnieuw openden voor toeristen, zijn weer terug bij af en moeten opnieuw alles op alles zetten om hun rekeningen te betalen. In elke Israëlische stad en wijk (zelfs de meest ‘dure’) zijn er mensen die niet weten of en hoe ze de volgende week hun boodschappen in de supermarkt kunnen kopen. Terwijl ze met Rosh HaShana hun appel in de honing doopten, vroegen sommigen zich af of dit wellicht een van hun laatste zoetigheden voor weken zou zijn.

We zagen burgers die nog nooit eerder honger hadden ervaren nu om voedselhulp vragen.

Het team dat voor Leket Israel werkt, heeft het niet gemakkelijk. Dat wat aan voedsel in hotels, kantoren en bijeenkomsten overblijft, werd gewoonlijk aan de voedselbank gegeven om het te verdelen onder hen die het nodig hebben. Dat is nu opnieuw gestopt. Net als in het voorjaar willen we blijven doorgaan met mensen te voeden. Maar dan moeten we voedsel kopen. Het geld daarvoor komt gewoonlijk via giften.

Er waren momenten tijdens de eerste virusgolf dat we dachten: het gaat de goede kant op. We werden echter eensklaps weer achteruitgezet in een crisis, en dat op nieuwe schaal. Behalve dan dat het deze keer moelijker is voor mensen als ik die doen wat van ons verwacht wordt. We moeten uit twee kwaden kiezen. Als er hongerige magen in heel het land zijn, willen we mensen niet zonder eten wegsturen. Aan de andere kant zijn we terughoudend om bij donoren teveel aan te dringen om te geven. Zij hebben hun eigen zorgen over hun financiën en de gevolgen van de pandemie voor hun gezondheid en die van hun familie.

Bezoek onze

tentoonstelling

Steun van anderen

Het is hartverwarmend dat velen nog steeds alles doen wat ze kunnen. Dit betreft Israëli’s die sterk betrokken zijn op hun gemeenschap; en Joden in de diaspora die in een gewoon jaar wellicht Israël bezoeken en bijdragen aan de economie. Omdat ze niet komen, geven ze ons hun bijdrage.

Maar als ouders al moe worden bij de gedachte hun kinderen weer weken thuis te hebben, en docenten vermoeid reageren op de uitdaging opnieuw online les te geven, en medisch personeel zich uitgewrongen voelt door het eindeloos beroep op hun tijd en energie, voelen donoren zich evenzo moe.

In maart en april hebben velen van hen diep in hun portemonnee getast, en mogelijk ook tijdens de zomermaanden. En nu horen ze weer dat de nood groot is. Hoeveel zouden we kunnen vragen? Met hoeveel passie mogen we weer een beroep op hen doen? Hoe laveren we tussen onze verplichting jegens de hongerige Israëli’s en het verschuldigde respect aan donoren in deze moeilijke tijd?

Het voelt als dezelfde uitdaging, alleen nu zijn onze handen vastgebonden op onze ruggen.

Genoemde vragen in ons hoofd maken het nu zwaarder. Toen in het voorjaar hadden we onze reserves – onze emotionele reserves die ons op de been hielden tijdens de storm, en anderen die bijsprongen. Ook hadden we in veel gevallen financiële reserves. Nu is elk verzoek een grotere vraag dan zes maanden geleden.

Het besef van een ‘déjà vu’ is heel sterk: dit hebben we al eens eerder meegemaakt. Er is echter één verschil. Het voelt als dezelfde uitdaging, alleen nu zijn onze handen vastgebonden op onze ruggen.

Dit artikel is geschreven door Joseph Gitler, en stond 27 september 2020 op de website van The Times of Israel. Vertaling: Evelien van Dis.

Joseph Gitler is oprichter en directeur van Leket Israel, de Israëlische Nationale Voedselbank.
De voedselbank is de leidende voedselbesparingsorganisatie die vers en nog goed voedsel inzamelt. Ze werken samen met 195 andere non-profitorganisaties door het hele land om per week voedzame maaltijden uit te delen aan meer dan 175.000 Israëli’s.

Doneren
Abonneren
Agenda