Het nu openlijke conflict gaat over het bouwen van huizen voor de Joodse inwoners van Judea en Samaria. Het gaat ook over de beslissing van de Israëlische regering om zes Palestijnse maatschappelijke organisaties (Ngo’s) toe te voegen aan de lijst van terreurorganisaties die Israël bedreigen.

Het gaat om de volgende organisaties:

• Al-Haq, een Palestijnse mensenrechtenorganisatie;
• Defense for Children International, een organisatie die regelmatig in het nieuws kwam vanwege het verspreiden van leugens over de daden van het Israëlische leger;
• Het Bisan onderzoekscentrum;
• De Union of Agricultural Workers (UAWC);
• Addameer, een organisatie die zich inzet voor Palestijnse terroristen die in Israëlische gevangenissen worden vastgehouden;
• De Union of Palestinian Women Committees.

Bewijzen

Israël zegt over bewijzen te beschikken dat de zes organisaties in feite gelieerd zijn aan het Volksfront voor de bevrijding van Palestina (PLFP). Dit is een terreurorganisatie die verantwoordelijk was voor gruwelijke terreuraanslagen en de moord op de voormalige minister Ze’evi in oktober 2001.

PLFP probeerde ook de invloedrijke rabbijn Ovadia Yosef te vermoorden in 2005 en richtte in 2014 een bloedbad aan in de Har Nof synagoge in Jeruzalem. Twee broers die lid waren van PLFP sloegen toen met bijlen in op de aanwezige religieuze Joden en schoten ook met een pistool op hen en op een aanwezige politieagent. PLFP-lid Salah Hamouri speelde een voorname rol bij de planning van een poging om rabbijn Ovadia Yosef te vermoorden en is een prominent lid van de Adameer-groep die zich afficheert als een ‘mensenrechtenorganisatie’.

Het Amerikaanse ministerie voor Buitenlandse Zaken bekritiseerde de aankondiging van Israël afgelopen vrijdag. Woordvoerder Ned Rice liet weten dat men in de VS “gelooft in respect voor de mensenrechten, fundamentele vrijheden en een sterke burgermaatschappij”. Met andere woorden: Israël toont dit respect niet. Rice beweerde ook ten onrechte dat de regering in Jeruzalem de Amerikaanse regering niet tijdig op de hoogte had gebracht van de maatregel tegen de zes Palestijnse Ngo’s.

Een functionaris van het Israëlische ministerie van Defensie liet echter weten dat de regering in Washington wel degelijk was geïnformeerd, voorafgaand aan de publieke verklaring over de zes Ngo’s. De regering had zelfs geclassificeerde inlichtingen ontvangen.

De regering Bennett heeft nu besloten om officials van de binnenlandse veiligheidsdienst Shin Beth naar de VS te sturen met onomstootbaar bewijs dat de zes organisaties een verlengstuk van de PLFP zijn.

Onderzoek Shin Beth

De Shin Beth voerde tussen maart en mei een uitgebreid onderzoek uit naar de banden van de zes Ngo’s met het PLFP. De veiligheidsdienst stelde vast dat zij fondsen verwierven voor de terreurorganisatie. Ze hielden zich ook bezig met het witwassen van geld bestemd voor de PLFP. Undercover agenten van de Shin Beth waren verder aanwezig bij vergaderingen van de zes Ngo’s die ook werden bijgewoond door veroordeelde terroristen.

Een bron binnen de Shin Beth zei dat de zes Ngo’s tot het Volksfront behoren en daar fungeren als een verbindingslijn met de buitenwereld.

EU en Nederland

De Verenigde Staten waren niet de enigen die vraagtekens zetten bij de beslissing van Israël om de zes organisaties toe te voegen aan de lijst van terreurbewegingen. De Europese Unie, bijvoorbeeld, stuurde een brief naar de Palestijnse Autoriteit. In de brief bevestigde de EU dat men, ondanks de bewijzen over de banden met de PLFP, door zou gaan met de sponsoring van de zes organisaties.

Nederland is één van de landen die bijdraagt aan de financiering van vier van de zes Palestijnse organisaties, maar besloot in juli 2020 de financiering van UAWC op te schorten. Dit gebeurde nadat een intern Nederlands onderzoek had aangetoond dat tenminste twee UAWC-employees ook lid waren van het Volksfront en dat de salarissen van de twee werden betaald met geld dat Nederland aan de organisatie had gegeven. De Twee PLFP-leden, Samir Abid en Razak Praj, werden door Israël gearresteerd en vervolgd voor hun rol in de moord op de 17-jarige tiener Rina Shnerb. De jonge vrouw kwam om het leven toen Abid en Praj een bom tot ontploffing brachten toen Rina met haar vader Rabbijn Eitan Shnerb en twee broers een wandeling maakten nabij Dolev in Samaria.

Volgens de in Jeruzalem gevestigde NGO-Monitor gaf Nederland in totaal 20 miljoen euro aan UAWC. De NGO-Monitor is een organisatie die, onder andere, geldstromen naar Palestijnse Ngo’s onderzoekt.PLFP staat bij de EU op de lijst van terreurbewegingen en het zelfde geldt voor de Verenigde Staten.

Kritiek

De internationale mensenrechtenorganisaties Amnesty International en Human Rights Watch voegden zich deze week in het koor van critici. Ze lieten weten dat het Israëlische besluit een ”aanval was op de internationale mensenrechtenbeweging”.

De toevoeging van de zes Palestijnse Ngo’s aan de Israëlische lijst van terreurgroeperingen is een “alarmerende escalatie die dreigt het werk van Palestina’s meest prominente maatschappelijke organisaties te stoppen”, aldus Amnesty International en Human Rights Watch.

Beide mensenrechtenorganisaties staan bekend om hun bevooroordeeldheid tegen Israël. Ze publiceren regelmatig volstrekt eenzijdige rapporten over vermeende Israëlische mensenrechtenschendingen. Ze laten daarbij Palestijnse schendingen van de mensenrechten geheel buiten beschouwing.

Judea en Samaria

Er was deze week ook een tweede openlijke rel die tussen Israël en de Verenigde Staten. Deze werd veroorzaakt door het plan om meer dan 3.000 nieuwe huizen te bouwen in de Joodse dorpen en steden in Judea en Samaria. Tot nu toe werd de kritiek van de regering Biden op interne Israëlische aangelegenheden binnenskamers besproken. Dit was ook het geval met Israëls kritiek op het plan om het Amerikaanse consulaat in West-Jeruzalem te heropenen.

De aanwezigheid van een aantal voormalige adviseurs van ex-president Obama in de regering van Biden is zeer waarschijnlijk de reden voor de nu openlijke Amerikaanse kritiek op Israël. Onder Obama waren er regelmatig openlijke conflicten over de zogenaamde nederzettingen in Judea en Samaria en de status van Jeruzalem.

In tegenstelling tot premier Bennett gelooft Biden nog altijd in de zogenaamde tweestatenoplossing. Hij denkt dat het bouwen van huizen voor Joden in Samaria en Judea een bedreiging vormt voor de vorming van een eventuele Palestijnse staat.

Hypocrisie

Bij het uiten van zijn bezorgdheid over de bouwplannen vergat de regering Biden gemakshalve een belangrijk punt. Dezelfde commissie die zich bezighoudt met de bouw van huizen voor Joden in Judea en Samaria, staat nu ook op het punt om toestemming te geven voor de bouw van 1.303 huizen voor Palestijnse Arabieren in het zogenaamde C-gebied. Dit is het gebied dat onder de Oslo Akkoorden werd toegewezen aan Israël.

De Europese Unie gelooft ook nog steeds in de tweestatenoplossing en helpt de Palestijnse Arabieren actief om illegaal huizen te bouwen in het C-gebied. Wanneer het echter om de bouw van huizen gaat voor Joden in hetzelfde gebied, neemt de EU een totaal andere houding aan.

In een reactie op de nieuwe bouwplannen zei de EU dat men consistent duidelijk heeft gemaakt dat het niet enige verandering in de “grenzen van voor 1967”zal erkennen. Ook zei de EU dat het “nederzettingenbeleid een groot obstakel vormt voor het (niet bestaande) vredesproces”. De EU-verklaring was opnieuw gebaseerd op de immer terugkerende verkeerde veronderstelling dat de bestandslijnen van de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948 internationaal erkende grenzen waren.