Sluiten

Zoeken.

Een naam met een bijzondere betekenis

Door Drs. Dirk Varwijk - 

29 juni 2023

2021 CVI website (17)

Illustratie. (Foto: Canva)

Ouders in Israël geven vaak namen met een bijzondere betekenis. In veel gevallen spreekt daaruit hun verhouding tot God. Maar sommige namen vertegenwoordigen iets extra’s: die hebben een functie in de neergeschreven geschiedenis.

In Genesis 30 vernemen we de geboorte van Jozef. Zijn moeder Rachel geeft de reden van zijn naam. Ze zegt: “Moge de Here mij er nog een andere zoon bijvoegen... josééf adonai li ben achèr.” Hier gaat het om het werkwoord lehosíef, toevoegen. De aanleiding voor de naam is duidelijk. Maar soms zien we heel iets anders: een naam die exact blijkt te passen in de geschiedenis die we lezen, een naam die het thema van een bepaald hoofdstuk prachtig bevestigt, en dat terwijl de ouders dat, jaren eerder, toch niet hadden kunnen bevroeden.

De geschiedenissen in de Hebreeuwse Bijbel hebben heel vaak een leermoment.

De namen spreken mee

“Er was een zeker man uit Ramataïm-Sofim, uit het gebergte van Efraïm, die Elkana heette, de zoon van Jerocham, de zoon van Elihu, de zoon van Tochu, de zoon van Suf, een Efratiet. Deze had twee vrouwen: de ene heette Hanna en de andere Peninna; Peninna had kinderen, maar Hanna had geen kinderen”. Zo vertellen de eerste twee verzen van 1 Samuël 1. Direct hebben we de conflictstof te pakken: twee vrouwen die elkaar dagelijks onder ogen komen, waarvan er één de oud-oosterse schande van kinderloosheid moet dragen. En bovenop die schande komt dat voortdurende getreiter door Peninna.

Nu weten we uit het verloop van het hoofdstuk dat het voor Hanna goed zal aflopen. Haar moederschoot, die zo treffend wordt beschreven als “toegesloten door de Here”, zal ook door de Heere worden geopend. De Heere dacht aan haar, zegt vers 19. Maar, de aandachtige lezer van de grondtekst vindt de oplossing feitelijk al in de eerste twee verzen, en dat terwijl daar nog geen sprake is van enige handeling. Daar gaat het alleen maar om beschrijving van de afkomst van Hanna’s man en van de gezinssituatie. En toch, we voelen de goede afloop al aankomen.

Signalen zoeken in de namen

Wat we moeten doen is feitelijk het optellen van de signalen uit het eerste vers. Die signalen bevinden zich in de namen die daar staan. Om te beginnen de naam Efraïm. Elkana komt uit Efraïm en hier hebben we een detail dat bepaald niet ter aarde valt. Bij het woord Efraïm komt het begrip vruchtbaarheid aan de orde. Heel duidelijk lezen we dat in Genesis 41:52. Jozef geeft daar zijn tweede zoon de naam Efraïm, want, zo zegt hij: “God heeft mij vruchtbaar gemaakt.” Men hoorde destijds in die naam de woordstam paráh, vruchtbaar zijn. (De p en de f zijn in het Hebreeuws hetzelfde letterteken). Ook in Genesis 1:28 komen we deze woordstam tegen. God zegt: “peróe oe-revóe... wees vruchtbaar en wordt talrijk.” Ook hier dus vruchtbaarheid. Die naam Efraïm is er een duidelijke aanwijzing voor.

En nu kijken we naar de stamboom van Hanna’s man Elkana. Zijn vader heet: Jerochám. Deze naam is gebaseerd op de woordstam rachám. Een van de werkwoordsvormen hiervan, lerachéém, betekent: zich erbarmen, onder andere van God gezegd. Dit werkwoord is verwant aan rèchèm, moederschoot. Hier zien we wat “de Here dacht aan haar” inhoudt. Hoewel het grammaticaal niet loepzuiver aan te tonen is, kunnen we hier denken dat de Heere zich erbarmde over Hanna’s moederschoot.

Dan Elihu, elihoe, de grootvader van Elkana. Die naam betekent: Hij is mijn God. Een verdere voorvader heet Tochu. De betekenis daarvan is ongewis. Vermoed wordt: jong dier. De laatste naam in deze stamboom is Suf, tsoef. Hier kunnen we geen verhelderende betekenis aantonen. Maar dan: heel opvallend eindigt de stamboom met ‘een Efratiet’. Of die aanduiding slaat op Tsoef of dat het een herhaling is met betrekking tot Elkana is niet duidelijk. Maar ongetwijfeld is het opnieuw vermelden van het begrip vruchtbaarheid hier opzettelijk.

Elkana

Echter, boven alles is daar de betekenis van de naam Elkana, eelkanáh, die luidt: de Heere heeft verworven. Let nu op! Vers 19 zegt: “Toen Elkana gemeenschap had met zijn vrouw Hanna, dacht de Here aan haar”. Daar gebeurde wat de naam Jerocham naar voren brengt: de Heere erbarmt zich. God opent de rèchèm, de schoot van Hanna. Nu zien we waarom die stamboom van Elkana wordt gegeven. Op zichzelf is hij onbelangrijk, want het maakt Elkana niet interessant door bijvoorbeeld te verwijzen naar een koninklijke afkomst. Maar door wat de namen aandragen aan betekenis speelt hij plotseling een rol. Hij verwijst naar wat er gaat gebeuren. In Elkana’s familie gaat het over vruchtbaarheid, het gaat van zoon tot zoon, en dat zal zich gaan uitstrekken tot Hanna.

We kennen de ouders van Elkana niet, en ook de reden van zijn naam niet. Misschien hadden deze ouders ook vurig gebeden om een zoon, zoals Hanna later. We weten het niet. Maar de betekenis ervan in 1 Samuël 1 is onloochenbaar. De geschiedenissen in de Hebreeuwse Bijbel hebben heel vaak een leermoment. Hier is dat de gebedsverhoring van Hanna. Die wordt verteld met als heldere opening die naam eelkanáh, de Heere heeft verworven. Vanuit die naam is dit hoofdstuk gecomponeerd. De Heere gedacht haar immers! Letterlijk en figuurlijk staat die heilvolle, betekenisvolle naam vóórop. Hij heeft een functie: voorzéggen én de Heere indachtig maken.

De auteur

Drs. Dirk Varwijk

Doneren
Abonneren
Agenda