Een jaar na het staakt-het-vuren balanceert Hezbollah tussen herstel en risico
Door Canaan Lidor -
26 november 2025
Sinds Israël een jaar geleden Hezbollah in Libanon tot een staakt-het-vuren dwong, heeft de ooit zo machtige terreurgroep een reeks vernederingen moeten incasseren. Het dieptepunt kwam op 23 november, toen Haytham Ali Tabatabai, de stafchef van Hezbollah, werd gedood in het hart van Dahia, een wijk in Beiroet die als bolwerk van de organisatie geldt.
Voor Hezbollah was niet alleen het verlies van zo’n hooggeplaatste commandant een klap, maar ook de locatie van de aanval. Sinds het ingaan van het staakt-het-vuren op 26 november 2024 had Israël geen militaire operaties meer uitgevoerd zo diep in Libanon en zich alleen beperkt tot het spanningsgebied in het zuiden, waar tijdens de wapenstilstand al tientallen Hezbollah-strijders om het leven kwamen.
Analisten zien zowel strategische terughoudendheid als structurele zwakte bij Hezbollah. Volgens sommige deskundigen weerspiegelt Hezbollahs bereidheid om deze verliezen te accepteren zonder de strijd te hervatten voornamelijk de verzwakte positie van de sjiitische organisatie. De val van het pro-sjiitische regime van Bashar al-Assad in Syrië en de financiële en veiligheidsproblemen van Iran, de belangrijkste sponsor van Hezbollah, hebben Hezbollah enorm onder druk gezet.
Andere deskundigen zien de terughoudendheid juist als een strategische keuze: Hezbollah zou prioriteit geven aan het herstellen van zijn infrastructuur en zich voorbereiden op een toekomstige confrontatie waarin het meer schade in Israël kan aanrichten.
“Het is niet zo dat de oorlog Hezbollah onbekwaam heeft gemaakt om te vechten. Ze beschikken nog steeds over duizenden raketten en getrainde terroristen voor grensoverschrijdende aanvallen,” zegt Sarit Zehavi, luitenant-kolonel in de reserve-eenheden van het leger en voorzitter van de Alma-onderzoeksorganisatie, die zich richt op de veiligheid van Noord-Israël.
Zehavi benadrukte dat Hezbollah “niet in goede vorm” uit de dertien maanden durende oorlog met Israël is gekomen – een oorlog die de groep op 8 oktober 2023 begon. Israël doodde volgens Hezbollahs eigen cijfers ongeveer 4.000 strijders.
Het Institute for National Security Studies van de Universiteit van Tel Aviv schat dat “het merendeel van Hezbollahs militaire capaciteiten is uitgeschakeld, waaronder de opperbevelhebber, 70 procent van de drones en 80 procent van het ballistische arsenaal.”
Veelzeggend is ook dat Hezbollah zich afzijdig hield toen Israël in juni oorlog voerde met Iran, waarbij Israël Irans luchtverdediging uitschakelde, nucleaire installaties aanviel en tientallen hoge officieren doodde.
Deze oorlog heeft er vermoedelijk toe geleid dat Iran zijn eigen prioriteiten boven die van zijn bondgenoten, zoals Hezbollah, heeft geplaatst. Tegelijk heeft de val van het Assad-regime Hezbollah meer geïsoleerd, in een land waar grote delen van de bevolking, zoals christenen, Druzen en soennieten, de organisatie verafschuwen.
“Het is niet zo dat de oorlog Hezbollah onbekwaam heeft gemaakt om te vechten. Ze beschikken nog steeds over duizenden raketten en getrainde terroristen. ”
— Sarit Zehavi, luitenant-kolonel
Toch blijft Hezbollah volgens Zehavi in staat om vergelijkbare schade toe te brengen zoals in 2006, tijdens de traumatische Tweede Libanonoorlog. “Elke aanval schaadt weliswaar Hezbollahs prestige in Libanon, maar de organisatie is verre van wanhopig,” vertelt ze. “Hezbollah kan in Libanon blijven functioneren. Het is logisch dat de organisatie zijn profiel verlaagt, zijn kracht heropbouwt en zich voorbereidt op de volgende ronde.”
Ondertussen dringt de Amerikaanse president Donald Trump er bij Libanon op aan het nationale leger in te zetten om Hezbollah in Zuid-Libanon te vervangen. Volgens de voorwaarden van het staakt-het-vuren moet Hezbollah zich terugtrekken tot boven de Litani-rivier, zo’n vijftien kilometer ten noorden van de Israëlische grens. Ten zuiden daarvan mag Israël vrij opereren. Israël zei dat het Tabatabai in Beiroet uitschakelde, omdat hij leiding gaf aan schendingen van het staakt-het-vuren in het zuiden.
Zehavi verwacht echter niet dat Hezbollah bang is voor een mogelijke overname door het Libanese leger. Vanuit haar huis in Kfar Vradim, in Galilea en binnen bereik van Hezbollahs korteafstandsraketten, zegt ze: “Ze hebben eerder samengewerkt met het Libanese leger en met UNIFIL, terwijl er tegelijkertijd vier tot vijf Hezbollah-divisies actief waren. Ze weten hoe ze dat moeten doen.”
Dat versterkt volgens haar het vertrouwen binnen Hezbollah dat het de huidige situatie kan uitzitten. Als het Libanese leger werkelijk een bedreiging zou vormen, zegt Zehavi, zou Hezbollah eerder geneigd zijn Israël aan te vallen wanneer het met de rug tegen de muur stond. “In die zin zien we dus een zekere mate van geruststelling.”
Demografie speelt hierbij een cruciale rol. “In dat opzicht gaat het Hezbollah nog steeds voor de wind,” stelt Zehavi. Hoewel sommige sjiitische dorpen die Hezbollah tot bolwerken had gemaakt zwaar zijn getroffen, bleef de schade overwegend beperkt tot het grensgebied. De bredere sjiitische aanwezigheid bleef intact, waardoor Hezbollahs machtsbasis grotendeels overeind bleef.
“Het draait om evenwicht. Israël moet een punt vinden waarop Hezbollah wel verzwakt is, maar het leven in het noorden niet opnieuw ontregeld raakt.”
— Sarit Zehavi, luitenant-kolonel
Alles bij elkaar wijst dit er volgens Zehavi op dat Hezbollah gelooft dat het de huidige tegenslagen kan overleven. Als de groep werkelijk wanhopig was geweest, was offensief optreden waarschijnlijker geweest.
Moet het Israëlische leger dan nog meer druk uitoefenen om Hezbollah volledig te verdrijven voordat de organisatie en Iran zich hebben hersteld? “Het draait om evenwicht,” zegt Zehavi. “Israël moet een punt vinden waarop Hezbollah wel verzwakt is, maar het leven in het noorden niet opnieuw ontregeld raakt.”
Tijdens de oorlog werd vrijwel de hele noordelijke grensstrook van Israël ontruimd. Tienduizenden inwoners moesten hun huizen in plaatsen als Metula, Kiryat Shmona en Shtula hals over de kop verlaten toen raketten en anti-tankgranaten dagelijkse realiteit werden.
Sinds het staakt-het-vuren keerden velen stap voor stap terug naar zwaar gehavende gemeenschappen, waar herstelwerkzaamheden volop gaande zijn: wegen worden hersteld, scholen en openbare gebouwen heropend en duizenden woningen opgeknapt of volledig herbouwd.
In Metula, waar volgens lokale autoriteiten het merendeel van de huizen door beschietingen werd geraakt, markeren de rijen containers, bouwkranen en provisorische daken een moeizaam maar vastberaden proces van wederopbouw. Bewoners proberen een nieuw gevoel van normaliteit te vinden, ondanks de voortdurende onzekerheid aan de grens.
“Het is niet zo dat Israël weinig te verliezen heeft door de oorlog te hervatten - het werkt twee kanten op”, zegt Zehavi. In haar ogen is “Israëls strategie van het uitschakelen van acute dreigingen de beste manier om dat evenwicht te bewaren”.