Sluiten

Zoeken.

Dode Zeerollen: 2000 jaar geleden gebruikten Joden Bijbelse ‘paperbacks’

Door Rosella Tercatin - 

1 juni 2021

Dode Zeerollen uit Qumran

Deel van de Dode Zeerollen, gevonden in de grotten langs de Dode Zee. Foto: Wikipedia

Uit nieuw onderzoek naar de Dode Zeerollen blijkt dat Joden voor openbare lezingen uit prachtig geschreven Bijbelmanuscripten voorlazen. Echter, voor persoonlijk gebruik werden informele en slordig geschreven Bijbelteksten gebruikt. Bovendien zouden sommige rollen ouder kunnen zijn dan gedacht, zoals het boek Psalmen.

Dode Zeerollen

De Dode Zeerollen bestaan uit ongeveer 25 duizend fragmenten, die in de jaren veertig en vijftig zijn gevonden in grotten langs de oevers van de Dode Zee. De rollen omvatten enkelen van de oudste manuscripten van de Bijbel, religieuze teksten en andere niet-religieuze geschriften.

De afgelopen jaren heeft het project ‘De Handen die de Bijbel schreven’ zich gericht op de identiteit van de schriftgeleerden die de rollen hebben gekopieerd. Het project werd uitgevoerd door wetenschappers van de Rijksuniversiteit van Groningen, met ondersteuning van de Europese Onderzoeksraad.

Dr. Drew Longacre, één van de geleerden die bij het project betrokken waren, concentreerde zich op de manuscripten van de Psalmen van David. Hij zegt: “De Psalmen zijn enorm belangrijk voor zowel Joden als christenen. De Dode Zeerollen geven ons een beeld van hoe belangrijk ze waren voor lezers van vroeger.” De Psalmen, in het Hebreeuws ‘Tehilim’, zijn een verzameling van 150 liederen. Deze vormen het eerste boek van de Ketuvim (geschriften), het derde deel van de Hebreeuwse Bijbel. Veel van de Psalmen worden volgens de Joodse traditie toegeschreven aan koning David.

De Dode Zeerollen geven ons een beeld van hoe belangrijk bijvoorbeeld de Psalmen waren voor lezers van vroeger.

De collectie Dode Zeerollen bevat zo’n veertig rollen met de tekst van de Psalmen. “Sommige stukjes zijn maar een klein fragment en sommigen zijn verzamelingen van veel grote fragmenten”, zegt Longarcre, “daarvan zijn er maar ongeveer vijftien aanzienlijk goed bewaard gebleven.”

De Psalmen

Wat de Psalmrollen zo bijzonder maken, is de diversiteit in inhoud en formaat. Volgens Longacre veroorzaakte dit veel discussie onder de experts. “De rollen volgen niet allemaal hetzelfde patroon, zoals Middeleeuwse manuscripten. Dit brengt veel uitdagingen met zich mee en mensen hebben geprobeerd het op verschillende manieren uit te leggen”, vertelt Longacre. Hij vervolgt: “Sommigen suggereerden dat er maar één canonieke vorm is en dat de rest ondergeschikt is aan die vorm.” Anderen beweerden dat de manuscripten in de loop der tijd steedse meer gingen lijken op de Middeleeuwse manuscripten. Een derde uitleg is dat mensen de liederen zelf herschikten, omdat de rangschikking die we vandaag van de Psalmen hebben toen nog niet bestond.

Dr. Longacre heeft zich gericht op de datering en de onderverdeling van de rollen. De voorlopige resultaten van de uitgevoerde analyse hebben onthuld dat sommige rollen waarschijnlijk ouder zijn dan eerder werd gedacht. Dr. Longacre: “Eén van de manuscripten heeft ongeveer dezelfde opbouw als die uit de Middeleeuwen, maar kan al gedateerd worden uit de derde eeuw voor Christus. Dat zou een hele uitdaging kunnen zijn voor degenen die zeggen dat het huidige Psalmboek een veel recentere creatie is.”

Uit het onderzoek blijkt dat sommige rollen waarschijnlijk ouder zijn dan eerder werd gedacht.

Longacre suggereert echter in zijn onderzoek dat tijd niet de belangrijkste factor is voor de interpretatie van de Psalmmanuscripten. Volgens hem is het waardevol om niet alleen te kijken naar wanneer de rollen geschreven zijn, maar ook hoe ze zijn geschreven. Hij vertelt: “We vinden aan de ene kant grote fragmenten, die netjes en schoon zijn. Ze zijn beschreven met een prachtig handschrift en professionele kalligrafie. Maar aan de andere kant zijn de kleinere manuscripten vaak geschreven met een informeel handschrift. Het is vaak slordig en onzorgvuldig en lang niet van dezelfde kwaliteit als het kalligrafische handschrift.”

Twee soorten

Naar aanleiding van deze ontdekkingen is Longacre van mening dat er een verschil bestond tussen de twee verschillende soorten manuscripten. De mooie werken werden gebruikt voor openbare lezingen en de slordige werken voor persoonlijk gebruik. Je zou het kunnen vergelijken met de prachtige Thorarollen voor openbaar gebruik en een Chumash, een gedrukte versie van de Thora, voor persoonlijk gebruik.

Het verschil tussen de formele en informele manuscripten zou een fundamentele sleutel kunnen zijn om de verschillen tussen de teksten te interpreteren. Longacre zegt: “De verschillende handschriften helpen ons echt om de tekst te kunnen interpreteren. Als we naar een manuscript kijken en vaststellen dat het gaat om een versie uit het Psalmboek, dat is één ding. Maar als het gaat om de kleinere manuscripten, dan kunnen die enorm verschillen omdat mensen de liederen zelf hergebruikten. Deze werden niet gebruikt ter vervanging van het Psalmboek, omdat iedereen kon zien dat ze er totaal anders uitzagen.”

De verschillende handschriften helpen ons echt om de tekst te kunnen interpreteren.

Longacre wil meer geavanceerde technieken inzetten om meer te weten te komen over de auteurs van de verschillende manuscripten. Ook wil hij onderzoeken of er meerdere rollen door dezelfde schrijver gekopieerd zouden zijn. Hij zegt: “Ik denk dat we een veel gedetailleerder beeld kunnen krijgen als we kijken naar de combinatie van datering, stijl en identificatie van de schrijvers. We zijn met onze technologieën in staat om tot de geschiedenis van de individuele schrijvers te komen. Ik denk dat dit een belangrijke stap is, die veel meer duidelijkheid geeft in interpretaties van de manuscripten en de lopende discussies hierover.”

Dit artikel verscheen op 30 mei 2021 op de website van The Jerusalem Post.

Anonieme auteur artikelen

De auteur

Rosella Tercatin

Doneren
Abonneren
Agenda