Sluiten

Zoeken.

De kapperbes

Door Petra van der Zande - 

2 augustus 2016

HPIM0120-1024x531

“Israel onder de volkeren… de geit tussen het vee en… de kapperbes te midden van de bomen….” Babylonische Talmoed, Beitza 25b

Onkruid?!
Het was fijn om bij onze vrienden een bakkie koffie te drinken en weer even bij te praten.Er stond een verkoelende bries en van waar we zaten konden we zo de rijpe vijgen van de boom plukken. Via het tuinpad liepen we terug naar de auto. “Moet je kijken, al dat onkruid,” zei onze vriendin. “Vorige week nog alles uitgetrokken. En die struik, daar heb ik toch een hekel aan!” “Dat is een kapperbes,” zei ik. “Weet je niet dat die een bijzondere symbolische betekenis heeft?” Dat was nieuw voor haar. Ons vriendenbezoek werd de aanleiding voor het schrijven van dit artikel.

Kapper
De kapperbes is een inheemse struik die van maart tot augustus door heel Israël bloeit. “Kapper” komt van het Latijnse capparis, dat een leenwoord is van het Griekse kapparis, al-kabara in het Arabisch. Een bijwerkwoord is tafer, (van parar), dat breken of ‘barsten’ betekent.

Prediker
Ook al was deze struik bekend in Bijbelse tijden, wordt hij maar een keer in de Bijbel genoemd. In de Hebreeuwse grondtekst staat in Prediker 12:5 – aviona (verlangen) De HSV noemt het de kapperbes. De Talmoed beschrijft de bloemknoppen van de kapperbes, die in de Misjna ‘tzalaf’ genoemd wordt – de huidige Hebreeuwse naam. Al in 2000 v.Chr. gebruikten de Soemeriërs de kapperbes (de ongeopende bloemknop) voor medicinale doeleinden. Van de wortel trokken de Grieken kruidenthee die goed was tegen reumatiek en flatulentie. Het was ook een diureticum en tonic. Men geloofde dat kappertjes geluk brachten en een lustopwekkend middel waren. De as van verbrande kapperbes wortels werd als zout gebruikt. Tegenwoordig worden de ingemaakte kapperbesjes gebruikt als voedselgarnering.

De frisgroene takken groeien uit muren en rotswanden in Jeruzalem en de rest van Israël. Ze zitten vol met stekels, hebben ronde blaadjes en de prachtige, geurende bloemen gaan tegen zonsopgang open. Voordat de delicate, roze-witte bloembladeren door de brandende zon verleppen hebben de insecten een feestmaal genoten tussen de veelvuldige lila meeldraden.

Omdat ze maar een minimale hoeveelheid aarde en water nodig hebben, groeit de kapperbes van de Klaagmuur tot aan de Sinai woestijn. De struik is een overlever, een die juist onder moeilijke omstandigheden lijkt te getijen. Verbrandt, afgehakt, zelfs als de plant is overgoten met asfalt – ze komt steeds weer tot leven.
Geen wonder dat de Joodse wijsgeren de kapperbes als voorbeeld gebruikten.
Petra-van-der-Zande_avatar-90x90

De auteur

Petra van der Zande

Petra van der Zande woont sinds 1989 in Jeruzalem. Samen met haar man zorgde zij 21 jaar lang voor vier meervoudig gehandicapte Israëlische pleegkinderen. Nu is zij onder andere actief...

Doneren
Abonneren
Agenda