Sluiten

Zoeken.

Abraham Joshua Heschel

28 augustus 2012

120828_heschel

Rabbijn Abraham Joshua Heschel (midden) tijdens de Selma Civil Right March in 1965 met dr. Martin Luther King (rechts).

Een van de bekendste foto’s van de grote Joodse denker Heschel is die waarop hij naast dominee Martin Luther King vooraanloopt in de bekende Selma Civil Right March in Alabama, 1965. Die foto is tekenend en zegt veel over wie Heschel was, hoe hij God zag en hoe hij met Joodse theologie bezig was. En dat is in één woord samen te vatten als ‘profetisch’.

Heschel werd in 1907 geboren in Polen en het lukte hem net aan de opkomende macht van de nazi’s te ontsnappen, terwijl de rest van zijn familie wel uitgemoord werd. Een bekend citaat van hem is: ‘Ik spreek als lid van een gemeenschap, wier grondlegger Abraham was en de naam van mijn rabbi is Mozes. Ik spreek als iemand die Warschau, mijn geboortestad, net zes weken voor het begin van het onheil kon verlaten. Ik ben een stuk brandhout, gerukt uit het vuur waarin mijn volk verbrandde …’

Heschel promoveerde op een onderzoek naar de profeten (Das prophetische Bewußtsein, Krakau, 1936, later uitgewerkt tot The Prophets, 1962). Hierin werd de basis gelegd voor zijn verdere denken. Hij wordt geraakt door de goddelijke pathos, Gods gevoelens over het onrecht en Zijn verlangen naar recht. Niet slechts als beeldspraak over een ‘Onbewogen Beweger’, nee, de goddelijke pathos geeft Gods wezen weer. Gedreven door deze inzichten raakte hij betrokken bij de burgerrechtenbeweging die streefde naar gelijke rechten voor de zwarte en blanke bevolking van de Verenigde Staten, wat er toe leidde dat hij schouder aan schouder met dominee Martin Luther King voortmarcheerde in de strijd tegen onderdrukking. Later zei hij hierover: When I marched in Selma, my legs were praying (“Toen ik in Selma marcheerde, waren mijn benen aan het bidden”).

Verder was hij ook betrokken bij de interreligieuze dialoog met het christendom. Zo sprak hij als afgevaardigde van het Amerikaanse Jodendom op Vaticanum II over teksten in de liturgie die Joden opriepen tot bekering en riep hij de Rooms-katholieke Kerk op deze te wijzigen. Deze brede blik leidde ertoe dat hij een van de meest gelezen Joodse denkers is buiten de eigen kring. Tegelijkertijd was Heschel soms een denker die binnen de Joodse kring moeilijk te vatten was. In een tijd waarin veel Joodse theologen nadruk legden op kritisch tekstonderzoek, leek hij meer geïnteresseerd in spiritualiteit.

In plaats van alleen bezig te zijn met de halacha (wetsteksten) blies hij het stof van de mooie aggadische verhalen af, en kwam zo bij de bron, de basis, de oorsprong van de halacha. Hij bracht boeken uit als God zoekt de mens en De mens is niet alleen, die breed gelezen werden, ook door niet-Joden en niet-theologen. Dat gaf hem in bepaalde Joodse kringen wel de naam van een weinig inhoudelijk denker, die niet zo thuis was in de rabbijnse geschriften. Zijn meesterwerk Torah min ha-shamayim be’aspaklariya shel ha-dorot (vertaald als Heavenly Torah as Refracted through the Generations) veegde al die bezwaren echter in één klap van tafel.

In Nederland is Heschel misschien wel de meest gelezen Joodse denker. Naast het al eerder genoemde God zoekt de mens hebben nog twee boeken veel indruk gemaakt. Ten eerste De Sabbat, waarin Heschel spreekt over het Jodendom als een religie van tijd en niet van plaats, en over de Sjabbat als een heiligdom in de tijd. En ten tweede In het licht van zijn aangezicht, wat tot de beste boeken over het gebed ooit geschreven gerekend kan worden.

Doneren
Abonneren
Agenda