1 Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wie is de arm van de HEERE geopenbaard?

2 Want Hij is als een loot opgeschoten voor Zijn aangezicht, als een wortel uit dorre aarde. Gestalte of glorie had Hij niet; als wij Hem aanzagen, was er geen gedaante dat wij Hem begeerd zouden hebben.

3 Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als iemand voor wie men het gezicht verbergt; Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht.

4 Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, onze smarten heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt.

De geschiedenis van Israël is een geschiedenis van lijden, verdrukking en vervolging. Tijdens Pesach lezen Joden uit de Hagadda, het speciale boek waarin het verhaal van de Exodus, de uittocht uit Egypte, staat. Daarin staat heel treffend: ‘Maar in elke generatie zal men tegen ons opstaan om ons te vernietigen’.

Dat klinkt nogal deprimerend, vind je niet?

Gelukkig heeft het Joodse volk de Allerhoogste, de God van Israël, achter zich. Het bekende Pesach-lied Vehi Sheamda zingt: ‘Maar de Heilige, gezegend is Hij, redde ons van hun hand’.

Jesaja 53 wordt door christenen vaak direct toegepast op het lijden en sterven van Jezus, de Zoon van God. Dat terwijl het lijden van Israël, de eerstgeboren zoon van God, vaak vergeten wordt. Sterker nog: het christendom heeft een groot aandeel aan het lijden van het Joodse volk.

In de Naam van Jezus zijn in de geschiedenis veel Joden gemarteld, vervolgd en vermoord. Daarbij werd vergeten dat de Messias Zelf Jood is. Als Jezus tijdens de Tweede Wereldoorlog in Europa zou leven, dan was de kans groot dat Hij in een van de gaskamers terecht was gekomen.

Het Joodse volk is de lijdende knecht van God. Door Israël is er heil, vergeving en verlossing in de wereld gekomen.

Jaren later zegt Johannes de Doper over Jezus: ‘Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!’ (Joh. 1:29). Jezus ging de weg van Zijn volk Israël. Ook Hij heeft geleden, tot in de dood. Als een Lam liet Hij zich slachten. De straf was op Hem, door Zijn striemen is er genezing gekomen voor iedereen die tot Hem de toevlucht neemt.

Door Zijn lijden en sterven is er verlossing voor de volken. Hij neemt de zonde van de wereld weg. Als Hij terugkomt zal Hij Zijn volk Israël verlossen en redden. Dat verlossingswerk is nu al bezig: God brengt Israël terug in het land. Hij herstelt hen, ondanks al hun lijden en alle tegenstand.

Om over na te denken: Zie jij dat God bezig is om Zijn volk terug te brengen in het beloofde land? Denk jij dat de verlossing dichtbij is?