1 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Zie, Ik heb u voor de faraotot een god gemaakt en uw broer Aäron zal uw profeet zijn.

2 Ú moet alles wat Ik u gebieden zaltegen Aäron zeggen, en Aäron, uw broer, moet tot de farao spreken, dat hij de Israëlieten uit zijn land moet laten gaan.

3 Maar Ík zal het hart van de farao verharden en Mijn tekenen en Mijn wonderen in het land Egypte talrijk maken.

4 De farao zal niet naar u luisteren, maar Ik zal Mijn hand op Egypte leggen en Mijn legers, Mijn volk, de Israëlieten, uit het land Egypte wegleiden onder zware strafgerichten.

5 Dan zullen de Egyptenaren weten dat Ik de HEERE ben, als Ik Mijn hand over Egypte uitstrek en de Israëlieten uit hun midden wegleid.

Tijdens Pesach viert het Joodse volk de bevrijding uit Egypte, waar zij als slaven leefden. God bevrijdde het volk Israël. Dat ging niet vanzelf: er waren 10 plagen voor nodig, voordat de farao het volk liet gaan. Waren die plagen echt nodig? Had God Zijn volk niet gewoon direct kunnen bevrijden? Of wilde God de Egyptenaren iets anders laten zien?

Egypte had vele goden en ook de farao werd als god vereerd. Hij diende als een soort ‘tussenpersoon’ tussen de Egyptenaren en de goden. De God van Israël maakt hier korte metten mee. Bij elk van de 10 plagen zette Hij een van de Egyptische goden in hun hemd.

Zo werd de rivier de Nijl gezien als bron van leven, geschonken door de god Osiris. Door het water in bloed te veranderen, laat God zien dat Hij alle macht heeft.

Heqet, de godin van de vruchtbaarheid en geboorte, werd afgebeeld als kikker. Met de tweede plaag, de kikkers, laat God zien dat Hij de vruchtbaarheid en het leven in Egypte kan verstoren.

God heeft alle macht, in hemel en op aarde. Hij bevrijdt Zijn volk Israël. Dat zie je in de hele geschiedenis terug. Zelfs (of misschien wel juist) wanneer het onmogelijk leek.

De God van Israël is een God van bevrijding en verlossing. Door Jezus’ opstanding overwon Hij de dood en mogen we bevrijd worden van al onze zonden.

Toch is Zijn werk nog niet volledig vervuld. De Bijbel zegt dat er een tijd aan zal breken dat de Messias van Israël Koning zal zijn over de wereld, dat de volken naar Jeruzalem zullen gaan en dat er geen oorlog meer zal zijn.

Dat komt pas als de Messias terug zal komen, als Zijn voeten weer op de Olijfberg zullen staan. Dan zal Hij zitten op de troon van Zijn vader David. Dan zal de verlossing vanuit Jeruzalem (Sion) de hele wereld overgaan. Wat een vooruitzicht!

Laten we vandaag bidden: Maranatha, Heere Jezus, kom spoedig!