Sluiten

Zoeken.

200 journalisten roepen op tot meer haat tegen Israël

Door Elder of Ziyon - 

16 juni 2021

Hoofdkantoor Washington Post (2)

Voormalig hoofdkantoor van The Washington Post. Foto: Daniel X. O'Neil/Wikimedia Commons

Een groep van 200 journalisten, waaronder verslaggevers van The Washington Post en Los Angeles Time, ondertekenden een brief, waarin ze eisen dat nieuwsorganisaties nog meer anti-Israël moeten worden dan ze al zijn.

Bizarre leugens

Deze brief is doordrenkt met een bizar aantal leugens en met roekeloze minachting voor feiten:

Twee kernprincipes van de journalistiek zijn de waarheid vinden en de machtigen ter verantwoording roepen. Maar tientallen jaren lang heeft onze nieuwsindustrie die waarden verlaten als het gaat om de berichtgeving over Israël en Palestina.

We hebben ons publiek in de steek gelaten met een narratief dat de meest fundamentele aspecten van het verhaal verdoezelt, namelijk de militaire bezetting van Israël en het apartheidssysteem. In het belang van ons publiek – en de waarheid – hebben we de plicht om onmiddellijk van koers te veranderen en een einde te maken aan deze voortdurende journalistieke wanpraktijken.

Volgens deze mensen, die zogenaamd zoveel geven om het vinden van de waarheid, maakt Israël zich schuldig aan apartheid. Iedereen die het daar niet mee eens is, is een zionistische fanatiekeling.

Een Arabische partij maakt nu deel uit van de nieuwste regering. Een Arabier is waarnemend president van Israël. Maar als je met tegenvoorbeelden de apartheidsleugen wilt weerleggen, zijn het ineens niet de ‘feiten’ waar deze journalisten over willen praten. Nee, als ze ‘apartheid’ zeggen, bedoelen ze daarmee dat ze feiten zullen verdraaien om dat standpunt te ondersteunen. Alles wat het tegenspreekt, wordt genegeerd.

Journalistieke wanpraktijken

In feite is deze brief een perfect voorbeeld van journalistieke wanpraktijken, waarvan ze doen alsof ze ertegen zijn. Neem bijvoorbeeld de taal die werd gebruikt in de recente berichtgeving over de wijk Sheikh Jarrah in Oost-Jeruzalem. Mediakanalen verwijzen vaak naar gedwongen verplaatsing van Palestijnen die daar wonen als ‘uitzettingen’. Volgens het internationaal recht wonen ze er echter illegaal en kan dit mogelijk als oorlogsmisdaad gezien worden.

Deze term impliceert misleidend een ‘vastgoedgeschil’ tussen huurder en verhuurder, een onjuiste weergave van de stand van zaken. De Verenigde Naties beschouwen Oost-Jeruzalem als bezet Palestijns gebied, wat betekent dat de territoriale aanspraken van Israël daar niet worden erkend. Laten we doen alsof dat deel van Jeruzalem bezet is. Betekent dit dat de juridische eigenaren van een woning geen huur kunnen eisen?

In feite is deze brief een perfect voorbeeld van journalistieke wanpraktijken, waarvan ze doen alsof ze ertegen zijn.

Deze zogenaamde journalisten doen alsof de gebeurtenissen bij Sheikh Jarrah een poging van Israël is om Arabieren uit hun huizen te verdrijven, maar de regering van Israël heeft er niets mee te maken. Het is echt een onroerendgoedgeschil - een geschil waarbij de ene partij decennialang heeft aangetoond dat zij de rechtmatige eigenaar van het land is, en de andere partij daarin niet is geslaagd.

Dat is de waarheid die deze journalisten voor u willen verbergen.

Nieuwsgeving

Hier is meer uit de brief:

Tijdens de laatste paar dagen van ramadan hebben Israëlische soldaten gelovigen op het terrein van de Al-Aqsamoskee gewelddadig aangevallen met traangas en rubberen kogels. Journalisten noemden dit geen ‘aanval’, of ‘aanval op Palestijnen’, maar een ‘botsing’, alsof beide partijen gelijke schuld en keuzevrijheid deelden in de escalatie.

Wikipedia, dat linkt naar Haaretz (Israëlische krant, red.) en andere nieuwsdiensten, vat de gebeurtenissen als volgt samen:

Op 7 mei werden grote aantallen politieagenten ingezet op de Tempelberg, aangezien ongeveer 70.000 gelovigen de laatste vrijdaggebeden van de ramadan in Al-Aqsamoskee bijwoonden. Na het avondgebed begonnen enkele Palestijnse gelovigen eerder opgestapelde stenen en andere voorwerpen naar Israëlische politieagenten te gooien. Politieagenten vuurden verdovingsgranaten af ​​op het moskeecomplex.

De journalisten die beweren de waarheid te willen melden, liegen:

Toen Israël Gaza aanviel, bestempelden de media het als een conflict tussen twee gelijkwaardige entiteiten, waarbij ze de totale asymmetrie in de macht negeerden. Onder het mom van objectiviteit werden raketten die op Israël werden afgevuurd – die aanzienlijk minder schade aanrichtten dan Israëlische luchtaanvallen – net zo goed beschreven als Israël dat medische voorzieningen aanviel en hele woongebouwen met de grond gelijk maakte, waardoor de bijna eenzijdige schaal van geweld en vernietiging werd vertroebeld.

Hier is ook het kleine feit dat deze journalisten willen verbergen: Hamas begon de oorlog.

Dus 4.300 raketten zijn geen nieuws? Miljoenen Israëli's die in opvangcentra worden gedwongen, is geen nieuws? Hier hebben we journalisten die niet alleen zeggen dat er meer berichtgeving over Gaza had moeten zijn - en dat was er ook - maar dat er minder bericht had moeten zijn over het leed aan de Israëlische zijde!

Hier is ook het kleine feit dat deze journalisten willen verbergen: Hamas begon de oorlog. Om te suggereren dat dit nieuws niet zou moeten worden behandeld, is een echte journalistieke wanpraktijk.

Meer uit de brief:

De menselijke tol die is geëist werd door het bombardement van Israël is onbetwistbaar: honderden doden, waaronder meer dan 65 kinderen. Terwijl de verklaringen van Israëlische functionarissen en hun verdedigers ter rechtvaardiging van het doden van burgers onbetwist bleven, werden Palestijnse burgers ondervraagd over hun menselijkheid: journalisten vroegen of ze geweld of Hamas-raketten steunen.

Wat ook onbetwist bleef, waren de beweringen van Ministerie van Volksgezondheid van Hamas en van Ngo’s uit Gaza. Zij zeggen dat de gedode mensen burgers waren of werden gedood door Israëlische raketten, terwijl ze werden gedood door Hamas-raketten. Maar deze journalisten ondersteunen dit.

Oproep

De journalisten zeggen:

Als journalisten is ons een zeer belangrijke missie toevertrouwd in een vrije en democratische samenleving, de macht om de mensen te informeren en het nationale gesprek te leiden, van de familietafel tot aan Capitol Hill.

We roepen journalisten op om de volledige waarheid in de juiste context te vertellen zonder angst of uit gunst. We roepen op om te erkennen dat het versluieren van Israëls onderdrukking van Palestijnen in strijd is met de eigen objectiviteitsnormen van deze industrie. We hebben een verplichting - een heilige - om het verhaal goed te krijgen. Elke keer dat we er niet in slagen om de waarheid te melden, falen we ons publiek, ons doel en, uiteindelijk, het Palestijnse volk.

We roepen journalisten op om de volledige waarheid in de juiste context te vertellen zonder angst of uit gunst.

Wat is precies de taak van een journalist: om de waarheid objectief te vertellen, iets waar deze mensen duidelijk tegen zijn, of om ‘het nationale gesprek te leiden’ en het Palestijnse volk te steunen? De twee spreken elkaar tegen en uit deze brief wordt duidelijk welke van deze twee concurrerende waarden belangrijker wordt geacht. Deze brief zou meer dan voldoende moeten zijn om elke eerlijke media-outlet te vertellen dat degenen die hem hebben ondertekend absoluut niet in staat zijn objectief te zijn. Ze beschouwen journalistiek als een kruistocht en een propagandamissie.

Waarom zou een nieuwsorganisatie mensen in dienst willen nemen die willens en wetens liegen, en die openlijk pleiten voor het rapporteren van leugens?

Dit artikel is geschreven door Elder of Ziyon en verscheen eerder op de website van The Algemeiner.

Anonieme auteur man

De auteur

Elder of Ziyon

Doneren
Abonneren
Agenda