Lechol isj jesj sjem (Ieder mens heeft een naam)
Ieder mens heeft een naam die God hem gaf,
die zijn vader en moeder hem gaven.
Ieder mens heeft een naam die zijn houding en glimlach hem gaven,
die zijn kleding hem gaf.
Ieder mens heeft een naam die de bergen hem gaven en zijn muren.
Ieder mens heeft een naam die de sterren hem gaven en zijn buren.
Ieder mens heeft een naam.
Ieder mens heeft een naam die zijn fouten hem gaven
en zijn verlangen hem gaf.
Ieder mens heeft een naam die zijn vijanden hem gaven
en zijn liefde hem gaf.
Ieder mens heeft een naam die zijn feesten hem gaven
en zijn werk hem gaf.
Ieder mens heeft een naam die zijn jaargetijden hem gaven
en zijn blindheid hem gaf.
Ieder mens heeft een naam.
Kaddisj
Moge Zijn grote Naam verheven en geheiligd worden in de wereld
die Hij geschapen heeft naar Zijn wil.
Moge Zijn koninkrijk erkend worden in uw leven en in uw dagen
en in het leven van het gehele huis van Israël, weldra en spoedig.
Zeg dan: Amen.
Gezegend, geprezen, gevierd, en hoog en hoger steeds verheven
Verheerlijkt, gehuldigd en bejubeld worde de naam van de Heilige,
gezegend zij Hij hoog boven iedere zegening, elk lied,
lof en troost die op de wereld gezegd wordt.
Zeg dan: Amen.
Psalm 23 (De Heer is mijn Herder)
De Heer is mijn Herder!
’k Heb al wat mij lust:
Hij zal mij geleiden
Naar grazige weiden;
Hij voert mij al zachtkens
Aan waatren der rust.
Iemand
Iemand... Iemand zorgt...
Zorgt voor mij daarboven.
Hij kwam en stak wat sterren aan
en nu vallen zij één voor één naar beneden.
Onze wegen zijn uiteengegaan,
Dag en nacht lopen we in het rond.
Vermoeid en hongerig zijn wij,
in afwachting van een voorteken
in paden van stof en tijd.
We ontmoeten elkaar nog,
aan het eind van vele wegen en vele vragen.
We ontmoeten elkaar over vele dagen en vele nachten.
Ik weet dat jij dichterbij komt.
Lente is voorbij, zomer neemt afscheid.
De regen keert terug.
Iemand... Iemand zorgt...
Zorgt voor mij daarboven.
Hij verzamelde wat sterren bij elkaar
en zette ze één voor één in de hemel.
We ontmoeten elkaar nog,
aan het eind van vele wegen...
Eli, Eli (Mijn God, mijn God)
Mijn God, mijn God,
Laat nooit verdwijnen:
het zand en de zee,
het ruisende water,
de bliksemende hemel,
het gebed van de mens.