Sluiten

Zoeken.

Overdenking

Terug naar overzicht

Een lastige tekst - Deel 1

Door Ds. Henk Poot - 

29 maart 2023

2022 Website CVI (25)

Laatst liep ik bij de voorbereiding van een lezing tegen de volgende tekst aan. Woorden van de apostel Paulus tijdens een preek in de synagoge van Antiochië in Pisidië.

Laat het u dan bekend zijn, mannenbroeders, dat door Hem aan u vergeving van de zonden verkondigd wordt en dat ieder die gelooft, door Hem gerechtvaardigd wordt van alles waarvan u door de wet van Mozes niet gerechtvaardigd kon worden.

Hoe zit het met de wet van Mozes?

Een verkondiging trouwens die met grote instemming ontvangen werd. Men verzoekt Paulus en Barnabas in elk geval de volgende sabbat weer aanwezig te zijn en dezelfde boodschap te brengen. Ik heb me alleen afgevraagd hoe het dan zit met de wet van Mozes? Had God zijn volk een onvolmaakt, gebrekkig geschenk geschonken?

De traditionele kerkelijke uitleg is dat de Joden maar bezig zijn om door het doen van de Torah de zaligheid te bereiken en dat Paulus aangeeft dat, dat onmogelijk is en dat Jezus Christus de weg ter zaligheid is. Maar het is de vraag of dit een goede verklaring is. In de eerste plaats zijn Joden helemaal niet zo bezig met de vraag hoe zij gered worden. Dat is wat ons veel meer bezig houdt.  Het gaat hen in de eerste plaats om heiliging. En in de tweede plaats: Joden denken helemaal niet dat zij door goede werken zalig worden. Iedereen die het Jodendom een beetje kent, beseft dat. Als Paulus in de Romeinenbrief schrijft dat sommige van zijn volksgenoten niet uitgaan van geloof maar van vermeende werken, heeft hij het over de manier waarop zij heidenen door bij het heil betrekken, namelijk door hen te overtuigen de Joodse praxis aan te nemen (Rom. 10: 30 v.v.)

Joden zelf bewandelen de weg van Gods geboden om een heilige natie te zijn en om de Naam van God in deze wereld te eren. Een tweede vraag die bij de woorden van Paulus opkomt is of God aan Israël een onvolkomen Torah gegeven heeft? Zijn de verordeningen die de Heere aan zijn volk geschonken heeft ontoereikend? Ik denk aan de offers in de tempel, aan de gebeden en aan Grote Verzoendag. Is dat allemaal maar gebrekkig? Als God Israël zo voorbereidt op het leven met Hem in het beloofde land, geeft God dan iets wat het uiteindelijk toch niet voldoet. Dat wil er bij mij niet in. Het zijn in geen geval inzettingen die mensen bedacht hebben om daarmee het bestaan voor Gods aangezicht in hun ogen mogelijk te maken, God zelf heeft deze inzettingen aan Israël gegeven.

Rechtvaardig voor God

Verdiep je je in de tijd van Paulus, de eerste eeuw, dan merk je dat de gedachte is dat als iemand binnen het verbond blijft, hij in een goede relatie met God staat. Natuurlijk er zijn onvolkomenheden en een mens maakt fouten. Elk mens zondigt, maar daar is de offerdienst en de vergeving van God voor elk mens die berouw heeft. Israël komt op Grote Verzoendag in diepe ootmoed, met een ernstig vasten en een belijdenis van eigen onmacht, tot God en eigenlijk komt die houding van ootmoed al zichtbaar naar voren in de weken en in de maand ervoor. Zolang een mens in Israël niet met opgestoken hand buiten het verbond gaat staan, is het goed. Een mens die met berouw tot God nadert ontvangt barmhartigheid. En zo wordt een mens bewaard bij God in zijn genade. Psalm 30 zegt: ‘Want een ogenblik duurt zijn toorn, een leven lang zijn welbehagen’ (vers 6). Trouwens heel het boek van de Psalmen ademt de genade en de ontferming van God.

Uitzonderingen

Maar er zijn uitzonderingen, zo wordt er gedacht. Zo hebben de drie koningen Jerobeam, Achab en Manasse geen deel aan de toekomende eeuw. Evenmin als Bileam, Doëg, Achitofel en Gehazi. Genoemd wordt verder het geslacht van de zondvloed. Die hadden een enorme onbekeerlijkheid aan de dag gelegd. Noach had immers niet alleen honderd jaar getimmerd maar ook bekering gepreekt. En verder Sodom en Gomorra met hun ernstige zonden. Dat was de Joden in de synagoge van Antiochië allemaal wel bekend. Rabbi Akiba weifelt aan het behoud van de tien stammen en aan de generatie van de wildernis. Opmerkelijk is wel dat niet genoemd worden de mensen die meer zonden hebben dan goede daden of de schare die de wet niet kent.

De heidenen zijn een geval apart. Die staan immers buiten het verbond. Sommige menen dat allen bij de komst van Gods Koninkrijk zullen omkomen, anderen dat er wel degelijk rechtvaardigen onder de heidenen zijn. Net zoals honden de brokjes eten die van de tafel, zo zijn er ook heidenen die door God als rechtvaardigen beschouwd zullen worden. Wie weet? Het is allemaal niet zo vreemd gedacht. Zegt de Schrift immers niet dat er zonden zijn die niet vergeven worden? Als Exodus 23 voorschriften geeft voor de rechtspraak staat er dat het eerlijk moet gebeuren: ‘de onschuldige en de rechtvaardige moogt gij niet doden, want Ik verklaar de schuldige niet rechtvaardig’ (vers 7).

In de profeet Jesaja wordt een wee uitgesproken over mensen die de schuldige vrijspreken voor een geschenk (Jes. 5:23). Maar misschien is dit alleen een veroordeling van corruptie. Als we in Psalm 143: 2 de smeekbede lezen van David of God niet met hem in het gericht wil treden omdat geen mens voor God rechtvaardig is, moeten we dat misschien vooral lezen als een diepe verootmoediging en niet als een tekst die de onvolkomenheid van de wet bedoelt.
Maar dan toch Exodus 20: Het verbod op het misbruik van de naam van God en de waarschuwing dat de Heere niet onschuldig zal houden wie zijn naam ijdel gebruikt.

Blijkbaar zijn er dus toch zonden waarbij je buiten het verbond gaat staan en waar de wet van Mozes geen antwoord op heeft. Betekenen de woorden van Paulus dan, dat Jezus Christus een volkomen streep door die zonden en schuld zet, dat er geen oordeel en geen veroordeling komt? Aan de ene kant lezen we bij Petrus dat Jezus in zijn dood is afgedaald in het dodenrijk en daar het geslacht van de zondvloed het evangelie verkondigd heeft(1 Petrus 3:19). Een prachtige tekst om op Stille Zaterdag over te spreken! Aan de andere kant spreekt Jezus zelf over het komende oordeel waarbij de Zoon des mensen zal richten tussen mensen die het goede gedaan hebben en hen die het kwade bedreven hebben (Joh.5:29). Wat bedoeld Paulus dan in Handelingen 13?

Volgende week woensdag kunt u hierop het antwoord lezen, houd de website in de gaten voor deel 2 van deze overdenking!

henkpoot-1024x1024

De auteur

Ds. Henk Poot

Ds. Henk Poot spreekt als Israëlpredikant in heel Nederland over Gods plan met Israël. Voor de Israëlcursus gaat hij in op de betekenis van Jeruzalem voor de wereld en ons...

Doneren
Abonneren
Agenda